(23-08-99)
Ice Mountain basecamp
We gaan steeds harder hijgen en krijgen steeds meer last
van hoofdpijn. Garry hebben we al een uur geleden achter moeten
laten omdat hij te ziek was. Na elke berg met gletsjerpuin komt
er nog een. Maar als we dan eindelijk het ijs aanraken, dan is het
toch wel heel indrukwekkend. Toen we twee dagen geleden begonnen
aan de horsetrek, hadden we een easy ride voor ogen. Lekker weer,
beetje rijden en kamperen. Het pakte iets zwaarder uit.
Schimmel
We starten met een groep van ongeveer 11 mensen en bijna evenzoveel
gidsen cq helpers. Het blijkt dat ook onze Israelische vrienden
uit Laos weer van de partij zijn. In het begin is het even wennen
aan het paard.Mijn schimmel gaat als een speer. Iets te hard naar
mijn zin, ik loop niet graag voorop. Johan heeft nog nooit paard
gereden, dus die zit in de achterhoede. Behalve dat ik wat gestresst
probeer mijn schimmel in te tomen, gaat het verder allemaal goed.
Na een paar uur rijden door groen beboste heuvels, weides en akkers
komen we op een heuveltop. Daar ontvouwt zich het panorama van de
achterliggende bergen. De afdaling doen we te voet. In het dal,
langs een kabbelend beekje wordt het kamp voor die nacht gemaakt.
De paarden worden afgeladen op de plek waar straks de tenten komen
te staan. Jammer dat ze hier meteen de kans grijpen om uitgebreid
te wateren.
Wilde Israelische dansen
De rest van de middag is het relaxen. De actieven gaan nog rondwandelen,
ik verken slechts de tent. Het lijkt redelijk comfortabel, gesneden
gras met daarop paardendekens en schapenvachten. Uit de zadelzakken
komen een soort dekbedjes en de zadels zelf doen dienst als hoofdkussen.
Als het wat heeft geregent, wordt het wel wat modderig, want de
voorkant kan niet helemaal dicht en er is geen grondzeil. Het theewater
komt uit het beekje, waar ook de groenten in worden gewassen en
de paarden uit drinken. Maar ja, het is dit eten en drinken of anders
niets. De mannetjes sprokkelen hout voor het vuur, snijden de groentes,
bouwen de tenten op en maken de bedden klaar. Eigenlijk zijn ze
nonstop bezig. Johan helpt wel (vuurstoken) maar de meesten van
ons hangen wat rond. Eigenlijk is er maar een persoon die het geheel
wat minder relaxed maakt; de enige chinees, een rijke tourist, in
ons gezelschap. We noemen hem al snel de poepchinees. Zijn engelse
naam is Two Stones en hij werkt voor de lokale tv van Chengdu. Two
Stones zingt de hele dag en is dus heel nadrukkelijk aanwezig. Als
's avonds het kampvuur flink wordt opgestookt heeft onze poepschinees
inmiddels de nodige flesjes chinese wiskey achter de kiezen. Ietwat
lodderig loopt hij in zijn dikke te grote Tibettaanse jas rond het
vuur; 'dancing dancing' blijft hij roepen. Na de nodige internationale
liederen, laten de Israelische mannen zich niet kennen. Allerlei
dansen worden opgevoerd, waaraan iedereen mee doet. Na een aantal
dansen zijn we echt kapot. Als we in onze tent liggen komen de mannetjes
ons nog even instoppen.
Beren
Helemaal stijf kruipen we 's ochtends uit onze tent. En ik had nog
wel zo'n lekkere lange thermische onderbroek aan. De mannetjes zijn
al een soort oliebol broodjes aan het frituren, Ja ja, ze houden
hier wel van een stevig ontbijtje. Het weer is wat minder vandaag,
het miezert af en toe. Bijna de hele route gaan we stijl omhoog.
