home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend prikbord

home

Namibie 2/3

vorige / volgende

   
 

Rode duinen en ruige rotsen

In het licht van de opkomende zon hebben de duinen een warme, oranjerode kleur. De lage lichtinval geeft prachtige schaduwen en een lijnenspel dat de haarscherpe gegolfde lijnen van de duinen nog mooier doet uitkomen. In alle vroegte heeft nog niemand het zand betreden en het geheel heeft een onwerkelijke schoonheid. De wind heeft vrij spel en heeft op de lage zandbergen een ribbelpatroon aangebracht als de zee op het strand. Vanaf de hoge toppen zie je het rode zand over de scherpe duintop waaien, afstekend tegen de felblauwe lucht.

De rode duinen van Namibië, zo vaak heb ik het daar over gehad en nu kan ik ze in levende lijve aanschouwen. Het stelt niet teleur. Al had het even wat voeten in aarde om er te komen.

Zand en diamant
In het zuiden van Namibië ligt een duingebied van honderden kilometers in oppervlakte. Een onmetelijk gebied gevuld met zand en diamant. Vanwege dat laatste is een groot deel van de duinen tot sperrgebiet verklaard. Nare bijklank heeft dat woord. Alsof dat niet genoeg is staan er overal borden dat je het gebied niet mag betreden op straffe van allerlei vreselijke sancties. We hebben de gok maar niet gewaagd. Slechts op één punt loopt er een weg het sperrgebiet in, om daar geoorloofd naar de woestijnpaarden te kunnen kijken. Het zijn wilde paarden, maar waarschijnlijk van huisdier origine. Als je niet zou weten dat ze wild zijn, zou je er niets aan zien. Vind ik. Er gaan meerdere theorieën over de paarden. Ooit bouwde een Duitse graaf een kasteel nabij de duinen en liet een stal paarden overschepen. De Duitse graaf is omgekomen in de oorlog en de paarden zijn verwilderd. Een andere variant verhaalt dat het afstammelingen zijn van paarden waarmee de Duitse Schütztruppe zich in het begin van deze eeuw in het toenmalige südwest Afrika vervoerden. Het is in elk geval heel bijzonder dat deze dieren al bijna een eeuw overleven in een woestijn, waarvoor ze in principe niet gemaakt zijn. Aan het einde van de weg ligt de drinkplaats Goanites, waar soms wel 100 paarden komen drinken. Inmiddels hebben de dieren zich dermate goed aangepast aan de omgeving, dat ze nog maar eenmaal per vijf dagen hoeven te drinken. Toen wij er waren had er helaas niet één dorst.

Zonsopgang
Wel open voor toeristen is het gebied met de rode duinen, dat ten noorden van het diamantgebied ligt. Sesriem is dan ook dé toeristentrekpleister van Namibië, omdat hier het duingebied redelijk toegankelijk is. De duinen zijn het mooist met laagstaande zon, omdat dan de schaduwlijnen extra mooi uitkomen. Net zoals de meeste andere toeristen willen we dan ook de zonsopgang zien de volgende morgen. De wekker is gezet op vijf uur en alle spullen die we mee moeten nemen, liggen al klaar. Als je in het park kampeert heb je het voordeel dat je al een uur voor zonsopgang het duingebied in mag. 's Ochtends om half zes gaat de poort open en als je hard genoeg rijdt (harder dan de voorgeschreven 60 km per uur) kun je net de zonsopgang meemaken op duin 45 (45 km vanaf Sesriem).

Picture this:
In alle vroegte wordt Johan wakker, de wekker is nog niet gegaan, en mompelt dat hij auto's hoort rijden. Ik zie op de wekker dat het pas kwart voor vijf is en zeg dat we nog een kwartiertje hebben voordat we op hoeven. 'Maar ik hoor echt auto's' zegt Johan ongerust. Hij kan het niet nalaten om zijn kop buiten de tent te steken en ziet dat ze ook nog door de poort mogen ook. Misschien een speciale regeling? Maar het worden er steeds meer. Onder het motte 'wat zij mogen, mogen wij dan vast ook wel' kleden we ons in een razend tempo aan en rijden naar de poort. Kwart over vijf, we liggen dus voor op schema. De eerste kilometers zitten erop, als ik me met afschuw realiseer dat we de dagtas in de tent hebben laten liggen. Met het fototoestel.... Dit is echt heel erg, maar er zit niets anders op dan terug te rijden.

