(21/10/99)
Karakoram Highway, meer een bestemming dan een weg.
"Mijn vriendin Mirjam, mijn vriendin" zegt Nritsi glunderend,
terwijl ze mijn hand pakt. In een moordend tempo sleurt ze me vervolgens
de berg op. Iedereen die we passeren groet ons met een 'salam aleikum'.
Hartverwarmend, de Pakistaanse mensen hier in de Hunza vallei.
Het is een aangename verandering, na al die weken China. Eigenlijk
begint die verandering al in Kashgar. Het uiterste zuidwesten van
China en tevens het begin van de Karakoram Highway.
Kashgar veemarkt
Tijdens de zondagmarkt in Kashgar, worden produkten van heinde en
ver aangevoerd. Met name de dieren hoor je 's ochtens in alle vroegte
op alle aanvoerroutes loeien, blaten, kakelen en balken. We lopen
via het oude deel van de stad, met allemaal lemen huisjes, richting
de markt. Je ziet hier al wel vrouwen die geheel schuil gaan achter
een sluier. Het gezegde gaat dat hier alleen de oude en de lelijke
vrouwen een sluier dragen. De markt is nog in de opbouwfase als
we aankomen, toch is het al een drukte van belang. De schapen staan
netjes zigzag aan elkaar gebonden. Achterin worden ter plekke de
dieren geslacht die daar blijkbaar rijp voor zijn. De kop van het
laatste exemplaar ligt nog in het ochtendzonnetje. Naast vooral
veel schapen is er een uitgebreide verzameling stieren en ezels
en hier en daar een verdwaalde kameel. De dieren worden door collegahandelaren
bevoelt en betast, terwijl de eigenaren de konten goed opscheren,
zodat het lijkt of er enorme vleeshammen aanhangen. De gezichten
van de handelaren zijn prachtig. Bijna alleen maar mannen. De Oeigoeren
met hun ovale gezichten en kleppetten onderscheiden zich van de
mannen met de moslimpetjes. Ook zijn er veel oude, langbebaarde
mannen met bontmutsen te vinden. De emoties lopen zo nu en dan hoog
op. Mannen die vechten tussen de schapen trekken veel omstanders,
maar worden uiteindelijk uit elkaar gehaald.
Digitale bidtijd
Het is duidelijk te merken dat we richting Pakistan gaan, ons hotel
wordt voornamelijk bevolkt door donkere en bebaarde Pakistani in
'shalwar kamizes', een ruimzittende broek met bijpassende tuniek.
We moeten even wennen aan het feit dat ze je voortdurend groeten.
Dat zijn we niet zo gewend in China en in eerste instantie zijn
we wat wantrouwend. De bus die ons over de grens zal brengen, wordt
opgeladen. Een proces dat uren duurt. Onderwijl leren we Azhar kennen.
Azhar verteld ons het nodige over Pakistan en behoedt ons voor allerlei
steekpenningen die we moeten betalen om onze bagage op de bus te
krijgen. Azhar zal onze steun en toeverlaat worden tijdens de tweedaagse
reis naar Sost in Pakistan. Als de bus na al die uren eindelijk
vertrekt, wordt er een half uur later een lunchstop gehouden. Azhar
en zijn vriend gaan naar de plaatselijke moskee om te bidden. Even
later worden we overladen met druiven, cola en andere etenswaren.
Onderweg begint het te sneeuwen, maar goed dat we hebben besloten
om toch maar niet te kamperen bij het Kara Kul meer. De mooie hoge
toppen van het Pamirgebergte gaan geheel schuil in de wolken en
rond het meer waait een ijzige wind. Azhar en zijn vrienden gaan
met hun bidmatjes op de oever zitten, om aan hun bidplicht te voldoen.
Wij verbazen ons erover dat ze blijkbaar feiloos de richting van
Mekka kunnen bepalen. Dan laat hij zien dat ze daarvoor over de
laatste technische snufjes beschikken: een horloge met digitaal
kompas. Met de juiste lengte- en breedte graden geeft het bovendien
voor elke lokaties de exacte bidtijd aan. Dit luisterd op de minuut
nauwkeurig, dus we adviseren hem een GPS aan te schaffen. Met dit
sateliet gestuurde positioneringssysteem heeft hij alle benodigde
informatie.
Over de Kunjerab
We overnachten in Tashkurgan, nog net China, alwaar alle bagage
op het dak van de bus moet blijven; douane voorschiften wordt er
gezegt. Als we 's ochtends bij de busstop aankomen, is onze bus
met bagage nergens te bespeuren. Hij blijkt opgehouden door de generale
repetitie voor de 1-oktobermars van morgen. Het is de bus in en
uit, want bij de douane moet het hele dak alsnog worden leeggehaald.
Het duurt een paar uur voordat de lading er weer opzit. Azhar is
vader van drie kinderen en pas 29 jaar. Hij is streng moslim en
draagt een lange zwarte baard. Daardoor lijkt hij minstens 20 jaar
ouder. Hij is gescheiden van zijn vrouw, omdat zij graag actrice
wilde worden. "Lerares had nog net gekund", volgens Azhar maatstaven,
maar actrice dat ging 'm echt te ver. Bovendien kookte ze nooit
eten en werden de kinderen eigenlijk opgevoerd door zijn moeder.
