(3/9/99) Illegalen in Tibet In de ijzige kou van de vroege
ochtend, zitten we weggedoken in onze jassen en kapuchons in het
minibusje. Als dieven in de nacht gaan we richting het checkpoint.We
krijgen onze laatse instructies: niet praten, muts over je hoofd
en in geen geval Lhasa of Tibet noemen. Ik heb het gevoel dat iedereen
het bonken van mijn hart kan horen. Waar zijn we weer mee bezig.
Als we voorbij het checkpoint zijn, slaken we de eerste zucht van
verlichting. Maar het zal niet de laatste stress zijn van onze actie
illegaal Tibet in te komen.
Foute deal Dit is niet eens de eerste illegale actie die
we ondernemen om naar Tibet te komen. Toen we gisteren per trein
aankwamen in het treurige woestijnstadje Golmud, werden we bij het
station al opgewacht door mannetjes die "Lhasa, Lhasa" fluisterden.
Even onderhandelen en we zitten voor 825 Yuan in een sleeperbus
naar Lhasa. Dit gaat wel heel soepel, want de bus vertrekt meteen.
Helaas stoppen we tien minuten later aan de andere kant van Golmud,
alwaar we de bus weer uit moeten. We begrijpen er niets van, maar
het schijn iets te maken te hebben met een politiecontrole. Twee
uur wachten we in een vaag kantoortje, waar alleen met plastic bekleedde
banken staan en een leeg bureau met een telefoon. Vlak voordat we
de bus terug verwachten, moet het mannetje al ons geld hebben. Wij
maken duidelijk dat we eerst in de bus willen zitten en het eerste
checkpoint voorbij willen zijn. Bovendien willen we de tweede helft
van het geld pas betalen als we in Lhasa zijn. Daar is het mannetje
het niet mee eens en wil het hele bedrag nu hebben. We vertrouwen
het niet en breken de deal af.
Als we terug lopen naar de weg worden
er net twee Japanners meegenomen naar het kantoortje. We waarschuwen
ze nog dat wij het niet vertrouwen en er vanaf zien. Met een taxi
gaan we naar het Golmud Hotel. Het enige hotel waar buitenlanders
(aliens) mogen verblijven en waar ook het CITS is gevestigd. Het
CITS is de VVV van China en regelt in Golmud de officiele toegang
tot Tibet. Hoewel we behoorlijk afgeknapt zijn op illegale transacties,
schrikken we wel van de regels van het CITS. De kosten zijn 1680
yuan en er moeten minimaal vijf mensen tegelijkertijd vertrekken
als een groep. Dezelfde dag gaan, kunnen we wel vergeten. Dan raken
we in gesprek met drie Japanners, waarvan er een Chinees spreekt.
Ook zij zijn bezig met een illegale deal te regelen. Wij besluiten
mee te dealen. Morgen om vijf uur 'sochtends gaat het gebeuren.
Prijs: 700 Yuan per persoon.
Stress We hebben allemaal zo onze twijfels als we die ochtend
tegen vijven het hotel verlaten. Alsof iedereen door heeft dat we
met iets slechts bezig zijn. Het minibusje staat om de hoek. Zachtjes
rijden we door een doodstil Golmud. Opeens worden de lichten gedoofd,
een van de mannetjes stapt uit en er wordt wat geregeld. Het lijkt
wel een film. Daarna gaan we richting het eerste checkpoint. Johan
moet tussen de twee Japanners gaan zitten en zich klein maken. We
moeten allebei iets over ons hoofd trekken. Er mag niet gepraat
worden, maar als ze bij het checkpoint iets aan ons vragen dan moeten
we zeggen dat we een tour geboekt hebben naar Kunluh Mountain. In
geen geval Lhasa of Tibet noemen. Als ze vragen waarom we zoveel
bagage bij ons hebben, dan is dat omdat we vanavond de bus naar
Turpan moeten halen. We doen heel relaxed alsof we slapen, maar
ondertussen heb ik het ondanks mijn thermische ondergoed ijskoud.
Het valt niet mee om een normaal gezicht op te zetten onder deze
omstandigheden. Opeens zijn we het eerste checkpoint voorbij. Geen
enkel probleem.
