(12/00/99)
Tijgers, tempels en Thamel
We zijn eigenlijk alweer op de terugweg van onze junglewalk
in Chitwan National Park. Veel hebben we niet gezien, wat apen en
een hert, maar het was erg leuk. Jaloers praten we na over het stel
dat zojuist een grote zwarte beer op dit pad had gezien. Plots horen
we een enorm gebrul. Een gids kijkt heel opgewonden, de ander zegt
'gewoon een olifant'! Dan weer dat gebrul en direct daarna geritsel
in de struiken vlakbij ons. De serieuze gids kijkt wat paniekerig;
het is een tijger.
Hoewel we natuurlijk wel hadden gehoopt op veel wilde dieren, hadden
we niet echt verwacht veel te zien. Daarom waren we prima tevreden
over de junglewalk. Maar zo'n tijger op 'n steenworp afstand, is
wel heel stoer.
Olifantengras
We staan nog steeds op het pad waar we het gebrul hebben gehoord
en we horen het nog een keer. 'Tigre, Tigre' fluisteren de gidsen
opgewonden. Ik stel voor de bosjes in te gaan, maar de gids zegt
dat het zeer gevaarlijk is. In plaat daarvan worden we in stilte
vooruit geduwd, want het kan zijn dat de tijger het pad oversteekt.
Aan het gebrul te horen heeft de tijger net een prooi te pakken
gekregen, verteld de gids. Door het metershoge olifantengras kun
je niet vooruit kijken en loop je het risico dat je opeens bij de
tijger komt. Zeker als hij net een prooi heeft gevangen is een tijger
erg onvoorspelbaar en gevaarlijk. De jongere gids klimt nog in een
boom om te kijken of hij wat ziet, maar het hoge gras is echt ondoordringbaar.
Dan lopen we toch maar terug. Het geeft wel weer stof tot praten.
In het jungle resort worden we later ook aangesproken 'zijn jullie
dat van die tijger?'
Neushoorns van dichtbij
Dezelfde dag gaan we op een olifant het wildreservaat in. Alleen
het zitten op zo'n olifant is al een belevenis op zich. We zitten
met vier man in een houten bakje op de rug van de olifant. De bestuurder
zit op zijn kop en maakt met zijn tenen bewegingen achter de oren
van de olifant. Dit is het besturingsmechanisme! Onze schoenen rusten
gewoon op de olifantenhuid. Die is dik en keihard, met hier en daar
een grote, harde haar die eruit steekt. We zijn nog maar net onderweg
als we een stel neushoorns zien. Ze staan in het hoge gras, maar
vanaf de olifantenrug kunnen we ze prima zien. Het gekke is dat
ze niet bang zijn van een olifant en ook niet van een olifant met
vier toeristen en flitsende fototoestellen op zijn rug. De rhino's
blijven gewoon staan en eten door. Ze lijken klein van bovenaf gezien,
maar als je ze lopend tegenkomt zijn ze hartstikke gevaarlijk. Ze
zien bijna niets, voor de zekerheid rennen ze daarom in volle vaart
op alles af wat beweegt. Veel dodelijke ongeluken in het Chitwan
Park worden veroorzaakt door de neushoorn. Op de terugweg zien we
vanaf de olifant nog verschillende herten en apen. Een geweldig
avontuur.
20 duizend meren
's Ochtends in alle vroegte glijden we in een uitgeholde boomstam-kano
over de rivier. Het water is veel warmer dan de buitenlucht waardoor
er rooksliertjes lijken op te stijgen uit het water. Er heerst een
prachtige stilte in het rozige licht van de opgaande zon. We zien
de ene bijzondere vogel na de andere. Grote watervogels op drijvende
eilandjes in de rivier, maar ook kleinere vogels, knalgeel, of die
helblauwe in de jungle op de kant. Ze fladderen altijd net weg als
we vlakbij zijn. Opeens zien we vlak naast de aardekleurige stijle
wal een paar bobbels boven het water uitsteken. De ogen van een
krokodil staren ons rustig aan. Een eindje verderop drijft er nog
een. De bescherming van de lage boomstam-kano lijkt ineens vrij
beperkt! Met een landrover doorkruizen we daarna het 20 duizend
meren gebied. Een uitgestrekt gebied met meren, vennen, moeras en
sloten. Wederom heel veel vogels, maar ook diverse herten, krokodillen
en wat badende neushoorns in de verte.
