home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend prikbord

home

Reisinformatie over Namibie.

 
 
 

Grensverleggend Namibië

Wij hebben Namibië van noord naar zuid doorkruisd. Daarbij kun je het prachtige landschap in al z'n variatie aanschouwen. Toch kun je in vier weken slechts een fractie van dit mooie land zien. Wild, rotsformaties en rotstekeningen domineren het noorden en in het lege zuiden liggen de schitterende rode duinen en de diepe Fish river canyon.

De route
Ondanks de negatieve reisadviezen zijn wij Namibië binnengekomen bij Mahembo, in de westelijke Caprivistrook. Meteen doorgestoomd naar Grootfontein en het vlak daarbij gelegen Etosha park. Langzaam naar het zuiden via Twyfelfontein en Uis en dan helemaal naar het westen. De kuststrook bezocht tussen Cape Cross, Swakopmund en Walvis Baai, met een kort uitstapje in Naukluft Park. Terug landinwaarts via Spitzkoppe en Okahandja naar Windhoek. Daarna weer verder naar het zuiden, via de Naukluft Mountains naar het prachtige Sesriem en Sossus Vlei. Terug landinwaarts via Duwis om ter hoogte van Aus weer naar de kust te rijden. Na een bezoek aan Lüderits en Kolmanskop via de zelfde weg terug naar het oosten, tot aan Keetmanshoop. Vanuit daar met een uitstapje naar de Fish river canyon en Ai Ais naar de grens met Zuid Afrika in Noordoewer.

Bestemmingen

Een extra aantekening: in Namibië is weinig tot geen openbaar vervoer en zeker niet naar de toeristische bezienswaardigheden. Daar waar wel openbaar vervoer is, zal ik het vermelden. Zie verder onder tips en wetenswaardigheden.

Mohembo/Rundu
Het gebied tussen de grens met Botswana en de stad Rundu is het verlengde van de Caprivistrook. Wegens conflicten met het buurland Angola vinden hier regelmatig schermutselingen plaats. Het wordt dan ook afgeraden om dit gebied te bezoeken. Gezien onze routeplanning was het een voordeel om toch deze weg te nemen, het scheelde enorm in tijd en (benzine)geld. Zonder te stoppen hebben wij het traject Mohembo tot ver voorbij Rundu zondere problemen afgelegd. We hebben gezorgd voor voldoende benzine en we hebben geen plas- en lunchpauze genomen. Op deze manier hebben wij getracht onnodig risico te vermijden. Veel mensen passeren dit gebied zonder problemen, maar het risico in groter dan via andere routes. Probeer lokaal zoveel mogelijk informatie in te winnen voordat je door de Caprivi reist; omstandigheden in Afrika veranderen snel. De grensovergang Mahembo is zeer soepel en levert geen enkel probleem op.

Grootfontein
Het dorpse stadje Grootfontein is onze eerste stop in Namibië. De zo kenmerkende Duitse sfeer valt meteen op. In het stadje zelf is niet veel te beleven, behalve het museum in het Duitse Fort dat absoluut de moeite waard is. Op een steenworp afstand ligt de Hoba Meteoriet . Grootfontein heeft alle noodzakelijke voorzieningen (benzine, supermarkt, campings, hotels en restaurants).

Accommodatie: Wij hebben gekampeerd bij het Steakhouse 'Die Kraal', zo'n zes kilometer ten noorden van Grootfontein. Een schattig grasveld (blijkt een uitzondering te zijn in Namibië) dat vol staat met fruitbomen. Het bijbehorende restaurant is klein maar goed. De prijs is met 20 N$ gemiddeld. Het enige nadeel zijn de goedbedoelende Duitse eigenaars op leeftijd. Ze drinken, maken luidruchtig ruzie en zijn niet al te vriendelijk tegen mensen met een donkere huidkleur. Maar tegen ons waren ze overvriendelijk. In het dorp zelf is ook een camping, Oleander, die qua veiligheid slecht stond aangeschreven maar er vanaf een afstand best redelijk uit zag.

Eten: Het hierboven genoemde Steakhouse staat goed aangeschreven en wij vonden het ook lekker. Maar er zijn meerdere eetgelegenheden in Grootfontein. Verder hebben wij zelf gekookt, want supermarkt Wecke&Voigts heeft keuze genoeg.

Email: Er zit een computerwinkel naast de Backerei. Daar kun je ook internetten voor 20 N$ per uur (en gratis off line). De zaak heet Poolmanskloof Computers.

Bezienswaardigheden: Het museum in Grootfontein is niet vaak open, maar is het wachten zeer zeker de moeite waard. Het is gevestigd in het oude Duitse fort en wordt gerund door een paar oudere dames. Het is heel groot, heeft een enorm gevarieerde collectie en kost niets. Buiten grootfontein, op een kwartiertje rijden ligt de Hoba meteoriet. Grootste enkelvoudige ijzeren meteoriet ter wereld. Het geheel is leuk aangekleed, zodat je er goed kunt picknicken en zelfs kunt overnachten (10 N$ pp)

Tsumeb
Een slaperig klein stadje, met een rustieke Duitse sfeer in de hoofdstraten en veel groen. Voor mijn- en steen fanaten is hier wel wat te doen, maar verder vrij saai. Wij hebben het Mining museum bezocht, aardig maar klein van opzet. Als je het museum in Grootfontein hebt bezocht, voegt dit museum niet zoveel toe. Wel zijn alle voorzieningen aanwezig (supermarkt, benzine etc).

Etosha National Park
Het moet gezegd worden, Etosha is zonder meer het beste park wat wij gezien hebben in Afrika. De concentraties wild zijn groot, makkelijk te zien in het droge landschap en eenvoudig te vinden bij de watergaten. Eerlijkheidshalve moeten we bekennen dat sommige van deze waterholes kunstmatig in stand worden gehouden, maar het is geweldig om zoveel soorten wild telkens op één plek bij elkaar te zien.

Bij het benzine station is een eenvoudig kaartje te koop met alle wegen in het park en een beschrijving van de waterholes, het is nuttig om deze aan te schaffen (slechts 8 N$). Wij hebben anderhalve dag en één nacht in het park doorgebracht en vonden dat voldoende. Zo'n nacht is niet de goedkoopste, maar wel de moeite waard. Verder zijn in het park op drie plaatsen overnachtingsmogelijkheden en voorzieningen aanwezig. In Okaukeujo is zelfs een supermarkt en een postkantoor.

Voor elke dag (zonsopgang - zonsondergang) in het park moet je betalen, dus één overnachting betekent twee dagen entreekosten. Bij de poort hoef je niet te betalen (als ze dat proberen, vraag om een bonnetje), je toegang regel je bij het kantoor in het dorpje vlakbij de ingang.

Accommodatie: Zowel in het park als daarbuiten zijn er mogelijkheden. In het park kun je op drie plaatsen kamperen, dan wel een bungalow huren. De kosten bedragen 130 N$ voor een campsite, hetgeen ongunstig is als je met minder dan 8 personen bent. Wij vonden Okaukuejo erg leuk om te kamperen (de kosten waard) omdat er een verlicht drinkplaats naast de camping is waar 's avonds allerlei wild komt drinken. In het hoogseizoen en tijdens schoolvakanties is het nodig om te reserveren, maar daarbuiten niet. Zelf als ze aan de poort zeggen dat alles volgeboekt is, is er op de camping meestal genoeg plek.

Buiten het park zijn zowel bij de Namutoni als de Okaukuejo ingang dure lodges, maar ook goedkopere opties. Zo'n 30 km voor Namutoni ligt de Sachsenheim Guestfarm, waar je voor 30 N$ perfect kunt kamperen. 7 km vanaf de Okaukuejo ingang is een camping genaamd Eldorado Wildlife Camp. Voor 20N$ pp kun je hier perfect overnachten (en inkopen doen in de farmshop).

Eten: In de drie kampen zijn ook restaurants en in Okaukuejo is zelfs een supermarkt. Wij hadden eten bij ons.

Twyfelfontein
Twyfelfontein is niet echt een dorp, het is letterlijk een bron die slechts af en toe water geeft. Vanaf Ethosha naar Twyfelfontein zijn echter wel de nodige bezienswaardigheden.

Accommodatie: Wij hebben overnacht bij Abu Huab, aan de (droge) rivier vlakbij Twyfelfontein. Deze staat zeer goed aangeschreven, maar vonden wij erg tegenvallen. Er werd wel aan gewerkt, dus wellicht ziet het er over een tijdje beter uit. Er is ook een camping in Khorixas, wellicht dat dat een betere optie is.

Eten: Wij hebben zelf gekookt. De beste plaats om op dit traject inkopen te doen is het stadje Outjo. Behalve supermarkten, banken en tankstations zit er de beste slager van heel Namibië: het vleesparadijs!! Verder heeft Khorixas nog wel wat voorzieningen. En wellicht een restaurant.

