home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend prikbord

home

Tanzania 3/3

vorige

   
 

Weg van de snelweg

We zitten op de doorgaande weg naar Dar es Salaam. Voor ons schiet een grote Coca Cola truck de weg op. Er is bijna geen verkeer dus hij had gemakkelijk even kunnen wachten en inhalen is vanwege de heuvels niet mogelijk. Met een vaartje van 90 km per uur dendert de truck voort. Twee jongens klimmen het dak op. Via het dak gaan ze kratten overladen van het ene compartiment naar het andere. Het lijkt wel een film. Ze hangen voorover tegen de wind in, de chauffeur slingert om de potholes heen en wij hebben visioenen van cola-kratten die door onze voorruit komen.

In Afrika hoef je niet weg van de snelweg. Op die 'snelweg' maak je al zoveel mee, dat je niet eens toekomt aan de B-wegen en de groene routes.

Wandelwegen
Een snelweg in Afrika is vergelijkbaar met een provinciale weg in Nederland. Twee auto's kunnen elkaar nog net passeren, maar meteen naast het wegdek begint het uitgestrekte land. Het eerste dat opvalt is de hoeveelheid mensen die langs de weg wandelt. Er lopen veel meer mensen naast de weg, dan er auto's overheen rijden. Vaak blootsvoets over het bloedhete asfalt en over de steentjes in de berm. De vrouwen met emmers water op hun hoofd of hele boomstammen met brandhout. Schoolkinderen in groepen die alle kanten uitwaaieren als de lessen zijn afgelopen en enthousiast zwaaien als je met je auto voorbij komt. Maar ook keurig geklede jongens die naar het werk gaan. Iedereen loopt.

Er is overal eten te koop. Permanente stalletjes waar avocado's, tomaten, cassave en kalebassen worden verkocht. Er wordt verbouwd waar het land geschikt voor is, dus één stalletje met ananassen, betekent dat er nog twintig volgen. Vlees wordt ook langs de weg aan de man gebracht. Als het leeft, is het vers, zo redeneert men hier. Dus er springen regelmatig jongetjes met gevaar voor eigen leven half voor onze auto om je zwaaiend met een luidt kakelende kip tot aankoop over te halen. In de steden lopen er andere verkopers rond. Met name in de buurt van stoplichten worden de meest idiote dingen voor je raam gehouden. Naast de krant verschijnen er strijkplanken, zwabbers, wijnglazen, posters met huilende kinderen en speelgoed piano's. Het lijken me niet direct impulsaankopen!

Gevarentakjes
Echt schokkend is het aantal ongelukken dat er in het oosten van Afrika op de doorgaande weg gebeurt. Eén dag op de weg betekent dat je meerdere ongelukken of restanten daarvan ziet. In Azië gebruiken ze stenen voor de wegmarkeringen, maar in Afrika worden er takjes op de weg gelegd. Zodra we takjes zien, minderen we onmiddellijk vaart. Meestal doemt er dan een vrachtwagen of bus voor ons op met pech of er is een ongeluk gebeurd. Aan de versheid van de takjes kun je zien of het net gebeurd is, evenals aan de plaats zelf. De ene keer zie je de mensen nog uit de ramen klauteren, een andere keer is de lokale jeugd tussen de bagage en het puin aan het rommelen en kom je nog een paar dagen later, dan is het hele voertuig gestript. Het zijn bijna altijd bussen en vrachtwagen die erbij betrokken zijn. Met name de buschauffeurs rijden met gevaar met eigen leven.

Veelal zijn snelheidsovertredingen en foute inhaal manoeuvres de oorzaak. In de week dat de explosie een deel van Enschede verwoeste, zijn er in Kenia en Tanzania meerdere busongelukken geweest. Bij één daarvan kwamen meer dan 100 mensen om het leven. Twee bussen frontaal op elkaar, waarbij de ene bus afgeladen vol was met extra passagiers uit een andere verongelukte bus. De lokale jeugd is overal erg bedreven in het snel neerleggen van takjes.....

Geflitst
Hoewel het leggen van takjes de geijkte methode is, ben je wel verplicht om twee gevarendriehoeken bij je te hebben. Zeker de buitenlanders, de mzungu, worden daar intensief op gecontroleerd. Policechecks zijn aan de orde van de dag. In Tanzania dragen ze witte tropenuniformen, dus witte mannetjes en een hek aan de horizon betekent afremmen. Vaak willen ze alleen maar een praatje maken. Helaas strekt ons Swahili niet veel verder als 'hallo' en 'hoe gaat het'. Het Engels van de gemiddelde politieman kent dezelfde beperkingen. Meestal wisselen we wat namen van voetballers uit en dan mogen we doorrijden. Af en toe staren ze naar ons rijbewijs (op z'n kop) of ze controleren de gevarendriehoeken.

In Tanzania hebben ze ook iets nieuws uitgevonden: snelheidscontroles. Met apparaten als geweren wachten ze je op aan het einde van het dorp. Natuurlijk ben ik de pineut. Er wordt flink geseind met koplampen door het tegenmoet komende verkeer. Maar dat gebeurt zo vaak en meestal hebben we geen idee wat ze bedoelen. Net als altijd minder ik vaart als ik het dorp binnenrijd. Niet precies vijftig en als ik de meeste hutjes voorbij ben, geef ik weer wat gas. Driftig zwaaiend maant een witgeklede politieman me tot stoppen. Ik voel meteen nattigheid. Een overschrijding van 14 km laat hij me zien, ik knik schuldbewust. Het is waarschijnlijk te weinig voor een officiële bekeuring, maar juist daarom zijn we bang dat we smeergeld moeten betalen. Mijn vrouwelijke charmes winnen het gelukkig en we mogen doorrijden. Heel ongebruikelijk in Afrika.

Megabumps
Op zich is het wel goed dat ze op snelheidsovertredingen controleren, gezien al die snelheidsmaniakken. In de kleine dorpjes die je doorkruist (rondwegen?!) moet je altijd goed uitkijken, want het warme asfalt zit en slaapt ook heel lekker. Het gebeurt regelmatig dat je maar net op tijd ziet dat er zich iemand net even op de weg heeft neergevleid. Moderne verkeersmaatregelen zijn ook hier niet meer weg te denken. Het ligt bijvoorbeeld vol met speedbumps. In Kenia waren het hoge bumps, in het asfalt gegoten. Bijna nergens staan waarschuwingsbordjes en om te voorkomen dat de auto wordt gelanceerd, heeft de bijrijder de taak om de drempels te signaleren. In Tanzania zijn de bumps nog hoger, maar worden ze vooraf gegaan door drie kleine asfaltribbels. Daar op volle snelheid overheen is geen feest, maar je kunt dan nog net op tijd remmen voor de grote hobbel. Afrika zou Afrika niet zijn als ze hier niet wat op verzinnen, want dat afremmen is toch maar niets. Men gaat gewoon langs de weg rijden, meestal is dat slechts bush dus wat maakt het uit.

De sporen naast de drempels worden steeds dieper en breder. In de dorpen leggen ze er ten einde raad maar rotsblokken langs, om te voorkomen dat de bussen langs de voordeur rijden. Nu is dat niet zo raar, want op deze wijze worden ook de gaten in de weg omzeild. Asfalt met gaten -potholes- is nog erger dan een gravelweg. Want de gaten, soms zo groot dat je hele wiel erin verdwijnt, zijn heel verraderlijk. Het verschilt een beetje per land, maar meestal zijn de doorgaande wegen vrij goed en de secundaire wegen slecht. Het is ook niet zo dat belangrijke of veel bezochte plaatsen per definitie bereikbaar zijn middels goede wegen. In het begin zijn we wel eens omgedraaid: "de tombes van de Koningen van Buganda kunnen toch niet aan déze weg liggen". Bewegwijzering ontbreekt zoals altijd volledig. Dus op dat front kunnen we weinig hulp verwachten (alhoewel achterom kijken nog wel eens helpt om een bord te ontdekken). Een dag later en vijf pogingen verder, doemt er aan het einde van díe weg een prachtige tombe op.

Lunchpauze
Ondanks de intrede van steeds meer westerse elementen langs de Afrikaanse wegen, ontbreekt de zo geliefde picknickplek. Op lange rijdagen kijken we altijd uren uit naar dat bekende bordje met een bankje en een denneboompje. Slechts tweemaal hebben we hier een bordje picknickplaats gezien. De eerste keer zijn we diverse malen een tropisch regenwoud ingereden, op paadjes te smal voor een auto, zo modderig dat we daar zonder 4wd nog hadden gestaan en door dorpjes zo klein dat de grote verbaasde ogen uitwezen dat daar nog nooit eerder een auto was geweest. De vraag "picknickspot?" levert geen enkele reactie op. De andere picknickplaats vinden we wel, maar het stoffige spoor langs de steengroeve lijkt niet op de plaats die wij in gedachte hadden. We eten snel, met het gejoel van de mannen die handmatig de rotsblokken hakken en in de auto laden op de achtergrond. Dan toch maar weer de berm in de volgende keer. Maar we leren wel. Johan kijkt onderweg graag af en toe onder de motorkap. Alsof het openen van die klep mensen met bosjes tegelijk aantrekt. Om te voorkomen dat er diverse handen onder de motorkap graaien en alle 'kapotte' onderdelen aanwijzen, gaat de motorkap langs de weg niet meer open. Tenzij rookwolken daar dringend aanleiding toe geven.

Wat we nog meer hebben geleerd: Als je je auto ergens neer zet, zeg je tegen iedereen die daarbij in de buurt zit dat ze je auto niet mogen wassen. Om te voorkomen dat je een groep overijverige autowassers van je auto moet plukken die toch altijd vies is. Wees voorzichtig met het passeren van uitgebrande tankers die tot aan hun velgen in het asfalt zijn gesmolten; het asfalt er omheen kan nog erg heet zijn. En rijdt nooit te dicht achter overvolle matatubusjes. Laats verloor er een zijn hele zijschuifdeur, die met vliegende vaart de berm in zeilde. Enkele bermlopers konden amper het vege lijf redden.

top

home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend