Grensverleggend Ecuador
Behalve de Galapagos eilanden hebben wij met name het
centrale binnenland van Ecuador, het Andesgebergte, bezocht. Zowel
de kust als het Amazonebekken hebben wij overgeslagen. Ondanks dat
het geen groot land is, is er genoeg te doen. De meeste activiteiten
zijn natuurgeörienteerd.
Route
Bij Huaquillas zijn we de grens overgekomen vanuit Peru en meteen
door naar Quito gereisd in het noorden. We hebben vanuit Quito de
bus genomen naar Guayaquil om vandaar uit naar de Galapagos te vliegen.
Daar zijn we op de terugweg ook weer geland en zijn toen naar de
bergen in het midden van Ecuador gegaan, via Riobamba verder naar
het zuiden, naar Cuenca en toen weer terug naar het noorden. Eerst
naar Baños, toen naar Otavalo en tenslotte weer naar Quito. Vanuit
hier in een ruk terug naar Huaquilas (grens met Peru) in het zuid-westen.
Bestemmingen
Huaquillas
Een typisch grensplaatsje. Klein en druk. Wij hadden niet de behoefte
om hier te verblijven (we hebben ook niet veel hotels gezien). In
de nieuwe reisgidsen staat de grensprocedure inmiddels correct,
dat is wel nodig want het is niet superhandig. De immigratie zit
namelijk 4 kilometer buiten het dorp (1 dollar met de taxi), maar
het buskantoor van Panamericana zit in het dorp (vlakbij de grens).
Als je eerst naar de immigratie wilt, moet je dus op en neer. Maar
vaak kun je ook aan de bus vragen of deze even stopt. Ze komen er
langs en meestal is het geen probleem (mits je niet een al te late
bus neemt).
Quito
Een zeer prettige stad om enige tijd te vertoeven. Op een hoogte
van 2600 meter heeft Quito een aangenaam klimaat. Een overvloed
aan musea en kerken in de stad en talloze opties om de natuur buiten
de stad te bezoeken. De omringende vulkanen kun je vanuit de stad
zien. Hoewel je in oud Quito moet zijn voor de kerken en de koloniale
sfeer, zit je voor de veiligheid en de voorzieningen beter in nieuw
Quito.
Accommodatie: Wij hebben zelf in 'El Centro del Mundo' gezeten.
Een twijfelachtige optie wat ons betreft. Ben je jong, houdt je
van zuipen (gratis rum) en rondhangen, dan is het een perfecte plaats.
Voor de wat oudere en 'serieuze' reiziger wil juist het publiek
hier nog wel tot ergernissen leiden. Er is wel een keuken, binnenplaats
en een overkill aan reisinformatie. De dorms beginnen bij 4 dollar,
de 'kast' is 8 dollar en de overige kamers kosten 12 tot 14 dollar.
Niet goedkoop dus. Wel ontmoet je er veel mensen. Het ontbijt is
inbegrepen, maar het hangt van je kamerprijs af of je veel of weinig
krijgt. Andere plaatsen die we aangeraden hebben gekregen zijn Dargui
(geel gebouw op Calama, net om de hoek vanuit Reina Victoria) die
iets goedkoper is. En Posada del Maple, die wat duurder is (18 dollar
voor 2 personen), maar dat er wel heel gaaf en verzorgd uitziet
(ook met keuken en zitkamer etc.) zit op Rodriguez. Verder zijn
er in deze buurt nog talloze andere hotelletjes.
Eten: Omdat er een keuken was bij het hotel en een goede
supermarkt in de buurt (zie overigen), hebben wij veel zelf gekookt.
Een wat duurdere, maar ontzettend lekkere eetgelegenheid is een
Thai geheel in stijl (op Calama, op hetzelfde deel als hotel Dargui).
Het zit op de eerste etage en de ingang zit een beetje achter een
boom verborgen. Een andere optie is café Sun (eten en drinken) op
Reina Victoria, vanuit 'El Centro del Mundo' komende een stukje
naar rechts. Deze hele wijk zit vol met over het algemeen iets duurdere
restaurants. De enige goedkope optie hebben wij gevonden op Amazona's,
een drukbezochte lokale polleria. Vanuit 'El Centro del Mundo' naar
links de Amazonas op en na een paar blokken zit het aan je linkerhand.
