home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend prikbord

home

Kenia 3/4

vorige / volgende

   
 

Daktari

Ik wurm me net onder mijn klamboe als de zaklamp kapot gaat. Het is meteen pikdonker. We zitten midden in het Kakamega regenwoud en in ons huis op palen is geen electra. Johan scharrelt rond op zoek naar een kaars, met een stompje loopt hij naar beneden om een reservelamp uit de auto te halen. Direct wordt hij aangeklampt door één van de vrouwlijke boswachters. Haar moeder is ernstig ziek en moet spoedig mogelijk naar het ziekenhuis. Dilemma.

"Rijdt nooit na zonsondergang!", heeft iedereen ons op het hart gedrukt. De zon is al uren onder, we zitten midden in het regenwoud en de onverlichte zand'wegen' zijn in abominabele staat. Deze gevaren moeten we afwegen tegen wellicht een mensenleven.

Kenya tea
De route naar Kakamega is prachtig -zo mooi dat we voor het eerst fout rijden- uitgestrekte theeplantages zo ver het oog reikt. Plukkers staan gebogen over de felgroene jonge scheuten. Met grote borden langs de weg wordt de Ketepa thee aangeprezen (Kenyan Tea Packers). De weg voert ons langs kleine dorpjes, waar het leven zich afspeeld rond lemen hutjes met een puntdak van stro. De kinderen die langslopen, zwaaien en knagen ondertussen op enorme stengels suikerriet. Er wordt volop geoogst en de open trailers worden zo volgeladen dat menige stengel op de weg terecht komt. Maar lang blijven die niet liggen, want jong en oud knagen graag een stengeltje weg.

Zodra we van de doorgaande route afgaan, merken we de invloeden van het regenwoud. De rode aarden weg is helemaal glibberig en blubberig. Al snel moeten we 4WD erop zetten. De bomen met hun dichte kruinen hangen helemaal over de weg, daar waar en straaltje zonlicht wordt doorgelaten zie je de dampen opstijgen uit het pad.

Paalwoning
Bij het resthouse, op een open plek in het bos, worden we met veel enhousiasme ontvangen door de boswachters cq gidsen. Ondanks dat dit het enige stuk regenwoud in Kenia is, komen hier nauwelijks toeristen. Het oorspronkelijk als luxe guesthouse opgezette onderkomen, is nu vergane glorie. De houten palen waar het op staat, zijn voor een deel doorgerot. Telkens als er iemand rondloopt wiegt het hele bouwwerk langzaam heen en weer. De stoffige houten planken kieren aan alle kanten, maar dan kunnen we mooi een oogje houden op de auto die onder ons staat.

Er is geen electra, maar wel water. Vol trots worden we meegetroond naar de aanpalende badkamer. Een losse badkuip op de vloer en een gammele toiletpot. Twee ijzeren pinnen en een gat in de vloer verraden de plaats waar ooit een wastafel zat. Het water stroomt niet hard genoeg en met een staaf slaat gids David een paar keer flink hard tegen de leiding aan de buitenkant. Met enig gespetter komt er een straaltje bruinig water uit de kraan van het bad. Niet dat ik ook maar een seconde heb overwogen om hier een bad te nemen, maar dat zal ik David maar niet vertellen. Aangezien de lokatie prachtig is en we verder geen andere keuze hebben, gaan we in zee met David. Niet alleen voor de kamers, maar ook als gids.

Suzie
Bij het resthouse kun je niet eten, maar een eindje verderop zit een hutje langs het pad. Suzie runt dat hutje cq 'restaurant'. Voor lunch kunnen we kiezen uit chapati met ei. Als we vanavond ook wat willen eten, moeten we dat nu alvast bestellen. En betalen. Want Suzie weet van wanten. Er lopen genoeg kippen rond, dus daar willen we er wel één van. Het komt allemaal dik in orde. Na de lunch gaan we met David het woud in. Hij is hier duidelijk meer op zijn gemak dan in het resthouse en somt met het grootste gemak alle Engelse en Latijnse namen op van bomen en struiken. Mijn moeder is als plantenkenner helemaal onder de indruk van David's kennis. Behalve veel tropische bomen, zoals wurgvijgen en schuurpapierstruiken, zien we ook veel dieren. De wat bekendere Zwart-witte Colobus aap, maar ook de bijzondere Rode Staart aap en de Blauwe aap.

De kerk
Na de wandeling doen we een kopje thee bij Suzie. Daar zien we natuurlijk net een arme kaalgeplukte kip langskomen. Het wisselgeld van de thee komt later, ja ja, zeker net als het wisselgeld van de lunch vanmiddag. Aan het einde van de middag gaan we met David nog een bergje beklimmen. Dit onderdeel doet hij niet 'officieel' als gids, maar het is dan wel de bedoeling dat we hem persoonlijk een fooi geven. Zo subtiel als het maar kan, wordt dat er even expliciet bij vermeld. Het uitzicht is erg fraai. Kilometers tropisch regenwoud strekt zich naar alle kanten uit. Eén groot, groen bladerdak. Om te voorkomen dat we in het donker bij Suzie aan tafel zitten, gaan we vroeg eten. Het smaakt prima. De bestelde drankjes arriveren halverwege de maaltijd, die worden per fiets aangevoerd uit het dichtsbijzijnde dorp, 10 kilometer verderop. Na het eten wil Suzie ons nog snel een donatie voor de nieuw te bouwen kerk -hier?- in de maag splitsen. "We krijgen nog wisselgeld terug" zegt Johan "geef dat maar aan de kerk". Suzie kijkt niet blij.

Dilemma

Alles is gehuld in het donker. We kunnen niets anders doen als om zeven uur naar bed. De klamboe hangt al en ik lig er reeds onder, als Johan met de fijne mededeling binnenkomt. Eén van de vrouwelijke boswachters heeft hem gevraagd haar zieke moeder naar de daktari te brengen. Deze Daktari (dokter) bevindt zich in het 17 kilometer verderop gelegen ziekenhuis. Bij kaarslicht zie ik het dilemma op Johan's gezicht. Volgens de vrouw is haar moeder echt doodziek. Maar om nu in het donker, midden in zo'n afgelegen gebied te gaan rondrijden, is ook niet bepaald vrij van gevaren. Het voorstel om haar bij het ochtendgloren weg te brengen, vindt geen gehoor.

Mijn vader biedt aan met Johan mee te gaan. Ook willen we David mee hebben, die weer met hun mee terug kan rijden. Mijn vader moet nog op z'n strepen gaan staan, om te voorkomen dat de hele familie van de zieke moeder mee naar de daktari gaat. Dat ziet hij niet zo zitten. Als het bonte gezelschap is vertrokken, kruip ik snel bij mijn moeder in bed. Samen bedenken we in het donker de meest gruwelijke scenario's: een ongeluk, een kapotte auto, een overval of misschien is het wel één groot vooropgezet plan. Die zieke moeder hebben we immers nooit gezien. De tijd gaat slechts langzaam voorbij. Johan heeft nog snel de enige andere gast in het resthouse ingeseind. Telkens als we hem horen strommelen, beginnen onze harten te bonken. Ze komen ons en onze moneybelts halen....

Safari
De safari (reis) naar de daktari verloopt zonder al te grote problemen. De zieke moeder moet ergens diep in het bos worden opgehaald. Ze heeft inderdaad een heftige astma aanval, maar als leek (met EHBO diploma) twijfelt Johan aan het levensbedreigende niveau. De weg is gruwelijk. Door het pikdonkere regenwoud banen ze zich een weg over lavabrokken, grote losliggende stenen van het formaat 'weg onderkant auto' en op sommige plaatsen is opeens geen weg meer en gaapt een gat zo groot dat er een hele Landcruiser in past. Zo goed en zo kwaad als het gaat proberen ze de weg te vinden rondom alle opstakels. De vrouw voorin zit zenuwachtig met haar zaklamp te spelen. "Ze is toch niet naar iemand aan het seinen", flitst het bij Johan door z'n hoofd. Maar na een uitputtende safari worden moeder en dochter afgeleverd bij de daktari. Ze willen nog betalen. Johan legt uit dat dat niet nodig is, dat onze aarzelingen puur was ingegeven door veiligheidsoverwegingen en niet vanwege de kosten.

Paniek
De weg terug heeft echter nog meer in petto. Halverweg stuiten ze op een groep mensen die iets zwaars meezeulen. Ze seinen met zaklampen en maken wilde gebaren met hun armen. Een paniekgevoel maakt zich van de mannen meester. Dan begint David ook nog luid te roepen "doorrijden! niet stoppen! gas geven". Even lijkt een overval niet meer te vermijden, maar Johan manouvreert de auto op volle vaart voorbij het gezelschap. Als iedereen weer is bijgekomen, vraagt Johan aan David wat dit nu in godsnaam was. "Ze hebben hetzelfde probleem als wij", zegt David, "ze dragen een zieke vrouw naar het ziekenhuis". Enigzins verbijsterd vragen ze zich af hoe hij zo koelbloedig 'doorrijden' heeft kunnen roepen, terwijl er net met veel bombarie wel iemand uit zijn dorp is vervoerd. Niet dat ze graag nog een ritje hadden willen doen. Blijkbaar is hier de keuze van leven of dood veel eenvoudiger; zodra de dorpsgrens overschreden wordt, is het niet meer jouw probleem. Als mijn moeder en ik de auto horen ronken in de verte, springen we opgelucht overeind. We hebben het weer overleefd.

's Ochtends ontbijten we op wat omgevallen boomstammen in het zonnetje. De Blauwe aapjes slingeren zich alweer van boom tot boom. Het bos ziet er overdag een stuk vrediger uit. Als we de auto gaan inpakken, staat die inmiddels in een flinke laag water: David heeft gisteren in zijn enthousiasme de waterleiding kapot geramd.

top

home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend