Nairobbery
Met een groepje van een man of vijf lopen we vanaf de camping het centrum van Nairobi in. Al kletsend kijken we uit naar een supermarkt. Tot we opeens een schreeuw horen. Eén van de meiden is zojuist haar kettinkje kwijtgeraakt. Al lopende werd haar haar opgetild, het kettinkje afgerukt en de daders waren er vandoor. Het is midden op de dag, het is vol met mensen in een net deel van Nairobi. Een paar seconden en het is gebeurd.
Na alle vreselijke verhalen viel het uiteindelijk best mee in Nairobi. Dachten we. Nu staan we opeens weer op scherp.
Guns & Camera's
We verbazen ons erover hoe westers Nairobi is. Het is wel stoffig, maar niet echt vies in de straten. De wegen zijn ruim van opzet en staan helemaal vol met auto's. Alles is te koop in de winkels. Zelfs de westerse merken. Grote bankgebouwen, luxe hotels en bordjes met 'Email' bepalen het straatbeeld. Het verschil met India is enorm, waar de met afval gevulde straatjes voornamelijk worden bevolkt door fietsen en voetgangers. Het is moeilijk voor te stellen dat we ons in Afrika bevinden. Wat wel direkt opvalt is dat alles heel zwaar beveiligd is. Geen winkel zonder rolluiken en een gewapende politieagent. Elk huis of gebouw heeft een sticker van een bekende beveiligingsmaatschappij op de deur. Geldauto's in Nederland zijn goed beveiligd, maar hier hebben ze ook voor de voorruit een ijzeren hekwerk en lopen er zeker vijf zwaar bewapende militairen omheen.
Naast de bank op de Kenyatta Avenue zit de 'Guns & Camera's' shop. Voor de etalage staan mannetjes met veel intresse te kijken naar de wapens. We voelen ons dan ook niet helemaal op ons gemak als we bij de geldautomaat in de rij staan. Ondanks (dankzij) de bewaker -volledig uitgerust met helm, kogelvrijvest en pistool- van de bank. Blij als we weer terug zijn in de eveneens bewaakte camping-compound. Ook hier staat bij de poort een met mitrailleur gewapende militair.
Sieradeloos
Terug op de camping horen we van een ander meisje dat ook haar ketting is afgerukt. Alleen was zij zo moedig om de hand te griijpen en de vingers van de jonge dief als het ware open te pellen. Uiteindelijk heeft zij haar kettinkje terug gekregen, helaas wel kapot. Eerder deze week waren ook al twee Amerikanen op weg naar de camping van hun rugzak beroofd. Vanaf nu waarschuwen we nieuw aangekomen reizigers. Het is beter om geen sieraden te dragen, ook al zijn ze niet veel waard. Aarzelend knikken de gezichten om ons heen en zien we één voor één armbanden en oorbellen in de broekzakken verdwijnen.
Ook heeft Johan gemerkt dat het niet aan te raden is om in je eentje naar het centrum te lopen en al helemaal niet op zondag. Door de week is het overal druk met mensen die een werkend bestaan leiden. Op zondag lijken slechts de mensen rond te hangen die op een andere manier aan geld komen. Tot tweemaal toe loopt er iemand dreigend op hem af. Ook de jonge lijmsnuivertjes vallen nu des te meer op. Normaal proberen ze tijdens het bedelen hun lijmpotjes te verbergen. Nu lopen ze openlijk rond met de potjes vacuum aan hun neus gezogen.
Krantenkoppen
Na het eten slaan we de krant even open. In één etmaal zijn er vijftien auto's gestolen, waarvan de meesten met geweld van hun eigenaren afhandig zijn gemaakt. Er hebben drie onthoofdingen plaatsgevonden en een tweetal verkrachtingen. Twee politieagenten zijn vermoord, omdat ze hun wapens wilden stelen. Daarnaast zijn er nog een ontelbaar aantal berichten over berovingen, branden, ongelukken en diefstallen.
Dat dit soort voorvallen echt aan de lopende band voorkomen, ondervinden een viertal enigszins naieve medereizigers. Zij lopen 's avonds om een uur of negen vanuit het centrum terug naar de camping. Halverwege worden ze onder bedreiging van pistolen beroofd van al hun geld, paspoorten en camera's . Een van hen heeft een klap met een pistool in zijn nek gekregen, waardoor een aantal van zijn vingers is gebroken (zijn handen lagen achter zijn hoofd). Met een verdwaasde blik staan ze in de deuropening van de slaapzaal. 'Of er iemand een sigaretje heeft.' Stuk voor stuk krijgen ze niet alleen medelijden en bezorgdheid van iedereen, maar krijgen ze ook de vraag wat ze daar op dat tijdstip in hemelsnaam deden. Naief is niet teveel gezegd: 'Hoezo? We liepen daar gewoon en niemand stapte uit zijn auto om ons te helpen.' Ze hebben geen kopietjes van hun paspoorten en geen reservesleutel van hun auto. Kortom, ze zijn flink gedupeerd.
We zijn al een paar keer wezen eten bij een verzameling golfplaten hutjes op een paar minuten lopen vanaf de camping. Maar nu durven we daar bijna niet meer heen, in iedereen die ons aankijkt zien we een potentiële rover! Maar met gezond verstand en geen uiterlijk vertoon van rijkdom, moet je het wel redden in Nairobbery.
|