Zand, rednecks en dingo's
Met zo'n 80 km per uur crossen we over het zandstrand. Wat een gevoel van vrijheid. Af en toe komen onverwachts hoge golven vanuit de zee het strand opgerold. We rijden gewoon door en het water spuit hoog op. Datzelfde gebeurt als we de talloze kreken kruisen die over het strand naar de zee lopen. De meesten kunnen we zonder problemen hebben, maar de diepere worden eerst gepeild. Het is een beetje manouvreren; niet door het hele rulle zand rijden, maar ook niet te ver in de golven. Want voor je het weet zit je vast of wordt je meegesleurd!
Zodra we de ferry afrijden en ons op de zandwegen van Fraser Island begeven, komen we een andere wereld binnen; rust en vrijheid. Alleen een beetje jammer van die bloeddorstige dingo's en de Toyota Fish Contest.
Low clearance
Bij vrienden in Brisbane lenen we een Subaru Station 4x4. Op de zandwegen van Fraser Island is vierwielaandrijving noodzakelijk. Het enige nadeel van deze auto is dat hij niet echt hoog op zijn wielen staat, of in vaktermen: we hebben een 'low clearance'. Als de sporen in het zand te diep zijn, dan komen we alsnog vast te zitten, vierwielaandrijving of niet. Voordat we de auto de ferry oprijden, proberen we zoveel mogelijk informatie en adviezen in te winnen. Hoewel niet alle paden geschikt zijn, moet het wel te doen zijn, zeggen de meeste mensen. Als we de ferry oprijden, gaat het al bijna mis. Het is laagwater en de laadklep maakt zo'n scherpe hoek met de wal dat we bijna 'hangen'. We zijn de enige lage auto op de boot en als we er aan de overkant afrijden, laten we eerst al die stoere hoge auto' s passeren. De zandwegen zijn zo smal dat inhalen bijna onmogelijk is. Het laatste dat we willen, is vastlopen met een hele rij auto's achter ons. We hadden toch al het gevoel dat we wat meewarig werden aangekeken.
Brandhout
Fraser Island is een zandeiland voor de oostkust van Australië, waarop in de loop der eeuwen een tropisch bos is ontstaan. We rijden over een rul wit zandpad dat zich als een lint tussen de bomen door slingert. De hoge bomen lijken ons af te sluiten van de buitenwereld. Het zand dempt alle geluid. Passeren is moeilijk. Zo af en toe is er een inham gemaakt tussen de bomen, maar hier is het zand wel heel erg diep! We stoppen bij het eerste rangerstation om alvast brandhout te halen. Het valt niet mee om tegen de berg op weer naar het pad te komen, maar met de nodige stuurmanskunst zijn we weer on the move. Als de sporen steeds dieper worden, kijken we elkaar af en toe bezorgd aan. De onderkant van de auto sleept over het hoge middendeel tussen de bandensporen. De mensen die na ons komen, zullen wel blij zijn; die treffen het spoor weer wat afgevlakt aan. Maar wij willen wel graag het strand aan de overzijde van het eiland halen.
Getijdentabel
Als we ergens een automat langs de kant zien liggen, confisceren we die onmiddellijk. Die kan nog van pas komen als we ergens vastlopen. We zijn namelijk erg slecht voorbereid. Alle materialen die je standaard bij je hoort te hebben op z'n 4x4 tocht, die hebben wij niet bij ons (schop, trekkabels, hoge krik, compressor etc). Maar nu hebben we dan toch een automatje voor wegslippende wielen... Zolang we niet achter langzame voorgangers zitten en goed vaart kunnen houden, gaat alles goed. Als we het strand opdraaien, slaak ik een zucht van verlichting. Ineens gaat het rijden een stuk gemakkelijker. Met name het gedeelte waar de vloedlijn zich net heeft teruggetrokken, dat is lekker hard. Bij het eerstvolgende rangerstation stoppen we voor extra informatie. We hebben in elk geval een getijdentabel nodig. Dat klinkt misschien een beetje vreemd, ook wij hebben nog nooit eerder een getijdentabel nodig gehad in de auto. Maar met hoog water verdwijnt op sommige plaatsen het strand helemaal in zee en er is lang niet altijd een pad in het bos. Bovendien kunnen wij met onze lage clearance niet overal rijden.
