Zanzibar, zwoele mix van culturen
De geluiden van Stonetown dringen slechts vaag tot ons
door. Het is vochtig en heet onder het muskietennet. Het gezoem
van de fan legt een waas over alle geluiden. Toch kun je de middagregen
horen roffelen op de golfplaten daken. Zo nu en dan onderbreken
vrolijke kinderstemmen het monotone geluid. Onrustig en bezweet
worden we waker uit onze siesta. De omroeper van de moskee vraagt
alweer aandacht voor het volgende gebed. De zon heeft de regen weer
verdrongen en stuurt reepjes stoffig zonlicht door de spleten van
de houten luiken.
Als we de luiken opendoen, straalt de azuurblauwe zee ons tegemoet.
In de smalle kronkelstraatjes onder ons is het alweer een drukte
van belang. Tijd om op onderzoek te gaan.
Roemrijk verleden
Terwijl we door de wirwar van steegjes lopen, tekent zich het roerige
verleden af van Zanzibar. Eigenlijk is Zanzibar de naam voor de
hele archipel en heet het hoofdeiland Unguja. De naam Zanzibar is
te herleiden naar het arabische 'Zinj el barr' wat 'land van de
zwarten' betekend. Stonetown is met zijn haven altijd de belangrijkste
plaats geweest. Er staan grote, koloniale gebouwen uit de tijd van
de Portugezen en de Engelsen. De palmbomen vormen een scherp contrast
tegen de witgepleisterde muren, galerijen en torens. Daarnaast is
de Arabische invloed, uit de tijd dat Zanzibar een sultanaat van
Oman was, duidelijk zichtbaar. Het geheel is opgevuld met eenvoudige
Afrikaanse bouwsels. Deze mix van culturen zie je ook terug in de
gezichten om je heen. Robuuste Afrikaanse vrouwen met ronde gezichten.
Sommigen gehuld in gebloemde jurken, met daar omheen geslagen kleurrijke
kangas.
Om het hoofd is op vernuftige wijze ook een kanga gewikkeld. Maar
dezelfde mooie ronde gezichten zijn soms ook gehuld in zwarte Islamitische
gewaden, met strenge zwarte hoofddoek, nette witte hoofddoek of
weer een kleurige kanga als hoofddoek. De ronde gezichten komen
extra mooi uit doordat de hoofddoeken strak rond het hoofd worden
gedragen, achter de oren en in de nek vastgeknoopt. Daartussen door
lopen Indiase vrouwen in kleurige sari's en een enkele oosterse
schone met donkere amandelvormige ogen. In Stonetown vindt je in
de smalle straatjes een prachtige katholieke kathedraal met direct
daarnaast de ranke torens van een van de vele moskees. Een Anglicaanse
kerk bij de oude slavenmarkt, Perzische baden en er is ongetwijfeld
ook wel ergens een hindutempel te vinden!
Karibu
De Zanzibarese cuisine is een mengelmoes van Afrikaanse, Arabische,
Aziatische en Europese invloeden. Wij eten elke avond in het park,
de Forodhani Gardens, aan de waterkant. Klinkt mooier dan het is
hoor. Het park wordt om te beginnen niet zo geweldig onderhouden.
Van gras is nauwelijks meer sprake, de hekwerken brokkelen af, de
fontein staat droog en overal ligt afval. Overdag bied het park
een meer dan troosteloze aanblik. 's Avonds komt echter alles tot
leven hier. Vanuit het niets verschijnen er allemaal kraampjes met
de heerlijkste etenswaren, kleurrijke schalen vol met kebabjes;
kingfish, tonijn met wortel, zenige biefstuk, garnalen en kip met
stukjes bot. Ook hele kreeften, inktvis, krab en andere vreemdsoortige
zeedieren kun je uitzoeken en ter plekke laten grillen.
Er worden frietjes gebakken in grote woks op open vuur, maar je
kunt ook een chapati met salade nemen waar je de vleesjes bovenop
legt. Op sierlijke wijze worden de bordjes tenslotte besprenkeld
met oranje ketchup en bruine chilisaus. Het is lekker en spotgoedkoop.
Zelfs als je niet wilt eten is het geweldig om hier rond te lopen.
Alle mannetjes prijzen hun waren aan: 'he buana, karibu'. Tegen
het decor van de ondergaande zon en prachtige wolkpartijen met gouden
randen, gloeien de barbeques en laaien de vuren van de patatpotten
hoog op. Als het helemaal donker is komen de gaslampen tussen de
schalen te staan, die de etenswaren en de glimmend bezwete donkere
gezichten daarboven in een warm licht zetten.
De moeson
Elk avond is het enorm druk, want de lokale bevolking komt in grote
getalen in het park eten. Groepjes opgeschoten jongens, die elkaar
grinnikend aanstoken en 'jambo, man' roepen, maar ook hele gezinnen
komen hier eten. Een Indiase familie, met alle dikke oma's en tantes,
die flink onderhandelen over de hoeveelheid salade op de chapati.
En de muslim familie, pa in zijn lange gewaad en zijn mooi bewerkte
petje en de kinderen keurig gekleed en in lakschoentjes gestoken.
Het tentje van Rashid heeft wat stoeltjes, dus daar eten wij onze
hapjes lekker op. Tegenover ons staat de suikerrietman als een dolle
aan zijn rad te draaien. Iedereen is dol op dit natuurlijke sapje
en hij perst de ene na de andere rietsuikerstengel uit.
Naast hem doet de 'pizza'man ook goede zaken. In een razend tempo
maakt hij speciale Zanzibar pizza's klaar in een wok. De gevulde
omelet die je vervolgens krijgt, smaakt overigens prima. Helaas
maakt een plotselinge regenbui van het tropische soort een abrupt
einde aan dit prachtige plaatje. Stukken zeil worden haastig over
de kraampjes getrokken, stekkerdozen liggen in plassen water en
de stroom valt uit. Mensen rennen weg naar alle kanten, de schaal
met sla vult zich met regen en de suikerrietman valt in het donker
over zijn eigen berg met afval......Maar morgenavond gaat het gewoon
weer verder.
De smaak van de sultan
In het voormalige paleis van de sultan merken we dat de cultuurmix
op alle niveaus in de samenleving aanwezig is. Het huis van de sultan
bevat Afrikaanse maskers en zware barokke kroonluchters. De verschillende
vrouwen van de Sultan hebben duidelijk hun stempel achtergelaten.
Zo staan in de ene zitkamer prachtige zwarte ebbehouten meubels
die van onder tot boven zijn voorzien van houtsnijwerk. Vrouw twee
had duidelijk een koloniale achtergrond en heeft Chippendale stoeltjes
ingebracht. In de nieuwe slaapkamer van de sultan op zolder staat
niet alleen een zespersoons bed en een erotische gevormde bank voor
geliefden, maar ook de trendy formica en triplex kasten uit de jaren
vijftig. Vanuit het huis van de sultan leidt de zoektocht door de
geschiedenis van Zanzibar als vanzelf naar het museum. In eerste
instantie zijn we er voorbij gelopen, met het idee dat het museum
van Zanzibar niet in dat bouwvallige koepeltje gehuisvest kon zijn.
Verkeerde veronderstelling. Een kleurrijke groep vrouwen zit op
de trap voor de ingang, 'jambo buana'. Ja dit is het museum, 'karibu
mama'. De prijs op het entreepapiertje wordt handmatig nog even
opgehoogd, maar dan mogen we ook het andere gebouw in.
Kruidnagelen
Op zich hebben ze best een aardige verzameling voorwerpen. Beetje
jammer dat lekkages hier en daar plassen water hebben gevormd, de
foto's wat zijn gebubbeld en een enkele vitrine van binnen is beschimmeld.
Alles over de voor Zanzibar zo belangrijke handel en teelt van kruidnagelen.
Ooit geïnitieerd door de Sultan van Oman, vormen de kruidnagelen
nog steeds het belangrijkste product van de Zanzibar archipel. Niet
alleen kruidnagelen, ook andere kruiden en specerijen als vanille,
saffraan, curry, peper, kaneel en noodmuskaat worden vanuit hier
wereldwijd geëxporteerd. Tussen de memorabilia van grote mannen
als Speke en Livingstone, ligt een big mama op een bankje te slapen.
Jaja, een dynamisch geheel. We werpen nog een blik in het tweede
gebouw, maar dat heeft niet veel toegevoegde waarde. Een krokodil
waar de vulling reeds uitpuilt en een paar verdroogde slangen op
sterk water. Men heeft helaas verzuimd dit water op tijd bij te
vullen.
Nungwi
Tijd om de cultuur in te ruilen voor een van de paradijselijke stranden
die heel Zanzibar omringen. Op ons gemakje nemen we plaats in de
dalladalla. Een soort van klein vrachtwagentje, met aan de achterkant
een houten opbouw. Een u-vorm met bankjes van zo'n twintig centimeter
hoog, zorgt voor optimale vervoersmogelijkheden. Op onze hurken
hobbelen we naar een plaats achterin, want we moeten tot het eindpunt
mee. Heel eigenwijs nemen we onze rugzakken mee naar binnen, terwijl
we weten dat dit altijd tot commentaar leidt. De dalladalla vult
zich in snel tempo met mensen, 20 à 25 langs de zijkanten en nog
een paar oude vrouwen in het midden op de grond. We moeten telkens
meer indikken en de discussies laaien op. Handgebaren naar onze
rugzakken en het woord 'mzungu' dat een aantal malen valt. Het gaat
over ons. We kunnen ons echt niet kleiner meer maken.
Als we onderweg stops maken, komen de kindertjes aangesneld. Soms
alleen om te zwaaien, maar vaker vragen ze om geld. Als Johan in
Swahili antwoordt 'hakuna pesa' (geen geld) is het ijs gebroken
in de bus. Het kindje van de jonge moeder naast mij is diep in slaap
en wiebelt met haar hoofdje achterover mee over de hobbels in de
weg. Ze wordt terecht gewezen door een van de oudere vrouwen. Met
een stuurs gezicht probeert ze het kindje rechtop te houden. Het
valt niet mee om jezelf, je baby en je boodschappentas overeind
te houden, de vliegen af te weren en je hoofddoek op z'n plaats
te houden. Het mannetje achterop deelt wisselgeld uit, weer discussies.
Wij moeten op het eindpunt vragen naar ons geld en krijgen natuurlijk
te weinig terug.
Nungwi is prachtig, een azuurblauwe zee, de grijzig uitgebeten dhows
die met veel gekunstel van zeilen voorbij varen en gillende vrouwen
in geel met bruine kanga's die in een kring visjes proberen te vangen.
Dit is de komende weken het panorama vanuit onze banda op het helderwitte
strand.
|