Timing
We werken ons bij de poort door de rij met tegenliggers. Ik hoor ze denken 'die gaan de verkeerde kant op'. Ik haal het fototoestel uit de tent terwijl Johan de auto draait. De mevrouw bij de poort knikt, de papieren zijn immers al ingevuld, dus we kunnen gelukkig zo doorrijden. Maar wat is het al licht. Niet dat de zon al op is, maar het wordt wel heel snel lichter. Ik kijk voortdurend achterom, om in de gaten te houden of we de zonsopgang niet stiekem missen. Onze psion computer zit ook in de dagtas en Johan komt op het lumineuze idee om daarop te kijken hoe laat de zon hier opgaat. Blijkt deze informatie toch een keer zijn nut te hebben. Niet dat dat nog veel helpt, want als ik de computer openklap zie ik dat het bijna zes uur is. Bijna net zo laat als de zon opkomt. Onze wekker heeft dus een half uur achter gestaan.

Zandbank
Tegen de tijd dat we bij Duin 45 komen, staat het daar al helemaal vol. Er staan al mensen bovenop het duin en als een mierenspoor trippelt er een hele kolonne gekleurde stipjes langs de kam omhoog. We kijken elkaar aan, nee, toch maar niet. We rijden door tot in het hart van het duingebied. Daar waar de vleien liggen. Het gaat ons eigenlijk ook niet om de zonsopgang, maar het licht van de laagstaande zon. Als we bij de parkeerplaats komen waar de gewone auto's moeten parkeren, zijn we al helemaal omringt door duinen, die in een prachtige oranje gloed staan. Wij gaan het 'only 4x4' pad op, dat leidt naar Sossus Vlei en Dead Vlei. Die laatste is onze eerste bestemming. Het pad bestaat uit los duinzand en de auto zinkt helemaal weg. Op zand moet je een beetje vaart houden en we hebben natuurlijk wel een beetje haast. Moeizaam slingert de auto voort, tot we vast zitten. Johan zet 'm nog in de lage vier, maar het mag niet baten. De zon is nu toch wel echt op.

Maagdelijk
Ik ren eerst snel wat met mijn camera rond, want we zitten tenslotte midden in de duinen en nu is het licht nog mooi. Johan is bezig om de banden een stuk leger te laten lopen, want dan hebben ze meer grip op het rulle zand. Ik stop mijn fototoestel terug en begin de banden uit te graven. Langzaam wordt het lichter. Opnieuw de auto in en nu trekt hij er moeiteloos doorheen, al blijft het heel wat stuurmanskunsten vereisen. Als we bij Dead Vlei parkeren zijn we zowaar toch nog de eersten. Dat is wel gaaf, want dan is het zand nog zo mooi maagdelijk en onbetreden. De duinranden zijn nog scherp en de golfpatronen ononderbroken. We volgen de stokken in het zand, alsof het een skipiste is. In het rulle zand komen we ook te voet slechts moeizaam vooruit. Het lijkt een redelijk vlak stuk, maar ongemerkt moet je toch aardig wat heuvels oversjokken. Tot we op een duintop staan en geheel onverwachts Dead Vlei beneden ons zien liggen. Het intense wit van de verkalkte ondergrond vormt een scherp contrast met het rode duinzand. In de witte duinkom steken dode boomstronken met een surreeel effect de lucht in.

Schaduwspel
Wat is dit mooi. Het is eigenlijk met geen pen te beschrijven. We laten ons in het zand zakken, halverwege het duin. Nu is Dead Vlei nog in schaduw gehuld. Maar de zon klimt snel hoger en de tegenoverliggende duinen zijn al verlicht. We knabbelen ons ontbijt op en daarna rennen we naar beneden. Als de zon langzaam over de rand piept van de duin achter ons, wordt de kam van de duin als een strakke lijn geprojecteerd op de bodem van de vlei. De schaduw schuift langzaam op en geeft een intrigerend lijnenspel van de boomstronken. Dit is niet echt, het is zo mooi dat je niet weet waar je naar moet kijken. Deze duinkom heeft ooit onderwater gestaan en het water dat is verdampt heeft een permanente witte kalklaag op de bodem van de vlei achtergelaten. De bomen, nu niet meer voorzien van het noodzakelijke vocht, zijn langzaam afgestorven. Het hele droge klimaat heeft er echter voor gezorgd dat er niets rot en de stronken staan nog fier in de grond, met kale takken die alle kanten opwijzen.

Craquelé
Hoewel Dead Vlei inmiddels geheel door de zon wordt beschenen, zijn de duinen er omheen nog prachtig. De gegolfde lijnen van de oplopende rand kronkelen links en rechts. Duinen kunnen verschillende vormen hebben, een stervorm of de vorm van een halve maan (als de wind altijd van dezelfde kant komt). Hier komt de wind van verschillende kanten en dat betekent dat er weinig rechte vormen zijn. Als je de duinkam vanaf de grond begint te beklimmen slinger je als het ware via een bergpad omhoog, tot soms wel een hoogte van meer dan 300 meter. De volgende vlei is Sossus Vlei, een hierin komt bijna elk jaar nog water te staan. Na het natte seizoen verdampt dit ondiepe meertje echter in een snel tempo, waardoor de vlei voor het grootste deel is bedekt met een uitgedroogde en verharde laag slib. Dit gaat zo snel dat er een craquelé motief ontstaat, waarvan de symmetrie slechts hier en daar wordt onderbroken door sporen van oryx en struisvogels.

Leven
Je verwacht eigenlijk helemaal geen leven in zo'n intens droog gebied, maar telkens blijkt dat sommige soorten zich door de eeuwen aanpassen aan hun leefomgeving. Zo ook de oryx, een grote grijze antilopesoort, met een diepzwarte tekening een lange rechte hoorns. De oryx houdt van zand en tijdens een dagje in de duinen kan zijn lichaamstemperatuur de 50 graden overschrijden. Een fijn netwerk van adertjes door de neus zorgt er in elk geval voor dat zijn hersenen gekoeld worden. Daarnaast herbergen de duinen ook talloze kleine diertjes. Zwarte kevers op lange dunne poten die in een moordend tempo over de steile zijkanten van de duinen rennen. Het zand is zo fijnkorrelig dat de kevers een gestippeld spoor achterlaten. De wind zorgt er altijd voor dat het spoor snel weer verwaaid. Deze diertjes spreiden hun vleugels uit in de ochtend, waardoor de dauw die neerslaat uiteindelijk als een druppel langs de vleugelrand naar beneden hun mond in glijdt.

Groen in de duinen
Bij Sossus Vlei besluiten we een duin te beklimmen. Inmiddels zijn er wat meer mensen aangekomen en het maagdelijke effect is wel weg. Toch blijft het mooi, want vanaf de duintop hebben we een prachtig uitzicht over de Sossus Vlei. Nu zie ik dat er nog maar een fractie van het water is dat er heeft gestaan. Sossus Vlei heeft enkele groene planten en bomen, maar dat is wel het enige groen dat in de verste verte te bespeuren is. Over elke kam ligt een nieuwe duinpartij en soms ligt er in een luwte een andere kleur zand. Dit zorgt voor mooie kleureffecten in het voortdurend veranderende licht. Naarmate de zon feller wordt, verandert de kleur van de duinen van oranje naar steenrood en uiteindelijk naar een rozige tint.

De elementen
Het hele zuiden van Namibië is gortdroog. Als we de duinen uitrijden komen daar rotsformaties voor in de plaats. Er zijn veel campings, maar hoewel die altijd veelbelovend klinken, blijken ze dan in het echt niet geweldig te zijn. Het valt ook niet mee om met deze elementen een groen grasje te kweken. Zo gaan we op zoek naar camping Betesda, geïntrigeerd als ik ben door hun folder materiaal. Een oase in de setting van een ruig landschap. Ter plekke blijkt dat we zijn beland op een stoffige camping , gerund door bijbelfanaten, waar een helse wind waait. Hier zie ik me eigenlijk geen dagje relaxen. De buurman van de camping 50 km verderop heeft gezorgd voor beschutting tegen de wind; voor elke tent heeft hij een golfplaten hut gebouwd. Op zich heel handig, maar het ziet er niet zo aantrekkelijk uit. De golfplaten glimmen in de zon en het stof waait daar in kleine hoosjes tussendoor. Het lijkt wel een nette sloppenwijk.

Meer zand
Uiteindelijk rijden we door een landschap van passen, roodbruine rotsen en zandstenen plateaus verder naar het zuiden. Lagen basalt en doloriet zorgen voor vreemde randen en banden in de bergen, die je van verre kunt zien zitten. Een paar honderd kilometer zuidelijker buigen we weer af naar de kust. Daar ligt het spookstadje Kolmanskop. Ooit een schatrijk dorpje dat het bloeiende hart vormde van de diamantindustrie. De vroegere rijkdom wordt weerspiegelt in de karkassen van de eens monumentale koloniale villa's. Toen er elders vele grotere diamanten werden gevonden is Kolmanskop uiteindelijk verlaten. De villa's worden langzaam opgegeten door de oprukkende duinen. Niemand maakt de weg meer vrij van zand en de vensterbanken worden niet meer afgestofd. Binnen in de huizen komen steeds grotere hoopjes zand te liggen en soms kun je nog slechts kruipend onder de deurpost door. Uiteindelijk zal het zand winnen en zal Kolmanskop geheel begraven zijn.

De weg slingert verder door de duinen naar de zee. Lüderitz is het eindpunt. De schoonmaakploegen hebben hun handen vol om de weg vrij te houden van nieuw ontstane duinen. De borden langs de weg in deze woestijn waarschuwen: 'zand, 60 km'.

top

home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend