Hoe gaat het met ons na 45 weken?
We beginnen nu aan alles te merken dat we langer weg zijn.
Kleding begint te slijten, spullen raken op, de hoeveelheid elektronische
post van het thuisfront neemt af en zoals onze zaakwaarnemer opmerkte:
"ik zie dat het tempo waarmee het sado daalt, toeneemt". Ofwel,
de buidel begint leeg te raken. Toch zijn we eigenlijk nog niet
van plan om precies na een jaar weer terug te zijn, daarvoor maken
we nog te veel leuke dingen mee.
Wel filosoferen we steeds vaker over hoelang we dan eigenlijk nog
weg willen blijven, of we nog andere continenten willen aandoen,
of we ons extra potje geld zullen aanspreken en wat we gaan doen
bij thuiskomst.
Slijtage
Er beginnen letterlijk gaten te vallen in onze kleding. Nog nooit
van mijn leven de moeite genomen om versleten kleding te stoppen
en bij elkaar te halen. Maar het is zinloos om nieuwe spullen te
kopen. Het T-shirt dat Johan in China heeft gekocht, daar zitten
nu ook al gaten in. Het lijkt ook wel of we tijdens het reizen in
Afrika nog veel viezer worden dan in Azië. Na een paar uur in de
auto plakt er een laag van rood stof op ons lijf en kleding. Klussen
aan de auto en kamperen maken het ook niet eenvoudiger. Scheurtje
hier, brandgaatje daar en oeps een winkelhaak. Daar helpt naald
en draad nog wel, maar slijtage gaten laat ik maar voor wat ze zijn.
De luiers zijn prima handdoeken, maar na een paar maanden zijn het
dunne, gevlekte lapjes geworden. Gelukkig hadden mijn ouders een
paar nieuwe bij zich en die durven we weer met goed fatsoen aan
de waslijn te hangen. In Johans bergschoenen is reeds schimmel ontstaan.
Maar ook andere spullen zijn aan verval onderhevig. Van één dagrugzak
heeft de rits het begeven, een paar hangslotjes zijn al uit elkaar
gevallen, de walkman loopt niet meer op volle toeren en de vliegtuigzakken
hangen van tape aan elkaar. Kortom, we beginnen er zo langzamerhand
als sloebers uit te zien. Niet dat we hierin verschillen van de
rest, maar anders dan wij als reizende yup gewend zijn.
Rijkere en rijpere reizigers
Over yuppen gesproken. Het verschil tussen reizigers hier in Afrika
en Azië is vrij groot. De gemiddelde reiziger is hier tussen de
30 en de 50. Terwijl Azië een gemiddelde leeftijd tussen de 18 en
25 laat zien. Wat dat betreft zou je zeggen dat wij hier meer aansluiting
hebben. Qua leeftijd ja, maar het reizigersleven is hier veel solistischer
van opzet. Enerzijds de overlandtrucks, die een kliekje met elkaar
vormen en niet echt voor integratie openstaan. Anderzijds de meeste
andere reizigers, met eigen vervoer net als wij, die erg gericht
zijn op zichzelf of elkaar. Kortom, veel meer dan in Azië zijn we
echt met zijn tweeën. Net nu we juist meer behoefte krijgen aan
vrienden!
Ook heeft de gemiddelde reiziger in Afrika een groter dagbudget.
Dat moet ook wel, als je ziet dat wij gemiddeld twee keer ons budget
uitgeven per dag. De meeste auto's van reizigers zijn uitgerust
met alle mogelijke accessoires en hebbedingetjes (zoals satelliet
navigatie en GPS). Kampeerders hebben gasstellen, stoelen en bbq's
bij zich en we hebben nog nergens zoveel reizigers gezien die een
eigen laptop computer bij zich hebben. Voelden wij ons in Azië een
beetje yupppige reizigers, hier zijn we zeker niet meer dan gemiddeld.
Doordat je in de winkels alle mogelijke spullen kan kopen die je
maar kunt bedenken, is het moeilijk de verleiding te weerstaan om
onze landcruiser ook op te leuken. Waren de gratis visstoeltjes
in het begin geweldig, nu lonken die geweldig opklapbare safari-stoeltje.
Shopperdeshop; niet doen dus Mirjam.
Reisgevoelens
Het is moeilijk om te zeggen hoe het met mijn dipje gaat. In elk
geval is het niet meer zo dramatisch als het een maand geleden was.
Volgens mij scheelt het al enorm dat ik geen Lariam meer slik. Ook
de weken met mijn ouders waren geweldig. Ten eerste was het gaaf
om ze weer te zien, maar ook hebben we onder hun leiding een prachtige
rondrit door Kenia gemaakt. Ik heb het al eens eerder geschreven,
maar andermans reisplanning is per definitie vermoeiend doch interessant.
Er stonden dingen op het programma die wij met z'n tweeën nooit
hadden ondernomen; watervallen, musea en meren. Ik denk dat we hierdoor
een veel gevarieerder beeld van Kenia hebben gekregen, waardoor
ik dit land veel meer ben gaan waarderen. Ook heeft het enthousiasme
van mijn ouders zeker weer nieuwe impulsen gegeven. Zij maken nog
foto's van dingen die wij inmiddels niet eens meer zien. Als klap
op de vuurpijl hebben we hun vakantie afgesloten met een weekje
mega-resort aan de kust bij Mombasa. Alles inclusief, eten, drinken,
entertainment etc. Mijn verjaardag hebben we daar geheel in stijl
gevierd; met giraffevlees van de bbq en een grote chocoladetaart
die met luid Afrikaans getrommel werd afgeleverd.
Conclusie; erg gezellig en zeker voor herhaling vatbaar. Het was
bovendien lekker om de kosten te delen en iets luxer te reizen,
ook dat doet een mens goed. Deze up wordt weer een beetje een down
als mijn ouders weggaan. Een paar dagen loop ik treurig rond; ik
mis mijn ouders, het regenseizoen is begonnen (en dat is niet leuk
als je in een tentje zit) en mijn verjaardag lijkt aan het thuisfont
bijna onopgemerkt voorbij te zijn gegaan. De elektronische felicitaties
zijn op twee handen te tellen (en het merendeel van vrienden van
Johan), maar je kunt niet alles hebben. Gezien het weer zijn we
snel afgezakt naar het zuiden, hebben weer wat cultuur gesnoven
en een heerlijke standvakantie gehouden op Zanzibar. Net als Johan
zie ik wel weer enorm uit naar de verdere reis (hoewel die onlangs
een keer een cv-tje heeft verstuurd!).
De auto
Onze auto doet het geweldig, hetgeen niet betekent dat er nooit
problemen zijn. We hebben zo'n zes lekke banden gehad tot nu toe.
Die hebben we allemaal zelf geplakt en zijn daar inmiddels experts
in (het is als het plakken van je fietsband, maar dan 'iets' zwaarder).
De radiator heeft ons de nodige kopzorgen bezorgd. Johan heeft een
lek gerepareerd in het zuiden van Oeganda. In Kampala vonden de
garagemannetjes er nog negen en is de hele motor uit elkaar geweest:
radiator gemaakt, verbrande koppen bijgeschaafd en een nieuwe koppakking
geplaatst. Kosten 110 dollar. Terug in Nairobi zaten er weer dertig
gaten in de radiator; hele nieuwe radiator laten maken en nog twee
volle dagen kluswerk verricht. Kosten 300 dollar. Johan is inmiddels
een volleerd automonteur, kan de hele motor uit elkaar halen, heeft
altijd zwarte nagels, helpt andere autobezitters en trekt nog steeds
dagelijks de motorkap open. Maar de auto heeft ons altijd nog gebracht
waar we wezen moesten. Hij is sterk, zeker in de 4WD en levert nog
steeds bewonderende blikken op. Naarmate de wegen beter worden,
is het ook fijner in en voor de auto. Dat zit wat comfortabeler
en dan trilt er wat minder los (scheelt weer laswerk op de volgende
bestemming). Er zijn inmiddels de nodige safari-versierselen aangebracht.
Een hardnekkige olifant op het dashbord. Een erfenis van de vorige
eigenaar die er blijft afvallen en inmiddels een tweede olifant,
die met zijn achterwerk in het knipperlicht is geboord. Met zijn
slurf kunnen we de knipperlichten bedienen. Ik probeer verdere smück
te voorkomen.
Financiën
Tja, dit blijft een somber plaatje. Hoewel we afgelopen week voor
het eerst -slechts een paar dollar, maar toch- onder het weekbudget
zijn geëindigd. De eerste keer sinds we in Afrika zijn. We hebben
in Tanzania slechts één park bezocht met twee medereizigers. Jonathan
en Ewan hebben een paar dagen benzine en parkkosten gedeeld. Dat
scheelde enorm. Verder zo goedkoop mogelijk kamperend en zelf koken.
Hoewel dit laatste niet altijd het goedkoopst is (wel vergeleken
met restaurants, maar niet in vergelijking met lokale eetstalletjes.)
Het probleem is wederom de verleiding.
De shoppingcenters liggen vol met heerlijke (westerse) spullies
en na een paar dagen rijst met groenteprut kijk ik dan ook verlangend
naar een stukje blauwe kaas. Johan slaat meteen aan het rekenen,
"Mir dit stukje kost twintig gulden." In gedachten hoor ik Johan
vanochtend nog zeggen dat als het ooit slechter gaat met de economie,
wij in elk geval weten dat we een stapje terug kunnen doen. Ik leg
het stukje kaas maar weer weg. In totaal hebben we na 45 weken 19.623
dollar uitgegeven. Alle potjes zijn hierbij stabiel gebleven, behalve
het potje dagelijks budget, waar een tekort is ontstaan van 1948
dollar (11.848 uitgegeven in plaats van 9.900).
Gelukkig is Malawi de volgende bestemming, het enige goedkope land
in Zuid-oost Afrika. Daar moeten we dan maar een tijdje blijven.
|