Bezienswaardigheden:
Ten oosten van Khorixas ligt een aparte rotsformatie, genaamd de Vingerklip. Wel mooi om te zien en een leuke lunchstop. Ten westen van Khorixas ligt het Versteende Woud, gefossileerde boomstammen van miljoenen jaren oud. Erg interessant, het kost niet meer dan een uur om dit te bezoeken. Een gids voor een rondleiding is verplicht (20N$).
Ten zuidwesten van het Versteende Woud ligt Twijfelfontein en Verbrande Berg. Bij Twyfelfontein is een grote hoeveelheid rotstekeningen uit de oudheid te zien. Wel de moeite waard. Rondleiding met gids is min of meer verplicht.

Een paar kilometer verderop ligt de Verbrandeberg, een rotsformatie waar op vreemde wijze eeuwen geleden een deel van weggebrand is. De omgeving is mooi, maar het bijzondere ontging ons een beetje. Bij de Verbrandeberg ligt in kleine kloof met de orgelpijpen, zo genoemd naar de op orgelpijpen lijkende stenen hier. Voor deze laatste twee items is geen entree verschuldigd.

Vervoer: De weg van Khorixas via het Versteende Woud naar Twyfelfontein is erg slecht (gravel met veel gaten, stenen, zandbanken en wasbordrelief).

Uis/Brandberg

Het mijnstadje Uis stelt niets voor, het is meer de Brandberg (hoogste berg van Namibië en beroemde rotstekeningen van de 'White lady') die hier vlakbij liggen, waardoor een tussenstop hier handig kan zijn. Er is een tankstation.

Accommodatie: De Brandberg Rest Camp in Uis staat goed aangeschreven en lijkt ook heel wat als je komt aanrijden. In feite is de boel wat vervallen. Het sanitair is goed en er is een restaurant waar je kunt eten. Wij hadden eten bij ons. Er schijnt ook een camping te zijn vlakbij de Brandberg, misschien dat dit een leukere optie is, maar daar zijn we niet geweest.

Bezienswaardigheden: De Brandberg zelf is aardig om te zien, warmrode rotsen in een kaal en stoffig landschap. Bij de berg is de beroemde rotstekening van de White Lady. Een rondleiding met een gids is verplicht. Je schijnt de berg ook te kunnen beklimmen.

Cape Cross/Henties Baai
Henties Baai is een stadje aan de kust dat voornamelijk bestaat uit vakantiewoningen. Als het geen vakantieseizoen is, is er dan ook weinig te beleven. Er zijn wel alle voorzieningen aanwezig. De grootste bezienswaardigheid is de 50 km noordelijk gelegen zeehondenkolonie van Cape Cross.

Accommodatie: In Henties zelf is een camping achter het politiebureau. Elke plek heeft eigen sanitaire voorzieningen. Erg luxe, maar wat duurder en een beetje sfeerloos. Het alternatief is echter ook niet geweldig. Halverwege Henties en Cape Cross ligt een camping aan het strand: Mijl 72. Enorm groot, maar vervallen en buiten het seizoen mistig en verlaten. Ook hier moet je nog 30N$ pp betalen.

Eten: In Henties Bay zelf is waarschijnlijk wel een eetgelegenheid te vinden, maar niet op Mijl 72 of in Cape Cross. Wij hadden eigen eten bij ons.

Bezienswaardigheden: De zeehondenkolonie in Cape Cross is wel de moeite waard. Als je tegen de stank kunt, zie je hier zo'n 200.000 Cape Fur Seals op het strand liggen. Soms wordt het geheel nog wat spannender gemaakt door wat jackhalzen die de kolonie afjagen op smulpuppies.

Swakopmund
Een heerlijk en grappige kustplaats in het midden van Namibië. Waarschijnlijk een van de meest toeristische plaatsen van het hele land, maar buiten het hoogseizoen is het hier in elk geval heel aangenaam. Er zijn diverse bezienswaardigheden en activiteiten in en rond Swakopmund te doen, maar het is ook lekker om een terrasje te pakken of over de pier te wandelen. Een speciale tip waard is fotostudio Behrens in de Moltkestrasse. Perfecte foto's met gratis nieuwe rolletjes. Een stevige afrader is de souvenir markt, die is veel te duur hier (verpest door rijke Duitse toeristen) zie hiervoor onder tips en wetenswaardigheden. Als je het leuk vindt om te snuffelen, ga dan eens kijken bij Peter Antiek tegenover het Hohenzollernhaus. Natuurlijk liggen de prijzen hier ook hoger, maar hij heeft wel aparte dingen uit heel Afrika.