Via een andere ingang gaan we het wildreservaat weer in. Er is een
klein museum bij het bezoekerscentrum. Buiten staat tijdelijk een
kist met een tijger erin. Deze was ziek en gaat weer terug het park
in. Penny tuurt in de kist en in een fractie van een seconde schiet
een tijgerklauw de kist uit. Het scheelt maar een decimeter of er
was een flinke haal uit Penny's gezicht geweest. We staan allemaal
te trillen op onze benen. Zo'n wildreservaat is niet echt een dierentuin.
Ik ben nu ook wel blij dat we gisteren niet de bush zijn ingegaan
op zoek naar de tijger. Zelfs in een kist zijn ze levensgevaarlijk.
We sluiten de dag af met een laatste wandeling door het park.
Durbarplein
Een hele verandering met de natuur van Chitwan National Park is
de hectiek van Thamel en het Durbarplein in Kathmandu. Ook Thamel
en Durbarplein verschillen weer alsof het andere werelddelen zijn.
De wijk Thamel bestaat uit een kilometers lange aaneen geregen band
van hotels, restaurants en souvenirwinkels. Afgezien van de rikshaws
en het afval op straat, waan je je aan de Costa del Sol. Via een
wirwar van middeleeuws aandoende straatjes, met op elke hoek een
temeltje, kom je op het Durbarplein. Hier staan er zo ver het oog
strekt tempels. Klein en groot en bovenal omgeven door veel, heel
veel mensen.
Het Durbarplein is niet bepaald verkeers-vrij! Als je oversteekt
van de ene naar de andere tempel, moet je dan ook oppassen dat je
niet wordt overreden door een brommer of dat je een hap uit de kuit
krijgt door een fanatiek voortgetrapte rikshaw. De tempels maken
letterlijk deel uit van het dagelijkse leven. Er komen veel mensen
bidden en offeren. Offerandes in de vorm van bloemslingers en zoetigheden
in bakjes van bladeren, worden ter plekke vervaardigd. Sommige tempels
vormen een grote groentenstal en in een andere tempel zijn marktkraampjes
gebouwd van waaruit kruiden en specerijen worden verkocht.
De levende godin
De meest opvallende verschijningen zijn wel de sadhoes, ze
zijn gewikkeld in rode stof of oranje doeken en hebben een beschilderd
gezicht. Officieel zijn zij de tempelbewaarders, maar hier in Kathmandu
zijn de meeste commercieel gegaan; 100 roepies voor een foto. Behalve
alle tempels die zijn opgedragen aan hindugoden en hun vele reincarnaties
heeft Kathmandu ook een levende godin: Kumari. Kumari wordt als
vierjarige gekozen uit een groep met kleuters uit een bepaalde kaste.
Zij moeten de meest afschuwelijke gebeurtenissen doorstaan. In een
donkere kelder met afgehakte koeienhoofden moet je je als kleuter
kranig weren, want de moedigste zal Kumari zijn.
Met haar familie neemt de godin vervolgens haar intrek in haar tempel
en wordt ze slechts enkele malen per jaar aan het publiek vertoond.
Bij de eerste menstruatie is het Kumari-af en gaat het gewone leven
verder. Nou ja gewoon, het is voor veel ex-Kumari's moeilijk om
een man aan de haak te slaan, want de legende wil dat haar man binnen
zes maanden zal sterven. Welke gek trapt daar nu in. Wij hadden
het geluk Kumari in levende lijve te mogen aanschouwen. Gedurende
enkele seconde hield ze haar dik opgemaakte, chagerijnige hoofd
voor het raam. Je zou bijna zeggen dat ze ongesteld was....
Ghats
De hectiek van Kathmandu neemt af naarmate je verder de Kathmandu-vallei
ingaat. Slechts een half uurtje van Kathmandu ligt het stadje Pashupatinath
aan de Bagmati rivier. Hier staat de grootste en belangrijkste Hindutempel
van Nepal. Dit trekt hele stromen gelovige aan. Hoewel je als niet-Hindu
niet in het eigenlijke tempelcomplex mag, heb je vanaf de heuvel
aan de andere kant van de rivier wel een prachtige uitzicht over
het hele complex. Door de kleurige sari's van de vrouwen, vormt
de tempel een druk en fleurig geheel. Iedereen krioelt door elkaar
en draagt slingers met oranje bloemen. Zakjes met kleurstoffen in
alle kleuren van de regenboog worden over de tempelbeelden heengestrooid.
Langs de rivier, onderaan de tempel, zijn een aantal ghats gesitueerd.
De crematieplaatsen voor de Hindu's. Als je aan de andere kant van
de rivier naar de tempel kijkt, kun je ook de crematie-rituelen
op een steenworp afstand volgen. Enerzijds is het morbide, anderzijds
is het ook heel mooi om de rituelen te zien waarmee de Hindu's afscheid
nemen van hun doden.
Reiniging
Het lijk wordt eerst gewassen in de heilige rivier. De rituelen
worden uitgevoerd door de zonen en voornamelijk door de oudste zoon.
Hieruit blijkt het belang dat Hindus hechten aan de geboorte van
een zoon; zonder zoon kunnen zij hun huidige leven niet naar behoren
verlaten. Na het wassen wordt de dode in doeken gewikkeld en behangen
met bloemslinger. Kleurstof en water uit de rivier wordt vervolgens
over de overledene uitgestrooid. Na deze handelingen wordt de dode
op een draagbaar verplaatst naar de ghat, waar reeds een brandstapel
is opgebouwd. Hoe hoger de stapel met hout, hoe rijker de familie
is. Vanaf hier zijn er geen vrouwen meer bij de gebeurtenis aanwezig.
De oudste zoon heeft een kaalgeschoren hoofd en alle helpers dragen
slechts witte doeken en geen kleding.
Recycling
De laatste rituelen worden uitgevoerd. De kleren van de overledene
worden in de heilige Bagmatirivier gegooid, zodat de overledene
deze in het hiernamaals weer kan gebruiken. Naakt ben je ter wereld
gekomen en zo dien je de aarde ook weer te verlaten. Eenmaal op
brandstapel wordt de dode aangestoken in de mond. Het lichaam wordt
afgedekt met nat gras, om de verbranding aan het gezicht te ontrekken.
Alleen de voeten steken nog uit. Het dagelijkse leven gaat ook hier
door, crematie of niet. Nog tijdens de rituelen pikken kleine jongetjes
overal de munten op die de nabestaanden naar het lichaam hebben
gegooid. In de rivier staat een handelaar in tweedehands kleren
de kleding en doeken uit de rivier te vissen van de doden, die nog
niet eens helemaal zijn verbrand. Niemand lijkt zich hier aan te
storen. Degene die in de rivier staat om as en halfverbrande boomstronken
in beweging te krijgen -de doorstroming is door de grote aanvoer
van materialen aardig afgenomen- leent zijn gereedschap graag even
uit voor het ophalen van een kledingstuk.
Behoorlijk onder de indruk lopen we door naar het volgende stadje.
Hier viert het Budhisme hoogtij en de stad Bodhnath wordt dan ook
gekenmerkt door de enorme Budhistische stupa in het hart van de
stad. Vrolijke gebedsvlaggen wapperen in de wind en murmelende pelgrims
lopen kloksgewijs rond de stupa. Het leven lijkt hier een vrolijker
tintje te hebben, maar niets is voor ons gruwelijker dan de sky-burials
waarmee de meeste Budhisten afstand doen van hun doden.
|