Druk bezocht met terras buiten. Het visrestaurant op de hoek bij
'El Centro del Mundo' (wij hebben er ook ceviche gegeten) is rond
lunchtijd erg druk met lokalen, maar toeristen schijnen er vaak
ziek van te worden.
Internet: Het barst van de internetcafé's en het gemiddelde
tarief is 1 dollar per uur. Een hype is Papayanet (waar je ook boeken
kunt kopen), maar wij gingen altijd naar Kanelanet op Rodriguez.
80 dollarcent per uur, als gast van 'El Centro del Mundo' krijg
je daar 10 minuten per dag per persoon gratis.
Bezienswaardigheden: Ecuador heeft zijn naam gekregen omdat
het op de evenaar ligt. Die evenaar loopt vlakbij Quito en een bezoekje
is wel aardig. Je kunt hier komen door een stadsbus te pakken op
Colon, aan de kant van de Banco de Guayacuil (tot aan de av. Americana)
Op de av. Americana pak je de bus naar San Antonio/Mitad del Mundo.
Je wordt dan voor de ingang van het grote evenaar monument afgezet.
Leuk, maar toeristisch en het gerucht gaat dat dit monument eigenlijk
niet precies op de evenaar staat. Als je het monument uitloopt terug
naar de bus, ga dan linksaf en na een paar minuten lopen gaat er
een zandpad naar links naar een museum. Dat staat dichter bij de
evenaar en daar zijn ook allerlei meetinstrumenten te zien. Ook
kun je daar de waterafvoertest doen (links en rechtsdraaiend) en
een ei rechtop zetten. Eigenlijk vonden wij dit interessanter, maar
het monument moet je even gezien hebben.
In Quito zelf barst het van de musea, kerken en culturele centra.
Wij hebben zelf een wandeling gemaakt naar en door oud Quito. Leuk
om hier even de sfeer te proeven die compleet anders is dan in nieuw
Quito. Een bezoek (incl. rondleiding) door het kloostermuseum en
de bijbehorende kerk van San Fransisco is een aanrader. Door de
gids wordt de kerkelijke kunst een stuk begrijpelijker.
Verder zijn er in en rond Quito nog talloze activiteiten te ondernemen,
waaronder het beklimmen van de vulkaan Pinchincha. Deze laatste
schijnt een redelijk eenvoudige wandeling te zijn, je laat je afzetten
waar het pad begint en binnen een dag ben je bij de refuge, waar
je kunt overnachten en koken.
Overigen: Er zit een erg goede supermarkt op La Nina. Om
hier te komen loop je Reina Victoria uit in de richting van Colon,
die steek je over en daarna bij de derde straat (la Nina) ga je
naar rechts. Aan het einde van de straat zie je links de supermarkt
al liggen.
Hoewel je beter souvenirs kunt kopen in Otavalo, zitten er op Mera
ook veel souvenierswinkels. Als je Mera helemaal afloopt in de richting
van het park El Ejido zit er vlak voor het park aan je linkerhand
(tegenover het Hilton) een souvenirsmarkt.
Vervoer: Het busstation ligt in het oude deel van Quito en
een taxi naar het nieuwe deel kost ongeveer 2 dollar. Op de terminal
kun je tickets kopen naar alle windrichtingen en met diverse busmaatschappijen.
Wij vonden Panamaricana een vrij goede maatschappij. Het handige
is dat zij ook een kantoor hebben in nieuw Quito, op Colon (dat
op loopafstand is van alle hotels). Je kunt dan ook van daaruit
vertrekken. De bus maakt daarna vaak wel eerst nog een stop op het
busstation en daarna vertrek je pas echt.
Guayaquil
Ons oordeel is gebaseerd op slechts één nacht in Guayaquil, maar
dat vonden wij meer dan genoeg. Een vieze stad, met een onveilig
gevoel.
Accommodatie: Hotel Delicia is een prima hotel, voor 8$ heb
je een kamer met eigen badkamer. De ingang wordt permanent bewaakt.
Het nadeel is dat je wel een stukje moet lopen om bij eettentjes
te komen. Navragen in het hotel.
Vervoer: Het vliegveld en de busterminal liggen vlak bij
elkaar en iets buiten het centrum. De busterminal is groot en je
vindt er alle maatschappijen en bussen in alle windrichtingen. Als
je snel van het vliegveld naar de busterminal wilt, is een taxi
vrij duur, tegenover de parkeerplaats loopt de doorgaande weg, waar
je zo een bus kunt aanhouden (ze gaan bijna allemaal naar de terminal
terrestre) en dat voor slechts 12 cent.
Riobamba
Een weinig opwindende stad waar dan ook niet veel te doen is. Net
als de meeste andere toeristen kwamen wij hier eigenlijk alleen
maar om in de speciale trein (el Nariz del Diablo) te stappen. Als
het weer goed is, is het uitzicht op de omringende vulkanen -waaronder
de Chimborazo- ongetwijfeld erg mooi.
Accommodatie: Hotel Los Shyris is een prima hotel. Voor 6
dollar heb je een kamer met gedeelde badkamer. Het hotel ligt redelijk
centraal en vlakbij het treinstation. In het hotel is een internetcafé
dat 24 uur per dag open is.
Eten: Wij vonden de Chifa Pak Hao wel goed, evenals de Italiaan
Charlies Pizzeria (heel lekker, maar kleine porties in verhouding
tot de prijs).
Bezienswaardigheden: De trein naar 'El Nariz del Diablo'
is tegenwoordig puur een toeristentrein en dat wordt ook uitgebuit.
Het traject loopt nog maar van Riobamba tot Alausi en kost 15$.
De trein rijdt alleen op zondag, woensdag en vrijdag. Wij vonden
het aardig, maar niet supergaaf. Voor een deel te wijten aan het
slechte weer, waardoor de vulkanen niet zichtbaar waren, maar wij
vonden het ook erg toeristisch en het landschap erg ontbost. Als
je er langs komt en je hebt tijd is het leuk om mee te pikken, vooral
als je het leuk vindt om een keer bovenop een trein te zitten. Voor
1 dollar kun je kussentjes huren. Je vertrekt 's ochtends om 7 uur
en komt rond de middag in Alausi aan. Wij hebben dezelfde middag
nog een bus gepakt naar Cuenca. Je kunt ook terug met de trein naar
Riobamba, dat kost ook het dubbele. De Chimborazo vulkaan is de
hoogste van Ecuador. Je kunt gemakkelijk vervoer regelen naar de
eerste refuge en je kunt dan gemakkelijk lopen naar de tweede refuge
(en daar eventueel overnachten). Het is echter niet goedkoop, 10
dollar pp voor vervoer en 10 dollar pp voor entree van het nationale
park. Zorg dat je alleen gaat als het mooi weer is, anders heb je
er niet veel aan.
Vervoer: Goedkoper dan de trein is de bus. Er is een terminal
terrestre voor de meeste doorgaande verbindingen. Helaas gaan de
bussen naar Baños vanaf een andere, ranzige terminal, die aan de
andere kant van Riobamba ligt. Wel een kwartier per taxi. Bussen
naar Baños (via Ambato) doen er zo'n twee uur over (korte route
wordt momenteel niet gebruikt) en gaan de hele dag door.
Alausi
Wij hebben in Alausi slechts een korte tussenstop gemaakt, van de
trein naar de bus. Maar het leek me een rustiek en authentiek dorpje.
Er zijn hotels en lokale eetstalletjes, maar niet veel bijzonders.
Misschien best aardig om hier een nacht te blijven. Veel mensen
in klederdracht.
Cuenca
Een van de grootste steden in Ecuador, hoewel je dat niet meteen
merkt als je door het centrum loopt. Het is een levendige koloniaal
aandoende stad en prima om een paar dagen te vertoeven. Mocht je
met kerstmis in Ecuador zijn, zorg dan dat je de grote kerstprocessie
van Cuenca meepikt.
Accommodatie: Wij hebben zelf in Hotel Milan gezeten en vonden
dat een perfect hotel. Een kamer met eigen badkamer, tv en telefoon
kost 8 dollar (minder als je langer zit) en eenvoudige kamers kosten
5 dollar. Er wordt elke dag schoongemaakt op je kamer en je krijgt
nieuwe toiletpapier. Het is één blok lopen van de plaza af. Een
andere populaire gelegenheid is El Cafecito, dat ziet er wat gezelliger
uit, maar trekt ook een bepaald publiek aan. Vergelijkbaar met 'El
Centro del Mundo' in Quito (zie beschrijving), dus als je dat gaaf
vond, vindt je dit vast ook leuk.
Eten: Niet echt een lokale gelegenheid, maar voor degenen
die langer reizen is de Pizzahut wellicht een welkome afwisseling.
Het zit aan de andere kant van de rivier, maar is wel loopbaar vanaf
het hotel. Eten is er lekker en bekend. Meer lokaal en erg druk
is Raymipampa op de plaza net naast de kathedraal. Voor 3 dollar
heb je daar prima hoofdmaaltijden. De bediening is duidelijk minder.
Verder zit het boordevol kleine eettentjes en polleria's. Ook onder
hotel Milan zit een basic restaurant waar je voor 1 dollar een dagmenu
hebt.
Internet: Er zitten genoeg internetcafés's en de prijzen
verschillen iets. Het goedkoopst is 0,80 dollar per minuut. Meestal
is de kwaliteit c.q. snelheid prima.
Bezienswaardigheden: Een absolute aanrader is het Museum
van de Banco Central. Een uitgebreid overzicht van alle streken
in Ecuador, met al hun gebruiksvoorwerpen. Heel erg visueel ingericht.
Bijzonder leuk en interessant om te bezoeken. Ook ligt daar nog
een Incaruine achter waar je naartoe kunt. Als je niet naar Peru
gaat of bent geweest, is het ook leuk om Ingapirca te bezoeken,
de grootste Incasite van Ecuador. Wij zijn hier niet geweest. Waar
wij ook niet zijn geweest, onder andere als gevolg van het wat mindere
weer, is het nationale park Cajas. Het schijnt prachtig te zijn
om hier te wandelen.
Vervoer: Net buiten het centrum is de terminal terrestre.
Het is loopbaar als je kaartjes gaat kopen, maar met bagage hebben
wij altijd een taxi genomen (1,5 dollar). Bijna alle busmaatschappijen
zitten hier.
Baños
Eigenlijk is Baños een klein, maar levendig toeristenstadje. Als
je ondernemend bent ingesteld, zijn er best wat dingen te doen.
Bekend is Baños om zijn baños, die zijn lekker, maar niet sensationeel.
Het drukst zijn de straten tussen de plaza en het park. Een prima
plaats om een paar dagen rond te hangen.
Accommodatie: De eerste nacht zaten we in Residential Santa
Clara, die iets minder gaaf was dan we ons hadden voorgesteld. Het
oude huis is sfeervol maar basic, de nieuwe kamers zijn net iets
te hoog van prijs. Daarna zijn we verhuisd naar Residential Rosita,
dat wij perfect vonden. Een appartement, waarbij twee kamers gebruik
maken van een badkamer, een zitkamer en een keuken. Wij betaalden
slechts 6 dollar voor onze kamer en die andere kamer is nooit bezet
geweest. Het douchewater is bovendien echt warm en je hebt uitzicht
op de waterval en de plaza. De populairste gelegenheid in Baños
is Hostal Plantas y Blanco, dat relatief duur is, want het dakterras
is erg leuk, maar de kamers zijn niet bijzonder.
Eten: Als toeristenplaats is er genoeg keuze in restaurants.
Voor het eerst hebben we ook meer in toeristenrestaurants gegeten
dan in lokale eettentjes. Naast Rosita zit café Good, dat ziet er
leuk uit, het iets duurdere eten is erg goed en ze draaien elke
avond om 8 uur een video (soms hele goede). Aan het park zit café
Hood, waar de kaart iets minder keuze biedt, maar het eten ook goed
is. Een kruising tussen lokaal en toeristisch is El Dorado, op de
voetgangersstraat, waar je voor 1 dollar al een dagmenu hebt.
Internet: Je kunt in Baños overal emailen, maar veel van
de kleinere zaakjes hebben oude en langzame apparatuur. De prijzen
liggen in Baños sowieso iets hoger dan in de meeste andere plaatsen,
omdat ze geen eigen server hebben. Het kost 2 dollar per uur.
Bezienswaardigheden: Als eerste natuurlijk de baños zelf.
Het beste is om 's ochtends vroeg te gaan, dan schijnt het minder
druk te zijn en dan is het water nog het schoonst. 's Middags om
half vijf laten ze het water weglopen en dan kun je 's avonds weer
terecht. Toegang voor buitenlanders is 1 dollar. Verder huurt iedereen
in Baños een mountainbike om naar het veel lager geleden Puyo te
fietsen. Zeker voor mountainbike enthousiastelingen een aanrader
(de weg is een rotsachtig pad). Omdat je steeds dieper de Amazone
in daalt, is het een leuke tocht om te doen, met onderweg nog watervallen
die je kunt bezoeken. Ga even uitrusten bij Paradero turistico Amazonas
met zijn neonreclames vlak voor de brug in Rio Verde en dan kun
je daarna te voet naar de Pailon del diablo waterval. Als je het
niet haalt tot aan Puyo is er niets aan de hand, want als je onderweg
een bus ziet dan kun je gewoon je fiets op het dak gooien en terug
met de bus naar Baños. De weg duurt langer dan je denkt (af en toe
ook een heuvel op), dus als je helemaal naar Puyo wilt, moet je
vroeg vertrekken. Wij hebben voor 4 dollar per dag een fiets gehuurd
bij Rosita, er zijn ook luxere/duurdere fietsen te huur. Daarnaast
kun je wandelen, bijvoorbeeld naar uitzichtpunten (onder andere
van de vulkaan de Tungurahua) en er zijn ook tochten te paard te
maken in de omgeving.
Vervoer: Vanuit Quito zijn er rechtstreekse bussen naar Baños,
ongeveer 3 uur voor 3 dollar. Vanuit het zuiden moet je overstappen
in Riobamba (vaak onhandig omdat de bussen naar Baños van een aparte
busterminal vertrekken) of in Ambato.
Otavalo
Een klein en rustig plaatsje, behalve het deel waar de bekende markt
wordt gehouden. Wij hebben er uiteindelijk voor gekozen om Otavalo
als dagtocht te doen en dat vonden we ook wel prima zo. We zijn
op een zaterdag geweest. In het hoogseizoen een te drukke dag met
te hoge prijzen, maar in januari was het perfect. Hoewel er dagelijks
een markt is, denk ik zeker dat de keuze op zaterdag veel ruimer
is. De markt bestaat voor driekwart uit toeristen-prullaria en slechts
voor een klein deel uit spullen voor de lokalen. Wij hebben een
tour gedaan vanuit 'El Centro del Mundo', in verband met de busstakingen.
Maar de extra's die je dan ziet, zijn niet geweldig. Een meer, een
waterval en de dierenmarkt aan de rand van Otavalo. Als je het geluk
hebt dat het een drukke dag is en je bent er voor negen uur, dan
zie je op de veemarkt nog de meeste mensen in klederdracht.
Galapagos
De onvergetelijke en indrukwekkende Galapagos eilanden, we kunnen
het iedereen aanraden. Alhoewel het belachelijk duur is en de prijs
eigenlijk niet in verhouding staat tot wat je krijgt, is het erg
bijzonder. Wij hebben geen spijt gehad van deze financiele aderlating
en met volle teugen genoten. Bereidt je voor op een kaal en vulkanisch
landschap. Het zit boordevol hele tamme dieren, maar het zijn bijna
allemaal reptielen en vogels. Om een aantal eilanden te bezoeken,
zit je ook een groot deel van de tijd op de boot.
