(16/01/00)
Een lange, hete kerst
Overal zwemmen felgekleurde vissen om ons heen. Het eerste
dat Johan zo ongeveer ziet is een reefshark. Ook de felpaarse bewegende
lipjes in het koraal op de bodem zijn prachtig om te zien. Het lijken
wel een soort kronkelende vagina's. Als we naar de volgende snorkelplaats
varen, passeren we een enorme manta (vleugelvis) en een kleine school
dolfijnen. Geweldig om zulke vissen in de open zee te zien zwemmen.
Het koraal is wat minder mooi, maar de vele vissen maken alles goed.
Helemaal rozig en verbrand zitten we 's avonds bij de Shanti-familie
in het restaurant. Het is kerstavond! Onder invloed van de tropische
omgeving glijden de dagen voorbij zonder dat je er erg in hebt.
Calcutta 04:00 AM
Via het hotel hebben we een taxi geregeld, die ons 's nachts naar
het vliegveld zal brengen. Als we om vier uur in de taxi willen
stappen, ligt daarin niet alleen de taxichauffeur te slapen, maar
ook nog wat andere mensen. Met hun slaperig hoofden nemen deze straatverkopers
alvast hun posities in voor de komende morgen. Met een halfleeg
vliegtuig vliegen we naar Port Blair. Hoewel we weten dat dit niet
bepaald het mooiste gedeelte van de Andamans is, valt het ons toch
een beetje tegen. In plaats van tropische jungle en witte standen
zitten we in een stoffig en vies Port Blair.
De Andamans moeten meer toeristen gaan trekken de komende jaren.
Maar vooralsnog is er veel te weinig accomodatie. Met behoorlijk
wat moeite vinden we uiteindelijk een houten hokje in de Central
Lodge. Wel heel goedkoop, maar ook heel vol. De hele tuin staat
bovendien vol met tentjes en aan elke boom hangt een hangmat. De
situatie op de andere eilanden belooft niet veel beter te zijn.
Dus ook wij schaffen een hangmat aan.
Neil Island
Hoewel we eigenlijk op weg zijn naar het eiland Havelock, passeren
we eerst Neil Island en dat ziet er zo mooi uit dat we in een opwelling
van boord gaan. Dit is geen foute keuze geweest. In totaal zullen
we twee en halve week op Neil zitten. De enige activiteiten die
we ondernemen zijn strandbezoek, snorkelen en soms huren we een
fiets. Maar de dichtsbijzijnde stranden hebben de voorkeur. Bij
toeval komen we in het hotel van de overheid terecht, 'Hawabill
Nest'. We hebben een ruime dorm, die we bijna altijd voor ons alleen
hebben. Het personeel wordt betaald door de overheid en echt hard
werken doet een Indiase ambtenaar niet. 's Middags zit de boel dicht
en ligt het voltalige personeel te slapen in de zitkamer of in een
niet bezette hotelkamer. Ondanks het gebrek aan accomodatie op Neil
staan de kamers vaak leeg. Het reserveringssysteem is wat onduidelijk.
Eigenlijk lopen alle boekingen via de VVV in Port Blair, maar als
het niet vol is, verhuren ze hier zelf ook kamers. Stel dat er reserveringen
uit Port Blair komen, dan moet je wel je kamer uit. Nee, ze kunnn
niet zelf naar Port Blair bellen om dit te checken. Ze moeten afwachten
of er op de boot mensen met een reserveringsticket zitten.
We moeten halverwege ons verblijf dan ook een keer verkassen en
wijken uit naar het enige andere guesthouse op Neil, dat van de
Shanti-familie. Ondanks dat we hun eten heerlijk vinden, bevalt
hun guesthouse wat minder goed. Geen fan, geen licht en het toilet
is beneden, ergens achter het huis in de tuin. Als je wilt douchen
moet je eerst de betonnen waterbak vullen met water uit de put.
Tja, we zijn wat verwend, de volgende dag gaan we snel weer terug
naar Hawabill Nest.
Kerstvis
Het is heerlijk toeven op Neil. Na de eerste succesvolle snorkeltocht,
besluiten we nog een keer te gaan. We vertrekken vroeg zodat we
niet te laat terug zijn, het is immers kerstavond vanavond. Verdekt
tussen de bomen van het mangrove-strand ligt het vissersbootje afgemeerd.
Helaas zijn de golven te hoog om naar het onbewoonde Sir Hugh eiland
te gaan. Daarom doen we net als de vorige keer meerdere snorkelplaatsen
aan. Vissen in overvloed. Fel geel/zwarte bijna ronde vissen (Batfish),
vissen met allerlei felle kleuren, gestreept of gevlekt, een vis
met een tijgerprint en hele scholen grote vissen: Bumphead Parrotfish.
Deze vissen hebben grote uitpuilende monden en als ze in het koraal
happen dan krullen ze hun lippen op. Ze zijn zo groot dat ik ze
een beetje eng vindt.
De stuurman en zijn hulpje snorkelen zelf ook ijverig mee; om voor
ons grote vissen op te sporen en voor zichzelf om zeeslakken op
te duiken. Hmm, die krijgen vanavond een heerlijk avondmaal. Moe
en een tikje verbrand, worden we 's middags weer op het mangrove
strand afgezet. Onderweg naar het dorp worden er door de familie
van de stuurman wat verse kokosnoten voor ons opengehakt. Als we
's avonds met het hele stel bij Shanti aan het eten zijn, een lekkere
malse Baracuda, dan voelt het helemaal niet als kerstavond. We blijven
allemaal wat langer plakken dan gewoonlijk, maar om half tien wordt
de Shanti-winkel toch echt gesloten.
Eend masala
In plaats van met stemmige kerstliedjes worden we in alle vroegte
wakker geschud door Hindi-liedjes uit de lokale tempel. Eerste kerstdag
is een rustdag en dat vatten we heel letterlijk op. We gaan niet
naar het strand vandaag. Totaan het ontbijt in bed. Daarna languit
op de ongebruikte bedden in de dorm en buiten op een stoel een boekje
lezen, in het dagboek schrijven en kletsen. Het is feest vandaag,
dus we tracteren onszelf op een zak chips. Zoals het geval is met
al het eten is helaas ook de chips voorzien van masalakruiden. Eten
en snoep zijn de kerst-ingredienten die we het meest missen van
de kerstdagen thuis. Daarom hebben we een echt kerstdiner geregeld
bij Shanti: een gegrilde eend, gebakken aardappelen en sla!
Vol verwachting gaan we reeds tegen vijven naar het restaurant.
We nemen natuurlijk onze kerstboom mee. Zo'n ouderwetse nepkerstboom
met glinsterende groene sliertjes takken. Geheel opvouwbaar. We
slepen dat ding al mee vanaf Calcutta. In Port Blair werden we zelfs
herkend door taxichauffeurs "jullie zijn gisteren aangekomen, want
ik zag jullie met een kerstboom". Toen was de kerstboom nog in opgevouwen
toestand. Nu lopen we er in vol ornaat mee over de bazaar. Een hele
schare joelende kinderen achter ons aan natuurlijk. Bij Shanti zetten
we hem midden op tafel. Helaas staat er vanavond een flinke wind.
De kerstboom waait regelmatig om, waarbij alle glitterklokjes op
de grond vallen. Het Shanti-meisje vertelt dat ze de eend al hebben
gevild en dat hij nu staat te sudderen. "Er zat nog een ei in de
eend, of we dat willen zien?" vraagt ze. Nee, dank je wel. De 'complete'
eend verschijnt in stukken op twee borden verdeeld. Alleen peper
en zout is een beetje magertjes, moeten ze hebben gedacht, want
de eend drijft in een laag masala(curry)poeder. Ook de gebakken
aardappeltjes zijn pittig gekruid. Maar het smaakt prima. De nek,
de vleugels, de zwemvliespoten, alles ligt op ons bordje, we hebben
echt een hele eend gekregen.
Shanti-clan
Op tweede kertdag kerstdag zijn wel weer toe aan een uitje. Met
kerstboom begeven we ons op weg naar het mangrove strand. Om niet
weer het halve dorp achter ons aan te krijgen, hebben we de kerstboom
opgevouwen in een sarong. De weg naar het strand blijkt vandaag
niet zonder gevaren; woeste honden en een dolle koe die los breekt
als wij passeren. Eenmaal op het strandje gaan we gezellig onder
onze kerstboom liggen. Aangezien we hier toch blijven tot en met
het nieuwe millennium, gaan we niet meer met onze boom slepen. We
beloven de Shanti-familie dat zij onze kerstboom krijgen, zodat
ze daar volgend jaar mee kunnen pronken. Uit alles blijkt onze inmiddels
intieme band met de Shanti-familie. Op een eiland als Neil heb je
niet veel keuze aan restaurants, het is Shanti of de concurrent.
De meeste reizigers kiezen slechts eenmaal en gaan daarna telkens
terug naar hetzelfde restaurant. Enerzijds uit gewoonte, anderzijds
omdat je jezelf een hoop gedoe op de hals haalt als je ineens bij
de ander gaat eten.
Het feit dat wij na één nacht in hun guesthouse weer naar het overheidshotel
zijn vertrokken, hebben ze ons niet in dank afgenomen. Maar we zijn
wel trouwe eters gebleven. Vaak gaan we ook op rustige momenten
eten en daardoor begrijpen we steeds beter hoe de omvangrijke Shanti-clan
in elkaar steekt. Alles draait om de vier maanden oude Sumita. Letterlijk
iedereen zeult met haar rond, van jong tot oud, ooms, opa, neven,
oud ooms etc. Met dikke blote babybillen wordt Sumita tussen de
borden van de gasten op tafel gezet. Ze kan al zelf zitten, maar
echt ruimte om rond te kruipen is er niet. vandaar dat ze 24 uur
per dag wordt rondgedragen. Alles verdwijnt in haar tandelozemondje,
ook dingen die net tusen de schurftige straathonden op straat zijn
gevallen. Rondom Sumita ontplooit zich een heel netwerk van broers
en zussen, aangetrouwde familie en daar weer familie van. We bespreken
de nieuwe businessopportunities van Neil Island, we leren ze mastermind,
ze weten precies wat we eten, drinken en snoepen ("again toothpaste?
yesterday you buy also toothpaste") en tenslotte willen ze Johan
graag koppelen aan de ongetrouwde, ietwat mollige Shanti-dochter.
Kortom tijd om naar het volgende eiland te gaan, Havelock.
|