Rond de middag komen we bij het basecamp aan. Het is hier erg koud,
alle omringende bergtoppen zijn in de wolken gehuld. Als je gaat
plassen is het gras al nat voordat je gaat hangen! Pas nu gaat groep
A zich van groep B scheiden, want groep A doet een trek van drie
dagen en zij moeten vanmiddag nog omhoog. De hele middag liggen
wij, van groep B, in Tibettaanse jassen gerold in de tent. Garry
komt van de Karakoram Highway en heeft heel veel nuttige tips voor
ons. Alles opschrijven in ons notebook.
Het Base camp ligt op ongeveer 3800 meter en de temperatuur bedraagt
slechts 8 graden. Als je de plasheuvel bent opgeweest, kom je helemaal
hijgend terug. We zijn blij dat we vanmiddag wat tijd hebben om
aan de hoogte te wennen. Het is al bijna donker als groep A terugkomt.
Ze zijn volledig uitgeput en ze hebben veel last gehad van de hoogte.
Het weer was zo slecht dat ze niet eens de Ice Mountain hebben beklommen!
We krijgen heerlijke stevige noodlesoup die we in de tent opeten.
De tenten zijn dit keer echt rond het vuur gesitueerd. Warm geworden
door de soep, installeren we ons meteen voor de nacht. Tibettaanse
jas onder ons en bovenop het dekbed nog een jas. Twee paar sokken,
lang termisch ondergoed, T shirt en blouse en een 'polar buff' over
mijn hoofd. Met z'n vieren dicht tegen elkaar gekropen. Het mannetje
dat ons komt instoppen, neemt z'n geweer mee en laat dat bij ons
achter. Het vuur wordt de hele nacht doorgestookt. Er komen hier
beren voor….
IJs in zicht
Na wat oliebollenbroodjes gaan we weer op pad. Nog stijver dan gisteren
klimmen we weer het paard op. Het pad is heel smal, glibberig en
stijl. De paarden hebben er moeite mee. Maar het is een prachtige
dag. Het is helemaal helder en nu kunnen we pas zien hoe mooi het
basecamp gesitueerd is. Als we bovenop een subtop komen, krijgen
we opeens de gletsertop van de Ice Mountain in beeld. Heel gaaf!
We gaan van de paarden af als we een plateau bereiken. Te voet gaat
het verder, richting de gletsjer die heel dichtbij lijkt. Maar we
gaan heel langzaam, stapje voor stapje. Met name Garry heeft veel
last van de hoogte. Als we de eerste brokken gletsjer puin zijn
overgeklauterd, geeft hij het op. Samen met twee gidsen gaan we
verder. Ze moeten steeds vaker op ons wachten. Ons doel is het begin
van de gletsjerwand, op zo'n 4500 meter. Het is heel indrukwekkend
om daar uiteindelijk te staan en het ijs aan te raken. De top is
nog zo'n 750 meter hoger. Lang kunnen we er niet van genieten, want
we krijgen last van hoofdpijn en misselijkheid. Bovendien vallen
er regelmatig stenen langs de gletsjer naar beneden. Aangezien we
aan de overkant veel steenlawines hebben gezien, nemen we niet te
veel risico en gaan snel terug.
De weg terug naar het basecamp is lang, ondanks dat het bergafwaarts
is. Om de paarden te ontzien gaan we te voet naar het basecamp.
De hoogte droogt je uit. Helemaal uitgeput en misselijk zet ik me
in het basecamp aan een kop thee en nog een oliebolbroodje. We moeten
zometeen nog het paard op. De gidsen willen verder omlaag, omdat
iedereen zich slecht voelt. Op zich ook wel fijn want het weer is
inmiddels omgeslagen. Als we weer in de bosrijke dalen aankomen,
voelen we ons al een stuk beter.
,br>De laatste dag is weer rustig, door de heuvels dalen we langzaam
af naar Songpan. Niet alleen wij, maar ook de paarden zijn moe.
Ze struikelen steeds vaker en Garry valt nog van zijn paard. We
lassen een extra stop in bij een T ibettaans klooster, waar de mannen
erg welkom zijn en de vrouwen niet verder mogen dan de gebedsgang.
Aan het eind van de middag rijden we als stoere Lucky Lucks over
de houten hangbrug het dorp binnen.
|