Haaien
Eigenlijk maakt de ranger duidelijk dat geen van de binnenwegen echt geschikt is voor onze auto. Jammer, want daardoor missen we de meertjes die landinwaarts liggen. Gelukkig biedt de strandroute genoeg perspectief en met behulp van de getijdentabel zetten we een route uit voor de komende twee dagen. Bij Eli Creek komt er een kraakheldere kreek vanuit het binnenland het strand op gelopen. Hier kunnen we alleen doorheen een uur voor en na laagwater. Daarom benutten we dit moment om te lunchen en even lekker af te koelen in de kreek. Dit is prettiger dan zwemmen in de zee, omdat het heerlijk zoet water is. Het is bovendien veiliger. Als er ergens veel haaien rondzwemmen dan is dat rond Fraser Island. De kreek stroomt heel snel en als je een stuk het bos inloopt voordat je te water gaat, kun je je helemaal laten meevoeren tot aan het strand. Als het bijna eb is, peilt Johan de diepte van de kreek en geeft het sein veilig.
Scheepswrak
Ik blijf het een beetje eng vinden, die kreken. Je moet heel dicht langs de zee rijden bij het oversteken, want daar is de kreek het minst diep. Maar er zal maar ineens een grote golf langskomen, dan kun je zo meegesleurd worden. Hoewel het bijna eb is, kunnen we op enkele plaatsen de rotsformaties nog niet via het strand passeren. Natuurlijk probeert Johan dit wel, maar als we flink nat worden, draait hij toch maar om. Er zijn passages wat verder landinwaarts gemaakt, diep zand, dus we schakelen weer over naar de lage vier. Na deze hindernissen zien we eindelijk het wrak van de Maheno liggen. Het schip is in 1935 tijdens een tyfoon op het strand gelopen tijdens een storm en de elementen hebben inmiddels hun tol geëist. De boeg is weliswaar ingegraven, maar staat nog steeds overeind. Zelfs een stuk houten dek is bewaard gebleven. Het is moeilijk te zien hoe groot het schip is geweest, hoewel de gekromde balken als een soort visgraat uit het strand steken. Nog tot vele meters na de boeg.
Wilde dingo's
Voordat we verder rijden, zetten we eerst de tent op. Zo zijn we zeker van een goede plek met barbeque. Als de tent staat, laten we de rits open en leggen er niets in. Er zijn namelijk veel problemen met dingo's de laatste tijd. Helaas een probleem dat veroorzaakt is door toeristen en waar nu andere toeristen de dupe van worden. Een dingo is een wilde hond, geen verwilderd huisdier, maar een echt wild dier. De dingo's op Fraser zijn nog heel puur van ras, niet gemengd met tamme honden. Het zijn aaseters en als zodanig altijd op zoek naar eten. Hun normale gedrag is verstoord door toeristen. Ze werden steeds vaker gevoerd en ook werden ze gelokt voor foto's en uitgedaagd om te spelen. In de loop der jaren zijn de dingo's steeds agressiever geworden. In hordes lopen ze achter mensen aan voor eten. Zwaaien, roepen en rennen leidt tot aanvallen en uitvallen. Regelmatig worden er tenten opengescheurd en gaan de dingo's er vandoor met de inhoud, ongeacht of er eten in ligt of niet. Enkele weken voor ons bezoek aan Fraser is er een jongetje van een jaar of tien aangevallen en aan zijn verwondingen overleden.
Plat vermaak
In de afgelopen weken zijn er meer dan dertig dingo's afgeschoten en overal hangen posters was je moet doen, of laten, in verband met de dingo's. Eigenlijk ben ik er wel een beetje bang van geworden en durf niet meer alleen naar het toilet te lopen! Als we even later weer over het strand rijden zien we een dingo. Best wel een mooi dier en zo typerend voor hier. Ben wel blij dat ik veilig in de auto zit. We rijden over het strand in noordelijke richting, tot het punt waar we niet verder kunnen. Bij Indian Head gaat de route landinwaarts en dat redden wij niet. Zelfs mensen met een stoere, hoge auto lukt het niet altijd. Een stelletje ontzettende Australische rednecks met een flinke voorraad bier heeft zich geïnstalleerd op de rotsen om de rijkunsten van anderen te becommentariëren. Degenen die ervaring hebben met terreinrijden , maken zoveel mogelijk vaart en proberen zo door de sporen te komen. De onervaren 4x4-ganger (lees: tourgroepen en huurauto's) staan eerst aarzelend stil om zich dan langzaam in te vreten in het zand. Er wordt pas echt gas gegeven als ze stil komen te staan, zodat de wielen zich lekker ver ingraven. Dit tot groot vermaak van de toeschouwers, al schieten de rednecks wel te hulp als het echt niet meer lukt. Het blijkt dat bij een auto de wielen niet zijn vastgezet, waardoor de auto niet eens in de 4x4-stand staat. Met veel bravour rijden de potige Australiërs de auto's er dan zo uit. Het groepje bloost en rijdt door. Voor de grap laat Johan de motor van onze auto even flink brullen. Wij gaan gewoon draaien maar laten de rednecks even in de waan dat ook wij een poging zandberg gaan wagen. Vol leedvermaak draaien alle hoofden onze kant op. En langzaam rijden we weg.
Rednecks
's Avonds koelt het fiks af en we warmen ons bij het houtvuur van de BBQ. Vanwege het slangen- en dingogevaar, plas ik 's nachts zo ongeveer in de tent in plaats van erbuiten. Maar we hebben verder een ongestoorde nachtrust. 's Ochtends berekenen we hoe laat we op pad moeten. Cruciaal is niet alleen het tijdstip van laag en hoog water, maar ook hoe hoog het dan precies staat. Daar zit af en toe wel een meter verschil in en dat maakt nogal wat uit. We hebben geluk, een relatief lage waterstand, dus we kunnen vroeg gaan rijden. Het strand lijkt wel een snelweg vandaag. Op het harde zand kun je gemakkelijk 80 km per uur rijden. Het is bovendien ook erg druk, want de grote Toyota Fish Contest is begonnen. We hadden al gemerkt dat vissen zo ongeveer een nationale sport is en dat wordt hier nog eens bevestigd. Overal volgeladen auto's en mannen met hengels die tot aan hun kruis in de zee staan. Sommigen hebben zelfs een hengelhouder op het dak van de auto gemonteerd en rijden met auto en al de branding in. Dit verklaard die grote aantallen 'rednecks'; woeste, bebaarde mannen op blote voeten die vanaf 's ochtends 9 uur aan het bier zitten. Deze wilde mannen gaan helemaal los op het strand van Fraser, terwijl hier gewoon de normale verkeersregels gelden: maximaal 80 km per uur, gordel aan en niet drinken.
Landingsbaan
Wij rijden langzaam naar de zuidpunt en merken dat we gefilmd worden vanuit een helicopter die laag met ons mee vliegt. En dat terwijl wij geen hengelaars zijn. Niet dat je hier opkijkt van laagvliegende vliegtuigen, want delen van het strand worden sowieso al als landingsstrip gebruikt. De eerste keer was het nog schrikken toen er vlak voor onze auto een vliegtuig besloot te landen. Later wennen we eraan, maar het blijft een beetje oppassen op de strandweg. Verder naar het zuiden wordt het zand rul en blijft de waterlijn erg hoog. Regelmatig moeten we daardoor zover uitwijken naar het water, dat ik het gevoel heb dat we elk moment door de golven kunnen worden meegesleurd. Maar we halen het pontje zonder echte problemen te hebben gehad en nemen alweer afscheid van Fraser
We tarten het lot door op het vaste land bij Rainbow Beach weer het strand op te gaan. En ja hoor, we zitten vast. De hete onderkant van de auto zit helemaal strak in het zand en ook de wielen zitten vrij diep. Toch wat ervaring opgedaan in Afrika. We graven de wielen eerst uit, laten dan de banden wat leger lopen en Johan rijdt de auto achteruit het te diepe spoor uit. We kunnen weer verder. Toch maar over de weg naar Brisbane dan, onze laatste bestemming in Australië.
|