30 juni 1999
Koh Chang Soap
We worden wel verwend met het vervoer in Thailand. Een mooi minibusje
komt netjes op de afgesproken tijd voorijden. De airco werkt en
we hebben met zijn tweeen drie plaatsen. De chauffeur rijdt, hoogstongebruikelijk
in Azie, rustig en beheerst. Netjes om de twee uur stoppen we bij
een tankstation. Alsof we naar Frankrijk op weg zijn. De boottocht
doet al iets oosterser aan en de busrit op het eiland is definitief
Azie. De rugzakken op het dak, de mensen achterop de pick-up, geen
asfalt maar keien en in plaats van bruggetjes rijden we gewoon door
de rivier.
We gaan tot het laatste strandje op Koh Chang, dat
staat als het meest rustig te boek. We nemen onze intrek in een
heel premitief hutje dat we de volgende dag verruilen voor een iets
luxer hutje.. Dit naar aanleiding van de enorme kakkerlak in de
mani-ruimte en de fikse muis die over het matrasje trippelt dat
op de vloer ligt. Nu hebben we een eigen mandi-ruimte, die Johan
meteen goed schoonmaakt. We hangen de hele dag in de hangmat, lezen
wat en eten een paar keer per dag. Je zou zeggen, daar maak je verder
niets mee. Dat dachten wij ook. Het tegendeel blijkt waar te zijn.
Juist als je ergens wat langer zit, wordt je een soort deelgenoot
van het dagelijkse leven. En dat blijkt ook op zo' n eiland best
interessant.
Multiculturele relaties Onder luid geschreeuw gooit ze stenen
naar de man die al wegbukkend voor haar uit loopt. De locals om
ons heen schudden meewarig hunhoofd. Het is weer zover. Het Thaise
vrouwtje woont al 9 jaar samen met een hele ranzige, voortdurend
bezopen, oude Fransman. De relatie kent nogal ups en downs. Vandaag
gooit ze stenen naar ' m en morgen is ze weer blij. Dat is wat de
mensen zeggen. Een paar dagen later loopt ze rond in een gescheurde
bloes en gaat het gerucht dat ze zijn paspoort verscheurd heeft.
Op de dagen dat het hommeles is, zit de viezige fransman al vanaf
een uur of negen bij ons restaurantje te zuipen. Op het einde van
de dag is hij zo ver heen dat hij zijn rotswandelingen bijna met
de dood moet bekopen. Vanuit het in de buurt gelegen Pataya komen
veel van deze tijdelijke thais-europese stellen samen relaxen op
het eiland. Je ziet hier trouwens ook veel mannen die aan een thais
vrouwtje lijven plakken en hier nu wonen en een kind hebben. Zo
spelen in deze soap naast de vieze Fransman ook een aftanse Duitser
en een dikke Zwitser mee.
Feest voor Boedha De volgende dag wordt het nieuw gebouwde
thaise boedha-huis ingewijd. 's ochtends worden inderdaad de fruitmanden
klaargemaakt. Boedha krijgt in zijn nieuwe optrekje ook een slof
sigaretten, mekong-whiskey en coka cola aangeboden. Ook krijgt hij
die dag de mobiele telefoon in bruikleen.
Als we die middag net ons eten hebben besteld, gaan de feestelijkheden
echt van start. Een soort van oppermonnik zegent en bewierookt het
nieuwe huisje. Ook de mensen (familie, helpers en alle aanwezige
bouwvakkers die de nieuwe bungalowtjes bouwen) worden gezegend en
wrijven elkaar in met een wittig spul. Dan worden alle etenswaren
weer bij boedha weggehaald en gaan ze die zelf nuttigen. Dit is
in tegenstelling met wat je normaal ziet hier, dan blijven de etenswaren
staan tot ze verteerd zijn (joost mag weten door wie/wat). Wij worden
overladen met allerlei exotische fruitjes. Samen met nog vier andere
farang (buitenlanders) worden we gevraagd erbij te komen zitten.
Ook wij krijgen een naar krijt ruikend spullie op ons hoofd gesmeerd.
De wiskey vloeit rijkelijk en de tongen worden losser. Die Thaise
vrouwtjes zijn toch al druktemakers, maar al ze gezopen hebben dan
zijn ze niet meer te stuiten. Johan neemt meteen zijn kans waar
om allerlei spannend uitziende felgekleurde hapjes te proberen.
Het is allemaal mierzoet. Maar we worden wel heel gelukkig nu. Want
wij eten en drinken van het gezegende en wie daarvan eet, krijgt
Good Luck. Toch fijn dat ze dat met ons willen delen.
Nieuwe mannen
Ook voor de nodige opwinding zorgen de nieuw aangekomen mannen.
Met name als ze alleen zijn. Telkens als er nieuwe gasten arriveren
hoor je al aan het luide gesnater dat ze hun best aan het doen zijn
om de boel binnen te halen. Wanneer dat gedoe de hele middag te
horen blijft in je hangmatje, dan weet je dat er nieuwe mannen zijn
aangekomen. Er wordt dan veel gedronken en gerookt en ze beginnen
met lege waterflessen op je hoofd te slaan. Een van onze laatste
avonden worden we gefeteerd op een extra maaltijd. Jammer genoeg
net nadat we ons eigen eten al op hadden (billige ratten als wij
zijn). Maar een gratis maaltijd sla je natuurlijk niet af. Ik dacht
dat er speciaal voor de nieuwe mannen van die dag was gekookt. Het
blijkt echter een soort afscheidsmaal te zijn. Een van de helpende
vrouwtjes gaat een vakantieliefde in Oostenrijk opzoeken. Deze Laotiaanse
maaltijd krijg ik met veel moeite weg, als dit het eten is wat ons
staat te wachten in Laos…..
|