Weg van de snelweg
We zitten op de doorgaande weg naar Dar es Salaam. Voor
ons schiet een grote Coca Cola truck de weg op. Er is bijna geen
verkeer dus hij had gemakkelijk even kunnen wachten en inhalen is
vanwege de heuvels niet mogelijk. Met een vaartje van 90 km per
uur dendert de truck voort. Twee jongens klimmen het dak op. Via
het dak gaan ze kratten overladen van het ene compartiment naar
het andere. Het lijkt wel een film. Ze hangen voorover tegen de
wind in, de chauffeur slingert om de potholes heen en wij hebben
visioenen van cola-kratten die door onze voorruit komen.
In Afrika hoef je niet weg van de snelweg. Op die 'snelweg' maak
je al zoveel mee, dat je niet eens toekomt aan de B-wegen en de
groene routes.
Wandelwegen
Een snelweg in Afrika is vergelijkbaar met een provinciale weg in
Nederland. Twee auto's kunnen elkaar nog net passeren, maar meteen
naast het wegdek begint het uitgestrekte land. Het eerste dat opvalt
is de hoeveelheid mensen die langs de weg wandelt. Er lopen veel
meer mensen naast de weg, dan er auto's overheen rijden. Vaak blootsvoets
over het bloedhete asfalt en over de steentjes in de berm. De vrouwen
met emmers water op hun hoofd of hele boomstammen met brandhout.
Schoolkinderen in groepen die alle kanten uitwaaieren als de lessen
zijn afgelopen en enthousiast zwaaien als je met je auto voorbij
komt. Maar ook keurig geklede jongens die naar het werk gaan. Iedereen
loopt.
Er is overal eten te koop. Permanente stalletjes waar avocado's,
tomaten, cassave en kalebassen worden verkocht. Er wordt verbouwd
waar het land geschikt voor is, dus één stalletje met ananassen,
betekent dat er nog twintig volgen. Vlees wordt ook langs de weg
aan de man gebracht. Als het leeft, is het vers, zo redeneert men
hier. Dus er springen regelmatig jongetjes met gevaar voor eigen
leven half voor onze auto om je zwaaiend met een luidt kakelende
kip tot aankoop over te halen. In de steden lopen er andere verkopers
rond. Met name in de buurt van stoplichten worden de meest idiote
dingen voor je raam gehouden. Naast de krant verschijnen er strijkplanken,
zwabbers, wijnglazen, posters met huilende kinderen en speelgoed
piano's. Het lijken me niet direct impulsaankopen!
Gevarentakjes
Echt schokkend is het aantal ongelukken dat er in het oosten van
Afrika op de doorgaande weg gebeurt. Eén dag op de weg betekent
dat je meerdere ongelukken of restanten daarvan ziet. In Azië gebruiken
ze stenen voor de wegmarkeringen, maar in Afrika worden er takjes
op de weg gelegd. Zodra we takjes zien, minderen we onmiddellijk
vaart. Meestal doemt er dan een vrachtwagen of bus voor ons op met
pech of er is een ongeluk gebeurd. Aan de versheid van de takjes
kun je zien of het net gebeurd is, evenals aan de plaats zelf. De
ene keer zie je de mensen nog uit de ramen klauteren, een andere
keer is de lokale jeugd tussen de bagage en het puin aan het rommelen
en kom je nog een paar dagen later, dan is het hele voertuig gestript.
Het zijn bijna altijd bussen en vrachtwagen die erbij betrokken
zijn. Met name de buschauffeurs rijden met gevaar met eigen leven.
Veelal zijn snelheidsovertredingen en foute inhaal manoeuvres de
oorzaak. In de week dat de explosie een deel van Enschede verwoeste,
zijn er in Kenia en Tanzania meerdere busongelukken geweest. Bij
één daarvan kwamen meer dan 100 mensen om het leven. Twee bussen
frontaal op elkaar, waarbij de ene bus afgeladen vol was met extra
passagiers uit een andere verongelukte bus. De lokale jeugd is overal
erg bedreven in het snel neerleggen van takjes.....
Geflitst
Hoewel het leggen van takjes de geijkte methode is, ben je wel verplicht
om twee gevarendriehoeken bij je te hebben. Zeker de buitenlanders,
de mzungu, worden daar intensief op gecontroleerd. Policechecks
zijn aan de orde van de dag. In Tanzania dragen ze witte tropenuniformen,
dus witte mannetjes en een hek aan de horizon betekent afremmen.
Vaak willen ze alleen maar een praatje maken. Helaas strekt ons
Swahili niet veel verder als 'hallo' en 'hoe gaat het'. Het Engels
van de gemiddelde politieman kent dezelfde beperkingen. Meestal
wisselen we wat namen van voetballers uit en dan mogen we doorrijden.
Af en toe staren ze naar ons rijbewijs (op z'n kop) of ze controleren
de gevarendriehoeken.
In Tanzania hebben ze ook iets nieuws uitgevonden: snelheidscontroles.
Met apparaten als geweren wachten ze je op aan het einde van het
dorp. Natuurlijk ben ik de pineut. Er wordt flink geseind met koplampen
door het tegenmoet komende verkeer. Maar dat gebeurt zo vaak en
meestal hebben we geen idee wat ze bedoelen. Net als altijd minder
ik vaart als ik het dorp binnenrijd. Niet precies vijftig en als
ik de meeste hutjes voorbij ben, geef ik weer wat gas. Driftig zwaaiend
maant een witgeklede politieman me tot stoppen. Ik voel meteen nattigheid.
Een overschrijding van 14 km laat hij me zien, ik knik schuldbewust.
Het is waarschijnlijk te weinig voor een officiële bekeuring, maar
juist daarom zijn we bang dat we smeergeld moeten betalen. Mijn
vrouwelijke charmes winnen het gelukkig en we mogen doorrijden.
Heel ongebruikelijk in Afrika.
Megabumps
Op zich is het wel goed dat ze op snelheidsovertredingen controleren,
gezien al die snelheidsmaniakken. In de kleine dorpjes die je doorkruist
(rondwegen?!) moet je altijd goed uitkijken, want het warme asfalt
zit en slaapt ook heel lekker. Het gebeurt regelmatig dat je maar
net op tijd ziet dat er zich iemand net even op de weg heeft neergevleid.
Moderne verkeersmaatregelen zijn ook hier niet meer weg te denken.
Het ligt bijvoorbeeld vol met speedbumps. In Kenia waren het hoge
bumps, in het asfalt gegoten. Bijna nergens staan waarschuwingsbordjes
en om te voorkomen dat de auto wordt gelanceerd, heeft de bijrijder
de taak om de drempels te signaleren. In Tanzania zijn de bumps
nog hoger, maar worden ze vooraf gegaan door drie kleine asfaltribbels.
Daar op volle snelheid overheen is geen feest, maar je kunt dan
nog net op tijd remmen voor de grote hobbel. Afrika zou Afrika niet
zijn als ze hier niet wat op verzinnen, want dat afremmen is toch
maar niets. Men gaat gewoon langs de weg rijden, meestal is dat
slechts bush dus wat maakt het uit.
De sporen naast de drempels worden steeds dieper en breder. In de
dorpen leggen ze er ten einde raad maar rotsblokken langs, om te
voorkomen dat de bussen langs de voordeur rijden. Nu is dat niet
zo raar, want op deze wijze worden ook de gaten in de weg omzeild.
Asfalt met gaten -potholes- is nog erger dan een gravelweg. Want
de gaten, soms zo groot dat je hele wiel erin verdwijnt, zijn heel
verraderlijk. Het verschilt een beetje per land, maar meestal zijn
de doorgaande wegen vrij goed en de secundaire wegen slecht. Het
is ook niet zo dat belangrijke of veel bezochte plaatsen per definitie
bereikbaar zijn middels goede wegen. In het begin zijn we wel eens
omgedraaid: "de tombes van de Koningen van Buganda kunnen toch niet
aan déze weg liggen". Bewegwijzering ontbreekt zoals altijd volledig.
Dus op dat front kunnen we weinig hulp verwachten (alhoewel achterom
kijken nog wel eens helpt om een bord te ontdekken). Een dag later
en vijf pogingen verder, doemt er aan het einde van díe weg een
prachtige tombe op.
Lunchpauze
Ondanks de intrede van steeds meer westerse elementen langs de Afrikaanse
wegen, ontbreekt de zo geliefde picknickplek. Op lange rijdagen
kijken we altijd uren uit naar dat bekende bordje met een bankje
en een denneboompje. Slechts tweemaal hebben we hier een bordje
picknickplaats gezien. De eerste keer zijn we diverse malen een
tropisch regenwoud ingereden, op paadjes te smal voor een auto,
zo modderig dat we daar zonder 4wd nog hadden gestaan en door dorpjes
zo klein dat de grote verbaasde ogen uitwezen dat daar nog nooit
eerder een auto was geweest. De vraag "picknickspot?" levert geen
enkele reactie op. De andere picknickplaats vinden we wel, maar
het stoffige spoor langs de steengroeve lijkt niet op de plaats
die wij in gedachte hadden. We eten snel, met het gejoel van de
mannen die handmatig de rotsblokken hakken en in de auto laden op
de achtergrond. Dan toch maar weer de berm in de volgende keer.
Maar we leren wel. Johan kijkt onderweg graag af en toe onder de
motorkap. Alsof het openen van die klep mensen met bosjes tegelijk
aantrekt. Om te voorkomen dat er diverse handen onder de motorkap
graaien en alle 'kapotte' onderdelen aanwijzen, gaat de motorkap
langs de weg niet meer open. Tenzij rookwolken daar dringend aanleiding
toe geven.
Wat we nog meer hebben geleerd: Als je je auto ergens neer zet,
zeg je tegen iedereen die daarbij in de buurt zit dat ze je auto
niet mogen wassen. Om te voorkomen dat je een groep overijverige
autowassers van je auto moet plukken die toch altijd vies is. Wees
voorzichtig met het passeren van uitgebrande tankers die tot aan
hun velgen in het asfalt zijn gesmolten; het asfalt er omheen kan
nog erg heet zijn. En rijdt nooit te dicht achter overvolle matatubusjes.
Laats verloor er een zijn hele zijschuifdeur, die met vliegende
vaart de berm in zeilde. Enkele bermlopers konden amper het vege
lijf redden.
|