home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend prikbord

home

China 4/8

vorige / volgende

   
 

De Tiger Leaping Gorge bedwongen.

In het noorden van China's zuidelijkste provincie Yunnan liggen ruige bergen en plateau's. Ze vormen de zuid-westelijke uitlopers van de tibettaanse hoogvlakte. Het is hier waar de rivier de Yangze begint. Daar waar de Yangze nog Jinsha heet, passeert het rode water de 16 kilometer lange 'Tiger Leaping Gorge'.

Deze kloof is beroemd en berucht onder reizigers. Vroeger berucht omdat er vanwege de zwaarte van het traject doden zijn gevallen. Tegenwoordig is de kloof berucht om de vele dynamietexplosies. Ook deze hebben aan mensen het leven gekost.

Jade Dragen Snow Mountain
Redelijk goed voorbereid beginnen we aan de trek. Omdat we met z'n vieren zijn, Eline, Karin, Johan en ik, verdelen zoveel mogelijk de benodigde spullen en lopen we alleen met kleine onze rugzakjes. Ook kopen we flink in, genoeg water, noten, gedroogd fruit en chocoladekoekjes. Menig expeditieleider zou jalours zijn geweest op onze proviant. Maar wij zullen in elk geval niet van honder of dorst omkomen! Hoewel de trek begint in Daju, kopen we in eerste instantie een buskaartje tot halverwege. De bedoeling is om eerst de Jade Dragon Snow Mountain op te gaan. Met z'n 5500 meter (boven het Lijiang plateau) de op een na hoogste berg van Yunnan. Met een kabelbaan tot ergens halverwege en daarna een wandeling tot aan de sneeuwgrens. Nog voordat de voet van de berg in zicht is, worden we verzocht een ticket te kopen voor de 'scenic zone'. Dit is duur en lijkt bestemd te zijn voor een of ander toeristenpark. Zolang wij niet betalen, rijdt de bus niet door. Alle Chinezen beginnen tegen ons in het Chinees te schreeuwen. Als we niet betalen, moeten we de bus uit (ondanks dat we wel een buskaartje hebben). De sfeer wordt dermate grimmig dat we besluiten om in de bus een buskaartje te kopen naar Daju en de mountain maar te schrappen uit het programma. Dat leidt weer tot de nodige commotie onder de Chinese touristen. Die hebben inmiddels onder protest een ticket gekocht en dat willen ze nu teruggeven.

Lost before take off
In Daju komen we een groepje bekenden uit Lijiang tegen. Na een stevige noodlemaaltijd gaan we met het hele stel lopen.De eigenlijke trek begint met een ferry oversteek. Onze nogal primitieve routebeschrijving zorgt er dan ook voor dat we door alle rijst- en maisvelden de ferry niet echt kunnen vinden. Eigenlijk hebben we al meer dan een uur gelopen voor dat de officiele trek begint. Aan de overkant van de Jinsha begint meteen het echte werk. Stijl omhoog, tot aan een soort toendra-achtig plateau. Onderweg passeren we vele Naxxi-dorpjes. De regionale minderheid die hier in de meerderheid is ten opzichte van de Han-Chinezen. Hoewel we als groep starten, valt het geheel snel uiteen. Niemand zal verbaasd zijn te horen dat ikzelf natuurlijk de achterhoude vorm. Samen met Johan, aangezien hij een heftige diareedag heeft en daardoor wat zwakjes is.

Veranderlijke landschap
Tijdens het eerste deel van de tocht is de rivier nergens te bespeuren. Maar zo gauw het landschap van groen overgaat in leisteen, kwartsrotsen en afgebrokkeld marmer, horen we ook de rivier ruisen in de diepte. Als we aan het begin van de avond Walnut Grove zien liggen, zijn we blij dat we de eerste overnachtingsplaats hebben bereikt. Het landschap ondergaat telkens weer subtiele veranderingen. De ruige rotsen van de eerste dag maken na Walnut Grove snel plaats voor een soort alpenweides. We gaan ook steeds hoger. De route splitst zich namelijk in een hoge en een lage route. De lage route is de nieuwe weg in wording. Vandaar ook de vele dynamietexplosies. In en in zonde voor het rustige en onbedorven karakter van de kloof. Maar wie zijn wij om de mensen in de kloof bereikbaarheid en bijbehorende luxe te ontzeggen. Toch berokkenen de explosies veel schade aan de natuur. niet alleen door de weg zelf, maar ook door de velel landslides die daarop volgen.

Wij kiezen voor het hoge pad. Daardoor zien we niet continue de rivier beneden ons, maar het uitzicht is des te mooier. De afstand tussen het water en de toppen van het Haba gebergte aan de ene kant en de Jade Dragon Snow Mountain aan de andere kant, bedraagt zo'n 3900 meter. Wij lopen de meeste tijd op ongeveer 3300 meter. Na de alpenweide komt de jungle. Er zijn heel veel watervallen en vaak moeten we daar doorheen waden. We signaleren nog een slang, die snel wegschiet tussen de stenen. Over de meeste verse landslides zijn hele smalle nieuwe paadjes gevormd, dus soms lopen we over een smal kleirandje. Dan ben ik wel heel blij dat het niet regent, want dan moet het wel heel glibberig zijn hier. De tweede nacht slapen we in Halfway Guesthouse. Daarna lijkt de weg nog meer te stijgen, zijn er nog meer watervallen en dan lopen we opeens in een doodstil dennenbos.

Enerzijds zijn we blij als het pad gaat dalen, de bergen kleiner worden en het einde van de kloof in zicht komt. Anderzijds is het ook wat ontluisterend om na de rust van de kloof weer het drukke schreeuwerige Qiautou te staan.

top

home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend