De nacht van de brulkikker
Ronkend scheren we rakelings over de Okavango Delta. Het landschap ziet intens groen in diverse schakeringen, maar als je recht naar beneden kijkt, zie je dat het water is. Overal glinstert het water. Opeens kantelt het kleine vliegtuigje en maakt een schuine duikvlucht naar beneden. We zien olifanten spetteren in het water en giraffes die knagen aan de bomen. Een minuut later zijn we negentig graden gedraaid en zien we nog net een mokoro onder ons doorglijden.
Deze vlucht is vast een mooi voorproefje van wat we straks gaan zien ín de delta. Een paar dagen lang zullen we per mokoro de Okavango Delta gaan verkennen.
Misselijkmakend
Voor de piloten van Mock Air is het business as usual. Even wat
papiertjes invullen en met die kist de lucht in. Ons snel geïmproviseerde
gezelschapje is echter in grote staat van opwinding. We zijn elkaar
een uur geleden tegen het lijf gelopen en vijf is genoeg om een
vliegtuigje te vullen. Het is nog voor zonsondergang, dus we kunnen
precies een uur rondvliegen boven de delta. Piloot Mike snoert ons
vast in het kleine zespersoons vliegtuigje en rijdt direct naar
de startbaan. Zelf heeft hij niet de moeite genomen om zijn gordel
om te doen, maar hangt druk wijzend over het dashboard heen. Zijn
stuurbewegingen volgen zijn wijsvinger zonder aarzelen. Johan zit
naast hem en maakt foto's. We hangen helemaal zijwaarts in de lucht
en onder ons (of is het naast ons?) grazen de impala's rustig door.
Als er teveel wild is, zoeft Mike van links naar rechts. Antilopen
schieten weg over het water. Het is prachtig om te zien hoe de delta
eruit ziet. Gezien de overvloedige regen staat een heel groot deel
van de delta onder water. Het is meer een moerasgebied, dan en delta
die ik voor ogen had. De vele vaarwegen zijn duidelijk zichtbaar
vanuit de lucht en af en toe valt er een klein eilandje droog. Het
warme licht van de ondergaande zon wordt weerkaatst op het water.
Helaas zie ik op het laatst niet veel meer dan het kotszakje op
de rugleuning voor me, afgewisseld met verwoede pogingen om ergens
op de horizon te focussen. Al is dat moeilijk met Mike's zwierig
enthousiasme.
Tuinslang
De Okavango Delta is een uniek natuurgebied. Ooit vond de Okavango rivier, die vanuit Angola en Namibië Botswana binnenstroomt, via andere rivieren zijn weg naar de zee. Reeds lang geleden kwam daar door aardverschuivingen en verzilting een einde aan. Nu loopt de rivier als het ware dood in de Kalahari woestijn. Het is eigenlijk net een tuinslang die je in de zandbak legt; met telkens wisselende patronen zoekt het water haar weg, totdat tenslotte alles is opgenomen door het zand. Rond om de tuinslag is een prachtig groen deltagebied ontstaan, maar door het woestijnachtige klimaat verdampt al 95% van het instromende water, ongeveer 2% wordt opgenomen door de ondergrond en de resterende 3% stroomt via de Thamalakane rivier het gebied weer uit.
Nachtorkest
Aan die Thamalakane rivier in Maun hebben wij onze tent opgeslagen bij Sedia. De camping is wat stoffig, maar de voorzieningen van het bijbehorende hotel zorgen voor een aangenaam verblijf. Als we 's nachts in ons tentje liggen, heffen de brulkikkers een ware symfonie aan. Het lijkt wel of er duizenden van deze beestjes aan het kwaken zijn. Af en toe verstommen ze met z'n allen, waarna het geluid weer in alle hevigheid aanzwelt. Het is overigens prettig om bij te slapen. Vanuit Maun zijn tochtjes naar de delta niet te betalen, zeker niet naar het deel wat tot nationaal park is bestempeld. Voor 500 dolar per persoon per dag worden rijke toeristen ingevlogen naar lodges waar ze dan dagtripjes met een mokoro maken. Wij proberen goedkopere mogelijkheden te vinden, maar krijgen weinig medewerking van het lokale toeristenkartel.
Krokodillen
We rijden via de zuidkant helemaal om de delta heen. Via de stoffige
wegen die door het droge deel van de Kalahari lopen, komen we uiteindelijk
uit in Sepupa. In het Swampcamp zitten we direct aan de Okavango
rivier en hebben uitzicht op een metershoog papyrusmoeras. We kunnen
nu de delta ruiken. De volgende ochtend gaat er een zogenaamde communityboot
naar Saronga, aan de overzijde van de rivier. We moeten haastig
alles bij elkaar pakken, want de boot vertrekt over een half uur.
De auto laten we achter en met rugzak en tent gaan we naar de steiger.
In het zand tussen de geiten en de koeienflatsen zetten we ons tussen
de andere wachtenden. Op dit moment is er een auto onderweg naar
Etsha, 6 dorpen verderop, om benzine te halen voor de boot. De auto
rijdt pas terug als er behalve het vat met benzine ook genoeg betalende
mensen in de laadbak zijn verzameld. Als dit gezelschap twee uur
later is gearriveerd, dan zijn we na een half uur wel op weg.
Het is een klein open motorbootje dat minimaal twintig volwassenen,
diverse kinderen en een hele lading bagage moet gaan vervoeren.
Vergelijkbaar met het gemiddelde Afrikaanse minibusje dus. Helemaal
dubbelgevouwen scheuren we door de swamp, riet en papyrus maken
van de rivier een lastig navigeerbaar doolhof. Onderweg zien we
de eerste krokodillen al drijven. Ergens halverwege leggen we aan
en daar zitten minimaal vijf enorme watermonitors (grote leguanen)
op de kant. Terwijl ik stijf van de schrik in de boot zit, stapt
een oude man lachend op de kant om een plasje te plegen op de plek
waar net zo'n enorm reptiel in de bosjes is verdwenen!
Verschuivende perspectieven
In Saronga worden we meegenomen door wat passagiers naar de polerstrust. Van oudsher wordt de delta bevaren met boomstamkano's, de mokoro. De mokoro wordt gepunterd door de poler. In Saronga hebben de lokalen een polerstrust opgericht en zij hebben voor een bepaald deel van de delta een concessie gekregen. Ze zijn erg verbaasd dat wij zomaar komen aanzetten, want dat gebeurt bijna nooit. Zij varen meestal voor tours geboekt vanuit Maun. Ze zijn wel blij met ons, want nu krijgen zij al het geld, dat normaal voor een groot deel bij de touristenmafia blijft hangen. Het voordeel voor ons: wij kunnen de delta in voor slechts een fractie van de prijs. Onze poler, Canyota, haalt ons de volgende ochtend op bij de campsite. We hebben een minimale hoeveelheid bagage bij ons, dus passen we er gemakkelijk met z'n tweeën in. Tegenwoordig varen ze meestal met polyester kano's, om de grote hardhouten bomen te sparen. Vanaf het moment dat we het water inglijden, gaat er een nieuwe wereld voor me open. Dat wat ik al in vogelvlucht heb gezien, zie ik nu vanuit kikvors perspectief.
Grens van land en water
We gaan direct helemaal op in de wetlands. Canyota benoemd alle
vogels die voorbij scheren, opfladderen vanuit het riet en door
het water waden. Naast de wat kleinere, doch pittige, Kingfishers,
Herons, Eagrets, Jacana's en Cormorants, zijn er ook grotere vogels.
We zien de Afrikaanse adelaar, Saddlebilled stork en de machtige
Whitefaced vulture. Op de kant zien we enorme kuddes met olifanten,
die hun dagelijks modderbad nemen. Regelmatig springt er een Red
Lechwe naast ons weg, een typische antilopesoort die in de delta
leeft. Heel behendig springen ze van rietpol naar rietpol. Het lijkt
wel of er overal water is, soms varen we echt in een vaargeul, maar
dan weer lijkt het of je over een ondergelopen weiland glijdt.
De verschillende grassoorten maken net andere geluiden. Het riet
tikkelt tegen de boot, terwijl een plas met waterlelies een slurpend
geluid maakt. Op de diepe heldere stukken buigt Canyota zich voorover
om een beetje water op te slurpen. Wij hangen dan ons slangetje
van de waterfilter overboord en halen het op het oog heldere water
toch maar even door de filter. Via de stengels langs de smalle geulen
in het riet slingeren beestjes, spinnewebben en strootjes de boot
in. Totdat Johan opeens een keer rigoureus wegduikt. Rondom een
overhangende stengel heeft een slang zich in het zonnetje gekruld.
Zijn tongetje flitst in- en uit om insecten te vangen. De geul is
te smal om uit te wijken en we passeren het beestje rakelings op
nekhoogte. Gelukkig is het een onschuldige grasslang.
Smetvrees in de bush
Ergens op een eiland maken we ons kamp op. Canyota blijkt een hyperactief mannetje. In sneltreinvaart heeft hij een stuk grond voor ons vrijgemaakt van stenen en stronken, vuur gemaakt, een toilet gegraven, water gehaald en begint dan aan zijn eigen slaapconstructie. Hij gaat wel zeer grondig te werk, alsof hij de boel aan het ontginnen is. Plantjes worden uitgestoken en het geheel wordt met de schop kaarsrecht afgevlakt. Behalve een hyperactieve aard en een hang naar perfectie heeft hij ook beslist smetvrees. Wat een ramp als je een bushjob hebt. Inplaats van ontsmettingsmiddel gebruikt Canyota water uit de plomp, maar gewassen wordt er. Permanent staat er een emmer met water te borrelen op het vuur. Voortdurend wast hij zijn handen en spoelt zijn kopje af. Meerdere malen per dag staat hij uren achter een boom om zichzelf te wassen en met een spons houdt hij tijdens het punteren zijn stukje van de boot vrij van spatjes en grasjes. Hij is 29 en niet getrouwd, waarschijnlijk houdt niemand het met hem uit. Want na een paar dagen begint het al op onze zenuwen te werken.
De brul van de leeuw
Tussen de mokorotochten door, doen we ook een aantal bushwalks op de verschillende eilanden in de delta. We merken dat zelfs de eilanden voor een groot deel bestaan uit vennen en meertjes. Er zitten veel dieren, gezien de enorme hopen stront en sporen die Canyota allemaal herkent en wil volgen. Zijn drang om ons wild te laten zien is groot. Maar na wat antilopen, bavianen en warthogs zijn we dorstig en verbrand en hebben we wel genoeg van de moordende hitte in deze waterrijke savanne. Op de weg terug varen we nog langs de nijlpaarden. We kunnen niet te dicht bij want deze onberekenbare dieren duwen nog wel eens een mokoro om. Als we s' nachts in ons tentje liggen horen we het gebrul van een leeuw, het jankende geblaf van de hyena's en het briesen en knorren van de nijlpaarden.
We sluiten af met een frisse bushdouche (een emmer met een kraantje eronder) waarvan het water nog naar het houtvuur ruikt waarop het gestookt is. Klaar om de Okavango te verlaten. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Een hele dag wachten bij de steiger, maar geen boot. De mensen klagen. Ze wijzen naar de lucht: gisteren stond de zon al zo hoog en nog steeds geen boot. Vandaag weer geen boot. Misschien morgen. Johan regelt heel handig een lift achterop de pick-up van mister Mandy. Urenlang hobbelen we over de zandwegen om de delta heen. We zitten in de laadbak tussen de kinderen, de kolen, een kip en onze bagage in de inmiddels ijskoude Botswaanse avond. Maar we komen geheel in Afrikaanse stijl in Sepupa terug!
|