Zwart wit (16-10-00)
Johan en ik zitten net gezellig na te tafelen als een groepje van
vier zwarte Namibiers het restaurant binnenkomt. De eerst zo vriendelijke
witte eigenaar slaat om als een blad aan de boom. Op onvriendelijk
toon vraagt hij wat ze willen. Ze willen graag wat drinken. Vreselijk
kwaad begint de witte man tegen ze te tieren. "Jullie krij nie drank
als jullie nie eet! Jullie nie begrijp nie. Ek mag da nie volgens
die wet. Ek wil nie kak prate nie, maar jullie nie begrijp. Zijn
jullie stom?! Eten of anders gaan!" De zwarte man blijft op rustige
toon tegen de witte man praten. "Gaan dan!" brult de man achter
de bar. Ondertussen vraagt zijn vrouw of wij nog wat willen drinken.....
lees verder
|
Rode duinen en ruige rotsen (17-09-00)
In het licht van de opkomende zon hebben de duinen een warme, oranjerode
kleur. De lage lichtinval geeft prachtige schaduwen en een lijnenspel
dat de haarscherpe gegolfde lijnen van de duinen nog mooier doet
uitkomen. In alle vroegte heeft nog niemand het zand betreden en
het geheel heeft een onwerkelijke schoonheid. De wind heeft vrij
spel en heeft op de lage zandbergen een ribbelpatroon aangebracht
als de zee op het strand. Vanaf de hoge toppen zie je het rode zand
over de scherpe duintop waaien, afstekend tegen de felblauwe lucht.
lees verder
|
Met kloppend hart door de Caprivi (16-09-00)
Ondanks het negatieve reisadvies besluiten we de weg door de Caprivistrook
te nemen. Hetzij het minst gevaarlijke westelijke deel, waar in
elk geval grotendeels een rivier tussen buurland Angola en Namibië
ligt. We rijden door een nationaal park, maar in plaats van dieren
spot ik nu naar Angolese guerrillastrijders. Elke verdachte beweging
in de berm meld ik onmiddellijk aan Johan. We rijden door zonder
te stoppen om zover mogelijk landinwaarts te komen. Als we maar
voorbij Rundu komen, dan is het ergste gevaar geweken.
lees verder
|
|