Het stemde hem zeer droevig, maar uiteindelijk had hij voldaan aan
haar scheidingsverzoek. Hij gaat nooit hertrouwen. De weg naar de
Kunjerab is best lang, er zijn veel checkposten met Chinese militairen,
die telkens opnieuw alle paspoorten willen controleren. Op het hoogste
punt van de Kunjerabpas, 4700 meter hoog, gaan de houten Chinese
electriciteitspalen over in de ijzeren versie van Pakistan. Het
landschap verandert direct. De hoge maar glooiende Pamirbergen maken
plaats voor de scherpe en gekartelde Karakorambergen aan de Pakistaanse
zijde. Deze dramatisch uitziende bergen worden doorsneden door een
diep rivierdal. Onze Pakistaanse medereizigers worden nog drukker
en omarmen bij iedere stop hun broeders. In Sost staat een houten
bureautje bij de busstop. Daar wordt ons paspoort gestempeld. We
zijn in Pakistan!
Het dak op
Onze eerste bestemming is Passu, gelukkig maar een uurtje rijden
vanaf Sost. We leggen deze rit namelijk af boven op drie lagen bagage
op het dak van een minibusje! Het minibusje zit al zo vol, dat de
vering geheel is doorgezakt, maar wij passen nog wel bij die vier
anderen op het dak. Het busje zoeft met zeker 80 kilometer per uur
over de bochtige Karakoram. We houden ons slechts vast aan de touwtjes
waarmee ook de bagage is vastgesnoerd. Gevaarlijk diep is het rivierdal
direct naast de weg. Maar we worden uiteindelijk veilig afgezet
bij de Passu Inn. We zijn meteen verkocht, klein hotelletje, boomgaard
ervoor en op de achtergrond de enorme bergpartij genaamd 'Passu
Kathedraal'. We eten onze zelf geplukte appeltjes terwijl we in
het zonnetje een boekje lezen. Behalve een korte verkenningstocht
door het dorpje langs de rivierbedding doen we helemaal niets. 's
Avonds is er een gemeenschappelijke driegangen maaltijd. Soep, rijst,
dahl, chipati's, yakvlees en jellypudding toe. Tijdens de maaltijd
worden de wandel- en trekkingervaringen uitgewisseld. Wij gaan het
maar eens proberen met een lichte dayhike, over twee 'suspension'
bruggen naar Hussaini. Om acht uur gaat iedereen naar bed. Er is
niets meer te beleven en het is donker. Passu deelt de electra-voorziening
met wat andere dorpen; een dag met electra wordt afgewisseld met
twee dagen zonder.
Een brug te veel
Tegen alle tips in natuurlijk veel te laat begonnen. Maar het is
zo koud dat ik niet graag mijn slaapzak uitkom. Uiteindelijk gaan
we tegen tienen lopen. Johan heeft een wandelstok voor me gemaakt
en ik moet zeggen dat dat veel lekkerder loopt. Het eerste deel
van de route loopt via de Karakoram Highway. Nu moet je hier niet
een echte snelweg bij voorstellen, maar een redelijk onderhouden
B-weg. Het onderhoud aan de weg moet lastig zijn, met de rivieren
die in het voorjaar uit hun voegen barsten en gletsjers die hun
puin tot aan de weg opstuwen. Via een klein dorpje en de nodige
boomgaarden komen we bij de Huinzarivier uit. De trek loopt langs
de oever van de rivier, die bestaat uit oude gletsjerafzettingen.
Grote bulten puin waarin amper een pad te herkennen is. Hier heb
ik ook niet veel aan mijn stok, het is meer handen en voetenwerk.
Er komt een moment dat we de Hunza moeten oversteken, middels een
voor deze streek zeer bekende 'suspension' brug, of wel enkele staalkabels
die de rivier overspannen en waar op grote afstand wat houtenplankjes
doorheen zijn gevlochten. Maar de brug is nog steeds niet in zicht
en ik sta op het punt om op te geven. Dan besluiten we om via de
grotendeels droogliggende rivierbedding verder te lopen en dat gaat
een stuk sneller. De schrik slaat me om het hart als ik de brug
in zicht krijg. Het is veel erger dan ik me had voorgesteld. De
planken liggen soms los of zijn half verrot. Ook zijn de onderlinge
afstanden soms zo groot dat ik als een touwdanser over de kabels
moet. Beide handen stevig aan de zijkabels, als die tenminste niet
te ver uiteen liggen. Maar we halen de overkant gelukkig, de rest
van de dag voelen wel mijn schouders lam aan, zo krampachtig heb
ik aan de kabels gehangen.
Als we wat later door een gehuchtje lopen, worden we door iedereen
gegroet. Ook krijgen we van een meisje allemaal appels aangeboden.
Dan komt er weer een brug in zicht, want we moeten de rivier nog
een keer over. Maar dit kan echt niet, vanuit de verte zie je al
de loshangende kabels en planken. Hier kunnen we echt niet overheen.
Als we vlakbij de brug zijn, blijkt er een tweede naast te hangen,
die er iets beter uitziet. Even moed verzamelen en daar gaan we
weer. Eenmaal aan de overkant, zien we hoe de lokale bevolking er
overheen gaat. Grote manden met gras op de rug en zonder handen
te gebruiken zijn ze er in een mum van tijd overheen. Ook het meisje
van de appels komt met een volle mand over de brug. Ik herken haar
en bedank haar nogmaals. Helemaal glunderend vraagt ze mijn naam
en trots als een pauw blijft ze naast me lopen. Ik ben haar vriendin
zegt ze. Ze geeft me zelfs haar ringetje, dat ik maar met moeite
kan weigeren. Iedereen die we passeren groet ons. Nritsi, mijn vriendin,
blijft naast me lopen en legt iedereen uit wie we zijn. In het dorpje
Hussaini zit alle bewoners op straat, knikken ons toe en de kinderen
lopen in grote scharen met ons mee. Eenmaal terug op de Karakoram
neem ik afscheid van mijn vriendin en liften we terug naar Passu.
|