Chinese afspraken
Een beetje opluchting is er al wel. Hoewel we een uur later weer
met ons neus op de feiten worden gedrukt. We worden afgezet in een
gehucht midden in de woestijnachtige hoogvlakte. We krijgen instructies
om in het provisorische restaurantje te blijven, zo min mogelijk
naar de toilet te gaan en al helemaal niet buiten rond te gaan lopen.
We zitten daar vanaf 7 uur 's ochtends tot 4 uur 's middags 'undercover'
te wachten. Dan gaat ons mannetje moeilijk doen. In plaats van de
tweede helft van het geld in Lhasa te ontvangen, wil hij alles meteen
hebben als we in de bus zijn. Dat is niet volgens afspraak, maar
uiteindelijk gaan we akkoord met 500 Yuan per persoon in het begin
en in Lhasa de rest . Net als we de bus verwachten, krijgen we de
opdracht om helemaal ons mond te houden. Ondertussen horen we een
bus komen, stoppen en weer gaan. Met grote ogen kijken we elkaar
van onder onze kapuchons aan. Daarna nog een bus en ook die vertrekt
weer zonder ons. We loeren angstig naar elkaar en hebben het idee
dat onze illegale kansen verkeken zijn. Dit gaat niet meer lukken.
Totdat er plotseling toch nog een bus stopt waar we in kunnen. Een
prima sleeperbus en genoeg plek.
Snelle reis
De bus maakt haast, we stoppen weinig en als we stoppen altijd midden
in de natuur. Nooit bij restaurantjes of dorpjes. Misschien heeft
dat iets met ons te maken? De weinige stops zijn wel broodnodig,
want door de grote hoogte moet je enorm veel plassen. Ook al drink
je niet, toch komen er ieder uur enorme hoeveelheden uit. We drogen
dan ook zienderogen uit: onze lippen barsten, huid slaat wit uit,
nagels breken af, oogwit wordt rooddoorlopen en de binnenkant van
mijn neus is zo droog dat het pijn doet. Voortdurend rijden we op
zo'n 4000 meter hoogte en zien we aan beide kanten de nog hogere
besneeuwde toppen liggen. Deze toppen lijken niet hoog, maar omdat
je uren rijdt op de hoogvlakte vergeet je dat je al zo hoog zit.
We hebben wel een fikse hoofdpijn en af en toe een benauwd gevoel.
Je moet veel bewuster adem halen. Ik kan ook alleen maar kleine
slokjeswater nemen, anders raak ik buiten adem. Wij blijven veel
drinken en eten en doen het vrij goed. Onze Japanse vrienden voelen
zich een stuk minder goed en liggen de hele reis apatisch op hun
sleeper. We gaan een paar passen over van meer dan 5100 meter, helaas
in het donker, dus genieten van het uitzicht is er niet bij.
Tibet
bereikt Bij daglicht zien we dat de omgeving veel groener is
geworden. We zijn weg uit de woestijnvlaktes van Qinghai en in het
groenere en nattere Tibet. De weg was vrij goed, maar naarmate we
dichter bij Lhasa komen is de weg steeds vaker weggespoeld of aan
reparatie onderhevig. Op de hoogvlakte is ruimte genoeg, dus op
die plaatsen gaat de bus gewoon van de weg af het gras in. Zo zijn
er tientallen nevenweggetjes bijgemaakt. Tegen vier uur 's middags
arriveren we in Lhasa. De laatste checkpost aan het begin van de
stad passeren we ook zonder problemen. We beseffen het nog niet
helemaal, maar we zijn in Lhasa! Morgen gaan we het vieren, nu zijn
we allemaal kapot.
Hoe blij we ook zijn dat we het gehaald hebben,
slaat ons toch nog een keer de schrik om het hart. De twee Japanners
die wij tegenkwamen toen we net onze eerste illegale deal hadden
afgebroken, zijn opgepakt. Zij moesten terug naar Golmud en een
boete betalen van 1000 Yuan, daarna een legale ticket kopen van
1680 Yuan en het geld voor de illegale rit van 850 Yuan waren ze
ook kwijt. Als wij deze eerste deal niet hadden afgezegd, hadden
wij in dezeffde bus gezeten......
|