Accommodatie: Er is volop keuze in accommodatie in en rond Swakopmund, zowel in campings, backpackers als hotels. Echt aan te bevelen is echter een verblijf in Villa Wiese (hoek Bahnhofstrasse en Windhoekstrasse). Deze oude Duitse villa biedt voor elk wat wils (kamers, dorms en chalets in de tuin voor 35 N$ pp), de voorzieningen zijn prima (goed sanitair, keuken, gratis koffie en thee en ontbijtmogelijkheid). Bovendien is de gastvrijheid van Johan en Tinkie Cornelissen meer dan uitnodigend.

Eten: Er zijn veel soorten eetgelegenheden, zowel duur als goedkoop. Wij hebben telkens zelf gekookt, omdat de supermarkten ruim gesorteerd zijn hier. Een erg leuk terrasje is Out of Africa (geen alcohol, wel koffie en lekkere shakes).

Email: Er zijn meerdere emailcafe's in Swakopmund. De meeste zijn erg goed en het kost 10 N$ per half uur. Wij hebben gebruik gemaakt van CompuCare op de Roonstrasse, omdat we daar de Psion handig konden gebruiken.

Bezienswaardigheden:
In Swakopmund is wederom het museum de moeite waard. Het heeft een gevarieerde collectie en kost bijna niets (6 N$ pp). Ook het aquarium is een bezoekje waard, omdat je als het ware door de bak heen loopt en haaien van alle kanten kunt bewonderen. Er zijn meerdere oude koloniale en vakwerkhuizen, een oude pier, leuke boetiekjes, een vuurtoren, dus een stadswandeling moet je zeker maken.

Net buiten Swakopmund zijn er grote duinpartijen, waar je kunt sandborden, karten etc. Daarnaast heb je vanuit Swakopmund toegang tot het Naukluftpark (vraag bij de toeristeninfo na hoe alles werkt). Je kunt daar doorheen rijden, kamperen en/of de speciale Welwitschia Drive doen (een handige folder is te koop bij de toeristeninfo). Wij hebben alleen de Welwitschia Drive gedaan, erg leuk, als dagtocht vanuit Swakopmund. Het landschap is bijzonder (rij zeker even naar de oase Goanikontes) Er wordt in de folder veel uitgelegd over flora, zoals de hele aparte Welwitschia plant.

Walvis Baai
Wij persoonlijk vonden er in Walvisbaai niet zoveel aan. De haven is een afgesloten gebied en het dorpje is niet specifiek pittoresk ofzo. Als je aan de zuidkant langs het water van de lagune loopt, kun je wel flamingo's zien (maar niet van heel dicht bij). Er zijn ook veel pelikanen in de buurt van de rioleringswerken net buiten de stad, maar het is allemaal een beetje vervallen hier. Alle voorzieningen zijn aanwezig in Walvis Baai. Wij vonden eigenlijk de rit van Swakopmund naar Walvis Baai het mooiste aan het hele uitje.

Spitzkoppe

Weer een andere rotsformatie, meer rotstekeningen en rotspoelen. Eerlijk gezegd hadden wij al zoveel tekeningen en rotsen gezien, dat we niet de moeite hebben genomen om deze allemaal te bekijken in het Spitskoppe gebied. Maar wij hebben daar lekker geluncht op de warme rode rotsen, en daarna een van de geweldige campingplaats uitgezocht. Elk plekje staat tussen een rotsformatie ingeklemd, heel gaaf. Dat vonden we eigenlijk het leukste. Het waait hier vaak heel hard, hou daarmee rekening als je je tent opzet! Ze hebben ook betaalbare huisjes hier. Water is enorm schaars bij Spitskoppe, het is dus verstandig om zelf genoeg water mee te nemen. Wij hadden eten bij ons, maar ik geloof dat er ook een eetgelegenheid is in de buurt van de huisjes.

Windhoek
Eigenlijk is Windhoek gewoon een moderne stad, waar nog hier en daar een koloniaal gebouw staat. Wij vonden Windhoek niet zo heel spannend en zijn er maar één dag gebleven. Wat rondgekeken in het winkelhart en de Lutheraanse kerk en de Alte Feste bekeken. Als je echt door de stad gaat lopen, zijn er meer interessante gebouwen, maar de meesten zijn niet open voor het publiek.

Accommodatie: Wij hebben zelf gekampeerd bij de Roof of Africa Backpackers, op de Nelson Mandela Ave. Een kleine stukje gras om te kamperen maar wel meer kamers en dorms. Alle voorzieningen zijn erg netjes, er is een keuken, een bar en je kunt emailen (15 N$ per half uur). Kamperen kost 35 N$ pp. Er zijn meerdere backpackers en campings, maar die hebben wij dus niet bekeken. De beveiliging was in elk geval erg goed hier en we konden onze auto ook veilig kwijt.

Eten: Wij hebben zelf gekookt. Vlakbij de camping zit een klein winkelcentrum. In Windhoek zijn ook genoeg eetgelegenheden.

Email: Wij hebben bij de backpackers Roof of Africa gemaild voor 15 N$ per half uur. Er zitten ook emailcafe's in het centrum, wellicht dat die goedkoper zijn.

Vervoer: Windhoek is het knooppunt van alle grote asfaltwegen. En het meeste openbaar vervoer vind je ook hier. Er gaan bussen naar alle windrichtingen (oa Maun en Kaapstad). Bij Roof of Africa kun je ook bustickets regelen. Het meeste vervoer gaat echter naar steden en niet naar bezienswaardigheden er tussenin.

Naukluft Mountains
Een bergrijk stuk van het Naukluft park, dat het makkelijkst te bereiken is vanuit Rehobot. Het is eigenlijk een plateaugebergte dat doorsneden wordt door vele rivierdalen. Er zijn hier een aantal wandelingen uitgezet, waarvan twee dagtochten. Wij hebben zelf de Waterklooftrail gelopen, die zoals de naam al doet vermoeden voor het grootste deel door droge, uitgesleten rivierbeddingen gaat. Best een pittige tocht van zo'n 8 uur (het lopen over stenen en keien is vermoeiend). De Olivetrail is iets korter. De route staat goed aangegeven. Er is een camping, Koedoeruscamp, die niet al te groot is en snel vol loopt. Probeer er vroeg te zijn en als het vol zit, vraag dan of je kunt delen (de plaatsen zijn heel groot). Een kampeerplaats kost 80 N$ (ook als je deelt), maar je hoeft vaak maar één dag parkgeld te betalen (10 N$ pp en voor de auto) als je één nacht slaapt.

Sesriem/Sossus Vlei

Sesriem is de uitvalsbasis voor de rode duinen en Sossus Vlei in het Naukluft Park. Dit is echt een schitterend landschap, de tekeningen van de duinen, de dode bomen en een enkele Oryx. Heel uniek. Een ruime dag was voor ons voldoende. Het is erg warm en het lopen op de duinen is erg vermoeiend, dus op een gegeven moment heb je het wel gehad. Maar het blijft mooi.

Accommodatie: Er zijn de nodige campings en lodges buiten het park in de omgeving van Sesriem. Er is slechts één kampeerterrein in het park, het voordeel hiervan is dat je al een uur voordat de zon op of onder gaat door het park open mag rijden. Dit is de enige manier om de zonsopgang te zien in de duinen. Kom je van buiten het park, dan kun je pas met zonsopgang het park in en dan is het nog een flink stuk rijden naar de duinen en Sossus Vlei. Kamperen kost hier 130 N$ per plaats. Je kunt van te voren reserveren in Windhoek (in hoogseizoen en vakanties waarschijnlijk ook wel aan te raden). Maar als het niet al te druk is moet je zorgen dat je tegen vier uur bij de receptie staat (dan worden de plaatsen verdeeld). Zeg dat je graag een plaats wilt delen (de plaatsen zijn namelijk belachelijk groot), want hier zijn ze zo netjes om je maar de helft te laten betalen als je een plaats deelt. Ook gaan ze hier netjes om met de entreeprijzen. Als je de ene dag laat arriveert, die nacht slaapt en de volgende dag nog blijft, hoef je maar één dag park-entree te betalen.

Eten: Wij hadden eten bij ons. Er is wel een klein winkeltje bij het kantoor, met wat diepvriesvlees, blikken en frisdrank. Er is geen eetgelegenheid binnen het park.

Bezienswaardigheden: De bekendste bezienswaardigheid is de Sossus Vlei, een vallei binnen een duincomplex, met wat bomen en een watertje (hoeveelheid water varieerd nogal). Halverwege Sossus Vlei en Sesriem ligt duin 45, waar de meeste mensen voor sunrise heen gaan (en die dan heel erg druk is). Wij zijn voor de zonsopgang en het eerste licht (het mooiste licht met de fraaiste schaduwlijnen) naar deadvlei gegaan. Een witte duinpan met dode bomen midden in de rode duinen. Prachtig. Duin 45 hebben we 's middags gedaan en Elim duin zouden we doen voor de zonsondergang, maar we hadden geen zin om nog een duin te beklimmen. Als je niet meer wilt klimmen is duin 45 volgens mij ook heel mooi voor de zonsondergang.

Duwisib Castle
Enigszins op de route van Sesriem naar het zuiden ligt Duwisib Castle. Een klein maar rustiek kasteeltje uit het begin van de vorige eeuw. Er staat wat aardig antiek binnen, maar toen wij er waren, vonden we de inrichting wat tegenvallen. Toch vormt het een aardige lunchstop. Er is ook een camping, maar die vonden wij niet geweldig. Ongeveer 50 km verder naar het zuiden, aan de C14 ligt de Saraus Guestfarm, daar zijn erg goede voorzieningen en je kunt er heerlijk Kuduvlees krijgen. Kamperen kost 35 N$ pp. De geiten en vogels zijn wel wat luidruchtig!

Lüderitz
Swakopmund in het klein maar het mist de leuke sfeer een beetje die in Swakopmund hangt. Eigenlijk is het nabij gelegen spookstadje Kolmanskop de reden dat je naar Lüderits moet gaan. Alle voorzieningen zijn aanwezig, maar wel duurder dan elders.

Accommodatie: Het kampeerterrein ligt op een schiereiland net buiten het stadje, Shark Island. Alle staplaatsen liggen leuk tussen de rotsen en de voorzieningen zijn prima. Het nadeel is het voortdurende slechte weer in Lüderitz, mist en miezer en een stevig windje. Wees voorbereid. Wil je een keer een unieke locatie, probeer dan het Lighthouse te reserveren (460 N$ voor 5 personen). Dat staat hoog op de rotsen boven de camping.

Eten: Wij hebben zelf gekookt, maar in het dorp zitten verschillende eetgelegenheden. Ontbijten (zelfs op zondagochtend als alles dicht zit) of gewoon koffiedrinken kun je leuk bij de Kaffeestube tegenover het postkantoor.

Email: Aan de andere kant tegenover het postkantoor zit een emailcafe. De openingstijden zijn niet heel ruim en er staat slechts drie computers, maar het werkt goed. Het kost 15 N$ per half uur.

Bezienswaardigheden: Ongeveer 15 km voor Lüderitz ligt het verlaten stadje Kolmanskop. Ooit een diamantmijnersdorp, nu wordt het langzaam 'opgegeten' door de duinen. Je kunt een vergunning halen bij Lüderitzbucht Info, vlakbij het postkantoor, voor 20 N$ pp. Een rondleiding en toegang tot het museum is inbegrepen. Heel gaaf om te zien en om rond te lopen in de oude vervallen villa's over bergen zand. Museum geeft inzicht in de diamantmijnindustrie. Het schijnt dat je in Lüderits ook boottochtjes kunt regelen, naar een eiland met pinguins en met de kans dat je dolfijnen ziet. Wij wisten dit niet en hebben het dus ook niet gedaan. Op weg naar Lüderitz rijdt je door het sperrgebiet, de diamantwoestijn waar je niet in mag. In de woestijn leven woestijnpaarden, die je op één plaats kunt zien drinken. Alleen daar mag je het sperrgebiet betreden. De paarden kunnen echter dagen zonder water, dus je ziet er heel veel, of bijna geen!

Keetmanshoop
Een klein stadje met alle noodzakelijke voorzieningen. De enige reden dat wij hier overnacht hebben, is dat we een bezoek wilden brengen aan het kokerboomwoud.

Accommodatie: Wij hebben zelf overnacht bij Lafenis Rest Camp, iets ten zuiden van Keetmanshoop. Een prima camping (er zijn ook bungalows), met goede voorzieningen. Het kost 25N$ pp. Op de kokerbomenfarm kun je ook kamperen, maar dat zag er niet heel bijzonder uit.

Eten: Wij hebben zelf gekookt, maar bij Lafenis kun je ook eten. In Keetmanshoop zijn ongetwijfeld ook eetgelegenheden.

Email: Er zit een goed en goedkoop emailcafe in Keetmanshoop, genaamd Bird Mansions op de 6th avenue. Het kost 10 N$ per half uur. Koffie en thee is hier ook verkrijgbaar.

Bezienswaardigheden: Het Kokerboomwoud, ofwel het quivertreeforest ligt zo'n 20 km ten noordoosten van Keetmanshoop op een farm. Het is een unieke boomsoort (grote aloe) die alleen in Namibië voorkomt en hier in grote hoeveelheden. Leuk om er even langs te gaan. Je kunt dan ook naar de Giants Playground, een gebied met rare rotsformaties, alsof hele grote mensen rotsblokken hebben gestapeld.

Fish river canyon
De bezienswaardigheid in het uiterste zuiden van Namibië is de Fish River Canyon. Aan de noordkant van de kloof beginnen de meeste wandelingen en zijn de viewpoints. In het zuiden, bij Ai Ais, zijn de warmwaterbronnen. Beide kanten zijn zeker de moeite waard.

Accommodatie: Ook de moeite waard is een verblijf bij het Cañon Roadhouse, zo'n 10 km voor de noordelijke ingang Hobas. Het wordt gerund door de Italiaanse Sonya en de Belg Alain en alles is tot in de puntje goed verzorgd. Kamperen (voor 35N$ pp), kamers (voor 240 N$ pp), zwembad, bar, goed restaurant, leeshoek etc. Wil je nog luxer, ga dan naar de verderop gelegen Canyon River Lodge. Beiden maken onderdeel uit van de Gondwana groep, die een stuk land hebben opgekocht langs de rivier waar ze wild herintroduceren. In het park kun je ook kamperen. De camping bij Hobas is prima, maar niet bijzonder. Bij Ai Ais Is de camping in de wederopbouwfase, na de overstromingen in februari 2000. Maar de nieuwe voorzieningen zijn erg goed.

Eten: Wij hadden zelf eten bij ons (bevoorraden in Keetmanshoop), maar konden de verleiding niet weerstaan en hebben ook een keer gegeten in het restaurant van het roadhouse. Een hoofdgerecht kost rond de 50 N$. In Ai Ais kun je ook eenvoudig eten in het restaurant.

Bezienswaardigheden: De viewpoints in het noorden zijn allemaal erg mooi en met de auto goed bereikbaar (wel slechte wegen). Je kunt dagtochten maken door aan de bovenrand van de kloof stukken te lopen. Ook kun je bij de sulpharsprings naar beneden de kloof in en na een warm bad of een picknick weer omhoog lopen. Een trekking door de hele kloof is ook mogelijk, dat duurt ongeveer vier a vijf dagen. Je begint in het noorden en eindigt dan bij Ai Ais in het zuiden. Je moet dan zelf alles mee nemen voor eten en overnachten.

Kosten

De munteenheid van Namibië is de Namibian Dollar. De koers in augustus 2000 is 6,5 Namibian Dollar (N$) voor 1 US $. Op dit moment is de Zuid Afrikaanse rand ook nog steeds een wettig betaalmiddel en heeft in Namibië dezelfde waarde als de N$. Het wordt gewoon door elkaar gebruikt. In Zuid Afrika echter, vinden ze de N$ minder waard dan de Zuid Afrikaanse rand, dus zorg dat je alle N$ hebt omgezet in rands voordat je naar Zuid Afrika gaat. Je kunt bij de Eerste 'Nasionale' Bank pinnen met je pinpas, bij de zogeheten bob automaten. Maximale opname is 1000 N$. Ook kun je met de credit card geld ophalen, maar dat duurt langer. Bij grote winkels en lodges kun je vaak ook met credit card betalen, maar niet bij benzinestations. Traveller Cheques hebben wij hier niet gebruikt, maar dat kan wel. Met de prijzen Namibië redden wij het net niet met ons dagbudget van 30 US$. Kamperen kost gemiddeld tussen de 20 en 30 N$ per persoon op privecampings (4 US $ pp dus) en tussen de 80 en 130 N$ per plaats bij overheidscampings. Kamers voor twee personen in kleine hotelletjes of backpacker kosten gemiddeld tussen de 200 en 250 N$ per persoon, duur maar meestal wel goed en netjes. Wij hebben eigenlijk altijd zelf gekookt en besteden gemiddeld toch ook zo'n 50 N$ per dag aan eten en drinken voor twee personen. Een hoofdgerecht in een eenvoudig restaurant is echter ook al snel 50 N$ (8 US $ dus). De parken zijn goedkoop, 10 N$ per persoon en per voertuig en ook de benzine is betaalbaar met iets meer dan 3 N$ per liter.

Veiligheid

Naar ons idee is Namibië een van de meest veilige landen in Afrika. Hoewel wij het wederom hebben vermeden om na het invallen van de avond nog rond te lopen, zou dat hier op veel plaatsen waarschijnlijk geen probleem zijn. Grote steden als Windhoek en Swakopmund hebben natuurlijk altijd wel mindere buurten. Een uitzondering hierop vormt zoals al gezegd de Caprivistrook. Als het niet nodig is, kun je dit gebied beter mijden of zo snel mogelijk passeren. Een veel groter gevaar voor de veiligheid vormen de gravelwegen. 80% van de ongelukken zijn enkelvoudige ongelukken op gravelwegen. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: Niet harder dan 60 a 80 km per uur rijden! Zie verder bij tips en wetenswaardigheden.

Tips en Wetenswaardigheden


Vervoer
Als er een land in Afrika is met wel heel weinig vervoersmogelijkheden, dan is het Namibië wel. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen, maar in Namibië is eigen vervoer (eventueel gehuurd) echt onontbeerlijk. Het doen van tours is een alternatief. Liften kan, maar het kan soms dagen duren voordat je een lift krijgt en de parken zijn bijna onmogelijk te bezoeken op deze manier. Tussen grote steden is wel openbaar vervoer, maar alle bezienswaardigheden liggen buiten de steden. Je kunt hier wel perfect een auto huren. 4x4 of een gewone auto, met kampeer uitrusting of zonder. Je kunt het in Windhoek regelen, er zijn verhuurbedrijven genoeg. Maar je kunt het ook via internet regelen voor je vertrek. Daarnaast kun je het in Nederland bij verhuurbedrijven als Europe Car of Budget regelen.

De wegen in Namibië zijn wisselend van kwaliteit. De paar grote geasfalteerde wegen zijn bijzonder goed, het overgrote deel van de wegen is echter gravel. De kwaliteit daarvan wisselt en het is zaak om heel voorzichtig te rijden. 80% van de ongelukken in Namibië zijn enkelvoudige ongelukken op gravelwegen, omdat men na een tijdje te hard gaat rijden. De afstanden zijn erg groot en het is wel handig om genoeg benzine bij je te hebben (zeker als je naar het verre noorden gaat). Benzine is in grotere plaatsen goed verkrijgbaar. Je kunt je eigen auto zonder problemen mee naar Namibië nemen, je hoeft niet te betalen.

Souvenirs
Namibië is een land waar je niet overal souvenirs kunt kopen. In het zuiden zie je bijna niets, maar vanaf Windhoek en hoger is de keuze wat ruimer. Windhoek zelf is vrij prijzig, zeker in de winkels maar ook op straat. De soevenirsmarkt in Swakopmund is een stevige afrader, die is veel te duur hier (verpest door rijke Duitse toeristen). Voorbeeld, de schaal van 40 N$ in Okahandja moest in Swakopmunt 250 N$ opbrengen.
In Okahandja zijn twee craftmarkets en hier kun je vrij goed aankopen doen. Degene in het centrum is veel beter dan degene aan de rand van de stad langs de weg naar Windhoek. Veel van de spullen die hier liggen komen uit Zimbabwe en Malawi, maar we hebben ook spul gezien wat we ook in Kenia, Tanzania en Zambia hebben gezien. Waar het uiteindelijk gemaakt wordt, weet ik niet. Ook vanuit landen als Angola en Congo wordt veel aangevoerd. Probeer op deze markt enorm af te dingen. Als je geduld hebt en handig bent krijg je er veel af. Wij hebben een tweekleurige houten schaal gekocht voor 40 N$, terwijl ze er 100 of 120 voor vroegen. Produktiemaskers zou je moeten kunnen kopen voor 25 N$, en de wat oudere en meer originele maskers (goed zoeken) kun je afdingen naar ongeveer 75 N$ (vraagprijs 250 N$). Nog verder naar het noorden worden de prijzen steeds beter, maar is de keuze is beperkter.

Als je het leuk vindt om te snuffelen, ga dan eens kijken bij Peter Antiek tegenover het Hohenzolrnhaus in Swakopmund. Natuurlijk liggen de prijzen hier ook hoger, maar hij heeft wel aparte dingen uit heel Afrika.

Wat wij niet hebben gedaan
Zoals meestal blijven er wel bestemmingen over die wij niet hebben gedaan maar die wel de moeite waard schijnen te zijn.
- Kaokoveld/Palmwag; Kaokoveld is een droog en meer authentiek gedeelte van Namibië en Palmwag is een oase. Hier komen de bijzondere woestijnolifanten voor. In het noorden van Kaokoveld leven de Himba mensen, een bijzondere stam. Tegenwoordig moet je wel ver van de gebaande paden af om ze te zien. In het uiterste noorden liggen mooie watervallen. De Epupafalls aan de grens met Angola en de Ruacanafalls net over de grens in Angola.
- Skeleton coast park; De hele kust van Namibië wordt skeleton coast genoemd, door de vele schepen die er in het verleden zijn gestrand. Alleen het noordelijk deel is behoort tot het park. Het schijnt een mooi maar kaal gebied te zijn. Ideaal voor vissers. Het is verstandiger om met meerdere auto's te reizen als je dit gebied ingaat (dit geldt ook voor Kaokoveld).
- Waterbergplateau; een park dat tussen Windhoek en Grootfontein ligt. Prachtige rode rotsen en heel veel met uitsterven bedreigde diersoorten maakt dit tot een bijzonder park. Je mag er niet zelf rondrijden.

top

home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend