(27-09-99)
Meo deo, ofwel typisch China
Als je langere tijd in hetzelfde land reist, dan is er
een aantal dingen dat steeds terugkeert. De zogenaamde typische
zaken. Na 2,5 maand China zijn ons behoorlijk wat typisch Chinese
dingen opgevallen. Dit zijn geen algemene waarden, maar dingen zoals
ons die zijn opgevallen of waarover wij een theorie of mening hebben
gevormd. Het gaat niet alleen om bepaalde gewoontes, maar ook om
gebruiksvoorwerpen, structuren in de samenleving, architectuur en
familieverhoudingen.
Beleefdheidstoneel
Over het algemeen zijn Chinezen norse, gesloten mensen. Hun uniforme
gezichtsuitdrukking laat niet snel merken wat er in hun omgaat.
Dit heeft niet alleen te maken met de soms moeizame communicatie.
Soms zit je 40 uur met dezelfde Chinese familie in een treinhokje.
Er wordt niets gezegd. Tot een paar uur voordat de trein aankomt.
Nadat het eerste contact tot stand is gekomen, zijn ze niet meer
te stuiten. Ze willen alles weten, ze graaien je foto's uit je handen,
proberen je Chinees te leren en prijzen hun eigen stad aan. Sowieso
zijn een naderend vertrek of aankomst van bus of trein momenten
waarop Chinezen en masse nerveus worden. Vaak gaat opeens de muziek
hard aan, men gaat inpakken, rommelen, praten en heen en weer lopen.
Voor ons is dat het teken dat het nog ongeveer een half uur duurt,
voordat er iets concreets gebeurt. Dan kun je ook die heerlijke
beleefdheidstaferelen weer aanschouwen.
Per definitie moet je eerst
drie keer weigeren als je iets wordt aangeboden, de aanbieder blijft
aandringen. Het gebeurt maar zelden dat iets definitief geweigert
wordt cq kan worden. Wat hebben wij het dan makkelijk, gewoon ja
zeggen als je iets wilt en nee als je het niet wilt. Deze beleefdheidsperikelen
kunnen aardig oplopen. Soms gebeurt het dat iemand een kaartje koopt
voor een ander. Als degene daar dan geld voor wil geven, wordt dat
vanzelfsprekend geweigert. Dan probert men het geld in de zakken
van de ander te proppen. Dit wordt er 'woedend' uitgehaald en weer
teruggestopt, er ontstaat een bijna-handgemeen en het is altijd
onvoorspelbaar wie er als de winnaar uit de bus zal komen.
Little
emperors
De meeste gezinnen in China hebben maar 1 kind. Op het platteland
zijn soms 2 of 3 kinderen toegestaan. In gecultiveerde streken bestaat
het doorsnee gezin uit drie personen. Dit ene kind wordt door de
ouders op handen gedragen. Logisch wellicht, maar opvoedkundig gezien
niet optimaal. Het kind krijgt in alles zijn zin; ze eten en drinken
wat ze willen en gooien weg waar ze geen zin in hebben. Ze doen
en laten wat ze willen. De jongetjes zijn het ergste. Vaak werken
vader en moeder namelijk in een verschillende stad en kennen de
kids alleen af en toe in het weekend het vaderlijk gezag. Maar die
vaders verwennen hun zoontje net zo erg. Vanaf het moment dat ze
kunnen praten en lopen hebben de moeders in elk geval niets meer
over hun kind te zeggen. Jongetjes van een jaar of zes slaan hun
moeder gerust in hun gezicht als het hun niet zint. Zo'n moeder
kijkt dan kwaad, maar onderneemt geen wezenlijke actie. Wij hebben
dat soort jongetjes de bijnaam 'Little Emperors' gegeven. Met angst
en beven zien we het tijdperk tegenmoet waarin deze Little Emperors
het voor het zeggen hebben in de Chinese samenleving.
Om nog even
over het onderwerp kinderen door te gaan. Luiers kennen ze hier
niet. Nu was me dat elders in Azie ook al opgevallen. Meestal hebben
ze dan een hele stapel schone broekjes bij zich die ze telkens vervangen.
In China hebben ze daar wat anders op gevonden. Je laat gewoon het
hele kruis van de broek open. Zowel broek als onderbroek zijn zonder
kruis. Als ze moeten plassen, loopt het meeste daar tussendoor (op
de stoep, in de trein, op het bed etc.) In hun periode van zindelijk
worden, houdt de moeder het kind een aantal malen per dag met de
benen wijd boven de stoep of tussen de stoelen in de trein en om
de behoefte te doen. Geen wonder dat als de kinderen wat ouder zijn
en ze wel broeken met dichte kruizen dragen, ze ook gewoon overal
gaan zitten. Of het nu midden in een drukke winkelstraat is, of
op een busstation (waar altijd een toiletgebouw is). Als ze het
heel netjes doen, dan doen ze het op de stoep in een plastic zakje.
Tegelwerk
Dat China een echt theeland is, dat wisten we al. Maar dat er altijd
en overal voor de theevoorziening wordt gezorgd, daar zijn we hier
pas achter gekomen. Overal krijg je een grote thermoskan met heet
water, hoe smerig of goedkoop het hotel ook is. Ook in elke treincoupe
hangt een op kolen gestookte ketel waar je warm water uit kunt tappen.
Wij hebben al snel een speciale plastic pot gekocht waar heet water
in kan. Losbladige groene thee moet je altijd bij je hebben, zodat
je in je eigen pot altijd thee kunt maken. Veel Chinezen hebben
zelf de primitievere variant van zo'n pot: een groot formaat jampot.
Iedereen heeft altijd en overl een pot bij zich, op het werk, in
de bus en tijdens de picknick in het park.
Wat je ook overal ziet
is een bed. Overal waar mensen werken, kun je ook een bed vinden.
De conductrice heeft een bed in de trein, de man die de voetgangerstunnel
schoon houdt, heeft een bed in een hokje in de tunnel, in het China
Telecom kantoor staat een bed onder de trap (voor vermoeide accountmanagers!),
de garagehouder slaapt tussen de olieblikken, etc. De meest voorkomende
gebouwen in china zijn een soort garageblokken, met winkeltjes onderin.
Daaroven staan de kamers meestal leeg, want iedereen slaapt in zijn
eigen winkel. De garagewinkels zijn in de universele China stijl
opgetrokken: witte tegels en blauwe glazen. Architectuur kent men
niet, elk gebouw wordt gewoon betegeld. Meestal langwerpige witte
badkamertegels van het goedkoopste soort. Af en toe wordt er wel
eens een afwijkend siertegeltje gebruikt.
Meo Het eerste
Chinese woord dat je in China leert in 'meo' (in pinyin: mei-yo)
ofwel ik heb het niet (cq ik wil het niet cq ik kan het niet). Dit
leer je nog voordat je hallo en dankjewel kunt zeggen. Om snel van
een buitenlander af te zijn, kun je het beste maar meteen 'meo'
zeggen. Of het nu gaat om eten, treinkaartjes of deodorant: meo.
Met name het kopen van treinkaartjes stuit op een meo-bureaucratie.
In bijna heel China is het voor buitenlanders nog steeds moeilijk
om treinkaartjes te kopen, vooral als het gaat om hardsleepers.
Je verschijnt voor het loket en zegt "ik wil een treinkaartje naar
…"; "meo" Dan probeer je het met andere bestemmingen, verschillende
vertrektijden en -data maar het blijft meo. Als je dan op hun computerscherm
wijst waar de verkeerde maand ingevuld staat, zegen ze alsnog meo.
De Chinezen voor en achter je in de 'rij', kunnen overigens wel
een kaartje kopen. De enige manier is om de kaartjes onder betaling
van fikse commissies door een hotel of reisbureau te laten regelen.
Zelfs dan kan het voorkomen dat je uiteindelijk op de dag van vertrek
nog steeds geen kaartje hebt. Dit kan je reischema aardig in de
war sturen, zeker als je ergens een vlucht moet halen. Ennuh, dat
van die deodorant is geen grapje; meo deo in China. Al anderhalve
maand loop ik elke drogist en supermarkt binnen en maak het bekende
rolgebaar onder mijn oksels: MEO
|