Tour
De beste manier om zoveel mogelijk van de Galapagos te zien is een
boottour. Wij hebben die tour geregeld in Quito. In Guayaquil zitten
weinig bureaus hiervoor, in Nederland betaal je er veel meer voor
en op de Galapagos zelf ben je gemiddeld genomen het zelfde kwijt
als dat je het in Quito regelt (tenminste toen wij er waren betaalden
mensen hetzelfde, maar wellicht dat in een ander seizoen er wel
lagere prijzen te bedingen zijn!).
De grootte van de boot bepaald niet alleen de kwaliteit van verblijf
en eten, maar ook de route en het niveau van de gidsen. De kleine
boten doen over het algemeen alleen de centrale eilanden aan. Een
grotere boot kan harder varen en in dezelfde acht dagen ook de eilanden
meenemen die wat verder weg liggen (zoals Isabela, Fernandina en
San Christobal). De zee is toch redelijk ruw (veel mensen hebben
last van zeeziekte) en daarbij is een grotere boot ook alleen maar
comfortabeler. Wij hebben de beschrijvingen van de eilanden uitgespit
(in de Lonely Planet van Ecuador staat een uitgebreide sectie over
de Galapagos) en gekeken welke ons het meeste aanspraken. Daarnaast
hadden we hele goede verhalen gehoord over de Tropic Sun, een van
de grootste (en een van de duurste) boten in de toeristenklasse.
De keuze was (redelijk) snel gemaakt: de Tropic Sun. De boot was
goed, een prima hut met eigen douche (en warm water) en veel en
erg goed eten. De gidsen waren goed (ze spraken ook engels en de
besten wisten erg veel) en dat vonden we wel een groot pluspunt.
Uiteindelijk gekozen voor een tour van 8 dagen (omdat de eerste
en de laatste dag niet optimaal zijn, blijft er bij een tour van
4 of 5 dagen niet veel over). Juist de eilanden die wij hebben gezien
dankzij de uitgebreide route (Isabela en Fernandina) vonden wij
bijzonder gaaf. Ook mensen die na ons de Tropic Sun hebben genomen,
waren bijzonder tevreden.
Wij hebben uiteindelijk 670 dollar betaald voor 8 dagen Tropic Sun,
100 dollar entree (Galapagos is nationaal park, entree alleen te
betalen in contante dollars bij aankomst op het vliegveld) en 284
dollar voor een retourvlucht Guayaquil-Galapagos. Vanuit Quito vliegen
is 40 dollar duurder en bovendien hadden wij een studentenkorting
gekregen (groene internationale studentenkaart) van ongeveer 40
dollar. Vol tarief vanuit Quito is 365 dollar. Wij hadden snorkelspullen
meegenomen, maar die zijn voor 20 dollar per week ook te huur aan
boord (20 dollar extra als je ook een wetsuite wilt). Prijzen zijn
per persoon. Wij zijn erg goed geholpen door Safari Tours in Quito
(ook via de email: admin@safari.com.ec), maar konden uiteindelijk
20 dollar goedkoper boeken bij Pam tours in Quito (pamtour@pi.pro.ec).
Boeken (en betalen) kan alleen ter plekke bij hun kantoren in Quito.
De prijzen varieren overigens per seizoen en per boot. Wij hadden
ook voor 450 dollar 8 dagen op een kleine boot kunnen zitten. Conclusie,
laat je uitgebreid informeren, maar houdt de Tropic Sun zeker in
je achterhoofd.
Waarschuwing: Helaas wordt op alle boten gestolen. In de
gevallen die wij kennen gaat het om travellers cheques en contante
dollars. Het gebeurt op kleine boten, maar helaas ook op de Tropic
Sun. Het is het beste om geen geld en andere waardepapieren in je
bagage te laten zitten, want die zoeken ze door als je een keer
van boord bent op een dagtrip. Wij hadden altijd alles bij ons,
dat alleen lastig is als je allebei wilt snorkelen. Of je gaat om
de beurt snorkelen, of je neemt een waterdichte doos mee of je bedenkt
een andere oplossing. Je moet je rugzak wel heel goed op slot doen,
willen ze er niet inkomen, test zelf of je de rits open kunt duwen
als er een slotje op zit en neem sleutels mee.
Puerto Ayora
In Puerto Ayora is het prima vertoeven en wij vonden het dan ook
lekker om na de boottocht hier nog een paar dagen te blijven (laat
de retourdatum op je ticket open en reserveer deze bij Tame in Puerto
Ayora). Het stadje is klein en vrij toeristisch, maar daarom niet
minder gezellig. Je kunt lopen naar het strand en er zijn meerdere
dagtochtjes te ondernemen. Er zijn veel souvenirshops en bij de
bank kun je gewoon pinnen.
Accommodatie: Wij zaten in Hotel Lobo del Mar, voor 8 dollar
met een eigen badkamer. Als je vanuit het centrum naar het Darwin
Instituut loopt zit het vrij snel in een straatje naar rechts, waar
het kantoor van Tame op de hoek zit. Een prima plek.
Eten: Er zitten redelijk wat restaurants en pizzeria's in
Puerta Ayora, maar de prijzen zijn stevig. Wil je goedkoop eten,
in een lokaal eettentje, dan moet je eigenlijk rond lunchtijd gaan.
Dan heb je menuutjes voor 1 dollar. Wij gingen vaak naar calle Tomas
de Berlanga en dan een eettentje aan de linkerkant (komende vanuit
de av. Padre Julio Herrera) dat een beetje lager onder de bomen
ligt en erg druk is.
Internet: Internet is een stuk duurder dan op het vasteland.
In Puerta Ayora was het 6 dollar per uur (maar op San Christobal
was het nog duurder).
Bezienswaardigheden: Er zijn verschillende activiteiten te
ondernemen vanuit Puerto Ayora. Hoewel je na een achtdaagse tour
rond de eilanden misschien niet overal zin meer in hebt of dingen
zelfs al gezien hebt. Je moet beslist naar het Darwin instituut
(alhoewel dat bij de meeste tours is inbegrepen). Daar kun je de
reuzeschildpadden van de diverse eilanden zien en bij sommigen kun
je ook heel dichtbij komen.
Er is ook een reservaat in de hooglanden waar nog schildpadden vrij
rondlopen. Dit schijnt heel mooi te zijn, maar er is wat lastig
te komen (tenzij je een taxi neemt?). Wij hebben dit niet gedaan.
Er is een prachtig strand (turtle beach, maar dan moet je wel een
uurtje lopen vanuit het stadje.
Duiken
Er zijn verschillende duikscholen in Puerta Ayora. Als je kunt duiken
is de Galapagos wel een mooie plek om een duik te doen. De moeilijkheidsgraad
is hoog, het water is koud en de stroming is enorm. Vaak zijn 15
eerdere duiken noodzakelijk om mee te mogen op een duiktochtje buiten
de baai, zoals naar Gorden Rock en Seymour. Johan heeft uiteindelijk
gedoken met Nauti Diving, twee duiken inclusief lunch voor 100 dollar.
Hij was tevreden over de kwaliteit. Verder staat Sub Aqua goed aangeschreven.
Het is eigenlijk gewoon een kwestie van rondlopen en kijken waar
de tochten heen gaan en waar er plaats is, de kwaliteit van het
materiaal lijkt overal wel goed te zijn.
Vervoer
Er gaan twee vluchten per dag naar het vasteland. Voorafgaande aan
deze vluchten staan er genoeg bussen klaar om je naar de ferry te
brengen (1,5 dollar) en vanuit de ferry (40 cent) gaan er gratis
bussen naar het vliegveld. Als je de ochtendvlucht neemt, kom je
nog vroeg genoeg aan in Guayaquil om nog een bus te nemen naar een
volgende bestemming. Verder is op Santa Cruz bijna geen vervoer
(op de andere eilanden nog minder of niet).
Kosten
Ecuador stond altijd bekend als een van de goedkoopste landen in
Zuid Amerika. Sinds in september 2000 de dollar is ingevoerd als
algemeen betaalmiddel, is het niet meer zó goedkoop. Alles gaat
dus met dollars en er bestaat geen Sucre meer (de oorspronkelijke
munteenheid). Voor kleinere bedragen wordt er gewerkt met dollarcenten
en met nieuw geslagen centivos, die als dollarcenten worden behandeld.
Bijna alle prijzen beginnen tegenwoordig bij 1 dollar. De lokale
bevolking is niet onverdeeld positief over de 'dollarisation'.
Je kunt pinnen in de grotere steden, met een gewone cirruspas en
met de visakaart. Vaak zijn de bedragen die je ineens kunt opnemen
vrij laag. Soms maar 50 dollar. Na goed zoeken zijn er ook automaten
die 100 of zelfs 200 dollar geven. Travellercheques worden geaccepteerd,
maar niet overal. Ook met je creditcard kun je op veel plaatsen
terecht.
De gemiddelde prijs voor een kamer voor twee personen ligt op 6
tot 8 dollar, waarvoor je soms een eigen badkamer hebt en soms niet.
Er zijn al menuutjes in lokale eettentjes voor 1 dollar. Maar zodra
je geen menu eet, betaal je al snel 2 tot 3 dollar. Toeristische
activiteiten zijn niet bepaald goedkoop. De prijzen voor tours liggen
vaak hoog en de entreeprijzen voor Nationale parken beginnen ook
altijd bij 10 dollar. Een dagtochtje, of soms maar een halve dag
naar een park of een vulkaan kost al snel 20 dollar per persoon.
Veiligheid
Wij hebben ons bijna altijd erg veilig gevoeld in Ecuador, ook 's
avonds op straat. De enige uitzondering daarop vormt Guayaquil,
daar voelden we ons 's avonds op straat helemaal niet prettig. Verder
hebben we wel veel mensen gesproken die papieren en geld zijn kwijt
geraakt. Voor een deel vaak aan zichzelf te wijten, maar toch. Op
dorms (o.a. in 'El Centro del Mundo') zijn mensen papieren kwijt
geraakt (uit bagage die niet op slot zat). Maar ook op busstations
worden bijvoorbeeld buidels die gewoon buiten je kleren hangen nog
wel eens afgerukt.
Tips en wetenswaardigheden
Wat wij niet hebben gedaan
Een van de belangrijkste dingen die wij door omstandigheden niet
hebben kunnen doen, is een tocht naar de amazonejungle. Goede verhalen
hebben wij gehoord van de organisatie Native tours (goedkoopst om
direct te boeken bij hun kantoor zelf en niet via een andere reisbureau.).
Maar er zijn wel meer organisaties die ecologisch verantwoorde tours
naar de jungle aanbieden. Als wij zouden zijn gegaan, hadden we
het geregeld in Quito, met vertrek van uit Lago Agria. Minimaal
5 dagen, want dan heb je de meeste kans dat je de zoetwaterdolfijnen
kunt zien. De prijzen voor jungletours varieren tussen de 35 en
55 dollar per dag per persoon (luxegraad wisselt ook). Een andere
plek om een stukje jungle te proeven is vanuit Misahualli, maar
daar is de jungle niet echt dicht en oorspronkelijk meer, maar gemakkelijker
te bereiken. Officieel is het hele amazonebekken malariagebied en
zou je paludrine en nivequine moeten slikken.
Daarnaast hebben wij de kust overgeslagen, hoewel daar wel enkele
aantrekkelijke strandlokaties zijn. In Montañita zitten veel backpackers,
onder andere in de 'El Centro del Mundo' vestiging die hier zit.
Vroeger waren juist de plaatsten meer naar het noorden populair,
zoals Esmeraldas en Atacames. Meer in het midden zit Canoa. Tenslotte,
als het weer goed is, is Ecuador bij uitstek een land dat geschikt
is om een paar vulkanen te beklimmen. Er zijn tochten die je in
een dag kunt doen, maar ook meerdaagse hikes. Er zijn eenvoudige
trails die je zelf kunt doen, maar er zijn ook ruim uitgeruste reisbureaus
die trips organiseren op sneeuw- en ijsniveau. Op bijna elke vulkaan
zijn wel refuges te vinden waar je kunt overnachten.
Explorers Club
Zowel in Quito als in Lima zit een South America Explorers Club.
Je kunt hier lid van worden en als het goed is komen er in de toekomst
meer vestigingen in andere landen. De Explores Club in Quito schijnt
veel informatie te hebben op het gebied van vulkaantochten.
top
|